Week 10, HC Compleet Flashcards
(54 cards)
Welke 3 subtypes ADHD zijn er?
- aandacht tekort en hyperactiviteit-impulsiviteit
- overwegend aandacht tekort
- overwegend hyperativiteit-impulsiviteit
Wat zijn symptomenvoor aandachtsproblemen bij ADHD?
- onvoldoende aandacht voor details of achteloos fouten maken
- moeite om de aandacht bij taken of spel te houden
- niet lijken te luisteren
- aanwijzingen niet opvolgen of opdrachten niet kunnen afmaken
- moeite met organiseren van taken
- vermijden of afkeer hebben van taken die langdurig geestelijke inspanning vragen
- dingen kwijt raken die nodig zijn voor taken
- gemakkelijk afgeleid worden
- vergeetachtig bij dagelijks bezigheden
Wat zijn symptomen voor hyperactiviteit bij ADHD?
- onrustig bewegen met handen en voeten of draaien op zijn/haar stoel
- opstaan als zittenblijven verwacht wordt
- rondrennen of overal op klimmen als dit ongepast is
- moeilijk rustig kunnen spelen of ontspannen activiteit uitvoeren
- in de weer zijn of maar doordraven
- aan een stuk door praten
Wat zijn symptomen voor impulsiviteit bij ADHD?
- het antwoord eruit gooien voordat de vragen afgemaakt zijn
- moeite hebben met op de beurt wachten
- verstoren van bezigheden van anderen
In hoeveel % van de gevallen komt alleen ADHD voor?
30%
Epidemiologie van ADHD:
- prevalentie:
* basisschool leeftijd
* jeugdigen
* volwassen
- man:vrouw (kinderen)
- prevalentie:
- basisschool leeftijd: 3-5%
- jeugdigen: 1,5%
- volwassen: 1%
- man:vrouw (kinderen) = 3:1
Hoe gaat het beloop van ADHD?
- soms in remissie op volwassen leeftijd
- afname van aandachtsproblemen < afnamen van hyperactiviteit/impulsiviteit
Wat is de etiologie van ADHD?
muticaudale, heterogene stoornis met groot component erfelijke factoren (65-90%)
Welke omgevingsinvloeden kunnen de kans op ADHD vergroten?
- materiaal roken of alcohol
- laag geboortegewicht
- psychosociale risico-omgeving
Hoe gaat de diagnostiek bij ADHD? Hoe is het anders bij ouders en kinderen?
Het gaar via interviews, vragenlijsten en observaties en informatie uit verschillende bronnen
Het verschil met psychiatrisch onderzoek bij volwassenen is dat bij kinderen het ontwikkelingsaspect meer op de voorgrond staat
Wat is de behandeling van ADHD?
- psycho-educatie: kinderen, ouders, school
- medicatie: methylfenidaat, dexamfethamine, atomoxetinem, clodine
Wat zijn determinanten voor kinder- en jeugdpsychiatrie?
- kwetsbaarheid: HPA-as, neurofysiologische, structurele factoren, IQ, geheugen, executieve functies, sociale vaardigheden
- omgevingsfactoren: prentale risico’s, ouder-kind interactie, life-event
- gen-omgeving interactie: bepaalde genetische aanleg in combinatie met omgevingsfactoren leidt tot extra uiting van problemen
Wat betekend developmental programming?
developmental programming = bepaalde vroege ervaring even blijvende structurele en functionele verandering
Wat is de functie van de volgende structuren:
- hersenstam
- limibisch systeem
- cortex
- prefrontale cortex
- hersenstam: basale vitale functies
- limibisch systeem: ‘hot’ emoties systeem (directe bevrediging)
- cortex: motor, sensorisch associatieve gebieden
- prefrontale cortex: ‘cool, calm, collective’: rationale keuzes, doelgericht gedrag
Wat is er anders aan de ontwikkeling van de pre-frontale cortex ivm de rest van de cortex?
Cortex: piek in maturatie in 270 dagen na geboorte
Prefrontale cortex: piek veel later, gemiddeld rond 8-10 jaar
- myelinisatie later dan in andere hersengebieden
Welke structuren behoren tot het limbisch systeem?
- Amygdala: actief bij angst en potentieel gevaar;
- Hippocampus;
- Gyrus cinguli: veel functies, veelal motorisch gericht;
- Orbitale en mediale prefrontale schors: bepaalt gedrag en sociale interacties;
- Hypothalamus: coördineert autonome en reflexmatige functies;
- Dorsomediale thalamus: relay functie;
- Ventrale basale ganglia (nucleus accumbens): gevoeligheid voor beloningen;
- Insulaire schors: sensibele informatie van reuk, smaak en organen, betrokken bij walging.
Op welke hersenstructuur heeft het limbisch systeem vooral effect?
op de hypothalamus
Wat zijn functies van de hypothalamus?
- endocrien: via hypofyse
- autonoom: via nucleus paraventriculairs, nucleus torso-medialis, lateral hypothalamic area
- algemene functies: slaap-waak, dag/nacht ritme, stress reactie
Wat is de input voor het limbisch systeem?
- direct vanuit ruggenmerg of hersenstam
- deels zonder tussenkomst thalamus (geur) of schors (visueel)
- direct na processing in de schors: complexe informatie
Wat is de output van het limbisch systeem?
- direct via hypothalamus en (autonome) centra in de ruggenmerg en hersenstam
- indirect via beïnvloeding van (sub)corticale systemen
Welke 2 ‘‘stromingen’’ zijn er in het limbisch systeem?
- stream of feeling: direct vanuit thalamus naar hypothalamus
- stram of thought: vanuit sensorische cortex via gyrus cingulae: leidt tot bepaalde gevoelens
In welke situatie wordt de amygdala geprikkeld?
activiteit bij zien van angst op gezicht
- versterkt door: angstig gezicht + angstige stem
Bij welk proces is de amygdala betrokken?
angst conditionering = door angst krijg je activiteit van amygdala zorgt voor geheugen opbouw
Hoe kan je angst conditionering afzwakken?
extinctie = zo snel mogelijk na bron van angstig gevoel worden blootgesteld aan dezelfde bron en er niks engs gebeurt