Week 11 - 7 februari t/m 11 februari Flashcards

(117 cards)

1
Q

Wat moet altijd uitgevraagd worden bij restrictieve longziekten?

A
  • Voorgeschiedenis
  • Pulmonale klachten en beloop
  • Extra pulmonale klachten: reflux, spierklachten, huid, sicca en cardiaal
  • Medicatie
  • Expositie: roken, werk, hobby’s, dieren
  • Familie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar bestaat het LO uit bij restrictieve longziekten?

A
  • Algemene indruk
  • Percussie en auscultatie longen
  • Handen
  • Huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke indicatie geeft clubbing?

A

Chronische longziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welke categorieën kunnen interstitiële longziekten worden onderverdeeld?

A
  1. Interstitiële longziekten met bekende oorzaak
  2. Granulomateuze longziekten
  3. Idiopathische longziekten
  4. Zeldzamere vormen van interstitiële longziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar kijk je naar bij verdenking op restrictieve longziekte?

A

TLC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de belangrijkste cellen in de longen?

A

Type 1 en type 2 pneumocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de functie van type 2 pneumocyt?

A
  • Produceert surfactant
  • Functioneel als stamcel: proliferatie
  • Epitheliale regeneratie (na schade), kan type 1 worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is de type 1 pneumocyt zo belangrijk?

A

Deze cellen zijn heel dun waardoor gaswisseling plaats kan vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is cell-senescence?

A

Cel blijft bestaan maar functioneert niet -> gaat in een soort slaaptoestand ipv apoptose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is telomerase?

A

Enzym dat telomeer (stukje DNA aan einde van chromosoom) weer langer maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het gevolg van afwijkingen in telomerase?

A

Telomeren worden heel kort -> cellen kunnen niet meer delen en worden vervroegd oud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de meest voorkomende vorm van idiopathische interstitiële longziekten?

A

Idiopathische pulmonale fibrose (IPF)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn vormen van schade die bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van IPF?

A
  • Roken
  • Werkgerelateerd / milieu
  • Viraal
  • Reflux (?)
  • Microbioom (?)
  • Inflammatie
  • Medicatie
  • Mechanisch (?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Longfibrose is een gestoorde wondgenezing. Hoe verloopt wondgenezing?

A

Fase 1: hemostase
Fase 2: ontsteking of inflammatie
Fase 3: wond moet weer dicht (proliferatie)
Fase 4: fase van herstel en remodellering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er tijdens fase 1 van wondgenezing?

A
  • Lekkage van plasma (oedeem) -> plaatjesaggregatie en stollingscascade
  • Trombine + fibrine -> hyaliene membranen & vasoconstrictie
  • Beeld: diffuse alveolaire schade (DAD)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er tijdens fase 2 van wondgenezing?

A
  • Vasodilatatie
  • Toename van vaatpermeabiliteit
  • Chemotaxie
  • Cellulaire response
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat gebeurt er tijdens fase 3 van wondgenezing?

A
  • Epitheelcellen migreren naar randen
  • Endotheelcellen zorgen voor angiogenesis
  • Fibroblasten zorgen voor ECM-formatie
  • Door ontstekingsmediatoren: myofibroblasten in interstitum -> contraheren en trekken wondranden naar elkaar toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat gebeurt er tijdens fase 4 van wondgenezing?

A
  • Ophoping van fibroblasten en depositie van collageen wordt beëindigd: fase gaat bij fibrose niet goed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat gebeurt er tijdens fase 4 van wondgenezing bij longfibrose?

A

Myofibroblasten verdwijnen niet en zorgen door contractie en blijven produceren van matrix ervoor dat longen kleiner worden (restrictie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke medicijnen zouden kunnen helpen in fase 1 van wondgenezing?

A

Antistollingsmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke medicijnen zouden kunnen helpen in fase 2 van wondgenezing?

A

Ontstekingsremmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke medicijnen zouden kunnen helpen in fase 3 van wondgenezing?

A

Proliferatie remmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is het gevolg van hogere spanning op de long door longfibrose?

A

Meer afgifte van cytokines door de ECM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waar bestaat de pathogenese van longfibrose globaal uit?

A
  • Type 2 pneumocyten senescent, korte telomeren
  • Type 1 cellen tekort (roken, auto-immuun)
  • Fibroblasten -> myofibrolasten -> collageen/matrix
  • Als er eenmaal fibrose is: door tractie op weefsel nog meer fibrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn 2 behandelingen voor fibrose?
- Nintedanib (IPF en progressieve longfibrose) | - Pirfenidon (IPF)
26
Waar zijn obstructieve longfunctiestoornissen binnen de spirometrie aan te herkennen?
- Concave vorm van flow volume curve (kerktoren) die duidt op luchtwegvernauwing - FEV1 sterk gedaald -> luchtwegobstructie biij FEV1/FVC < -1,64 SD (LLN)
27
Waar zijn restrictieve longfunctiestoornissen binnen de spirometrie aan te herkennen?
- Verlaging van de totale longcapaciteit tot onder de LLN | - TLC < -1,64 SD (LLN)
28
Wat zijn intrinsieke oorzaken van restrictieve longfunctiestoornissen?
- Interstitiële fibrose - Hartfalen met longoedeem - Pneumonie - Tuberculose - Longfibrose door bestraling of chemo - Pneumothorax
29
Wat zijn extrinsieke oorzaken van restrictieve longfunctiestoornissen?
- Kyphoscoliose - Extreem overgewicht - Zwangerschap - Ruimte innemend proces in abdomen - Pijn bij inspiratie
30
Wat zijn soorten oorzaken van restrictieve longfunctiestoornissen?
- Intrinsiek - Extrensiek - Neuromusculair
31
Welke factoren van de wet van Fick veranderen bij longfibrose?
- A: oppervlakte -> kleiner | - T: dikte -> groter
32
Wat is de Kroghfactor?
Een maat voor de diffusiecapaciteit van het membraan zelf -> geeft meer info over dikte membraan
33
Hoe kan je de Kroghfactor berekenen?
KCO = TLCO / Va
34
Hoe meet je de diffusiecapaciteit?
Patiënten moeten ver uitblazen en diep inademen en daarna adem 10 seconden vasthouden
35
Wat gebeurt er bij afname van het alveolair volume en een normale wanddikte?
- TLCO neemt af | - KCO is normaal of stijgt
36
Wat gebeurt er bij afname van het alveolair volume en afname van de wanddikte?
- TLCO neemt af | - KCO neemt af
37
Wat wordt er tijdens de 6 minuten wandeltest gemeten?
- Afstand in meters - Zuurstofsaturatie - Borgscore - Hartfrequentie - Bloeddruk
38
Welke score geeft een indicatie voor het niveau van benauwdheid/kortademigheid?
Borgscore
39
Waar bestaat de ademarbeid uit?
Arbeid stroming + arbeid elastisch
40
Wat is de secundaire lobulus?
Kleinste longeenheid omgeven door bindweefsel
41
Met welke verschillende windows kan een CT bekeken worden?
- Mediastinum window: botstructuren, met contrast: grote vaten - Long window: verschillende dichtheden van longweefsel
42
Welke patronen zijn er mogelijk bij longwindow?
- Nodulair: perilymfatisch, willekeurig, centrilobulair | - Reticulair: streepjes, grof, fijn (honeycombing)
43
Wat betekent een verhoogde densiteit?
- Consolidatie | - Matglas
44
Wat betekent een verlaagde densiteit?
- Emfyseem | - Cysten
45
Wat zijn bronchiëctasieën?
Constant verwijde en geïrriteerde bronchiën
46
Wat is NSIP?
Non-specific interstitial pneumonia
47
Hoe vaak vertakken de luchtwegen?
23 keer
48
Wat is UIP?
Usual Interstital Pneumonia
49
Waar is het effect van ingeademde deeltjes afhankelijk van?
- Anatomie van longen/luchtwegen - Grootte ingeademde deeltjes en daarmee samenhangende depositie - Eigenschappen ingeademde deeltjes ( - Reactie lichaam)
50
Wat zegt de grootte van ingeademde deeltjes over de afstand die ze afleggen?
Hoe kleiner hoe dieper in de long
51
Wat is het effect van ultra fine particles / nano particles?
- Zorgen voor een chemische reactie in de luchtwegen (soort ontstekingsreactie) - Effect is afhankelijk van samenstelling
52
Hoe groot is een nanodeeltje?
Kleiner dan 10 micrometer
53
Wat is antrocosis?
Zwarte neerslag in de longen als gevolg van inademen van roet
54
Wat is pneumoconiosen?
Longaandoening door inademen (hoge dosis) anorganische stoffen -> verzamelnaam
55
Wat is het gevolg van chronische pneumoconiose?
- Fijn nodulaire afwijkingen bovenvelden | - Uitgebreide fibrose (soms)
56
Wat is silicose?
Vorm van pneumoconiose als gevolg van kiezelstof (silica) -> vaak bij steenhouwers
57
Wat is asbestose?
Vorm van pneumoconiose als gevolg van asbest -> vaak bij scheepvaarders (reticulair)
58
Wat is een stoflong/anthracose?
Vorm van pneumoconiose als gevolg van kolengruis -> vaak bij mijnwerkers
59
Wat is berylliose?
Vorm van pneumoconiose als gevolg van beryllium (metaal) -> vaak bij elektrotechniek, vliegtuigindustrie of tandartsen - Granulomateuze ontstekingen
60
Wat zijn eventuele problemen die kunnen ontstaan na blootstelling aan asbest?
- Benigne plaques op pleura - Benigne pleurale effusie: goedaardig pleuravocht - Asbestose: fibrose onderin langs de randen van de long door asbestvezels - Mesothelioom: pleurakanker - Longkanker: vaak asbest + roken
61
Wat is er te zien bij benigne plaques?
- X-thorax: verdikte pleura en vrij scherp afgegrensde verdichtingen - CT: scherpe verdikking (verkalking) met dezelfde kleur als bot langs pleura - Je merkt vaak niks
62
Wat houdt een mesothelioom in?
Vorm van kanker die bijna niet te behandelen is -> aan pleura ontwikkeling van maligniteit waardoor long steeds verder wordt weggedrukt
63
Wat is sarcoïdose?
Een systeemziekte waarbij misschien granulomateuze ontstekingen kunnen ontstaan
64
Wat is EAA/HP?
Extrinsieke allergische alveolitis
65
Wat houdt EAA in?
Allergisch proces dat ontstaat doordat men een antigeen inademt waarvoor de betreffende persoon allergisch is
66
Wat zijn mogelijke oorzaken van de allergische reactie bij EAA?
- Inhalatie van een allergeen - Dierlijke eiwitten, bacteriën & schimmels, chemicaliën - Ziekte afhankelijk van antigeen, exposure en gastheerfactoren
67
Wat is cryptogene EAA?
Vorm van EAA waarbij de oorzaak onbekend is
68
Wat is de histologische triade waar EAA binnen de histologie mee samengaat?
- Cellulaire interstitiële pneumonitis (NSIP_ - Cellulaire bronchitis: tast kleine luchtwegen aan - Granuloomvorming
69
Welke twee vormen van EAA zijn er?
1. Acuut: symptomen < 6 maanden, vaak nog reversibel en vaak goed effect van vermijden contact met agens 2. Chronisch: symptomen > 6 maanden, risico op progressieve longafwijkingen, weinig effect na vermijden contact met agens
70
Wat is er bij de acute vorm van EAA te zien op de HRCT?
- Midden- en bovenvelden - Ontstekingsachtige verschijnselen - Centrilobulaire nodules - Matglasafwijkingen - Airtrapping - Consolidaties
71
Wat is er bij de chronische vorm van EAA te zien op de HRCT?
- Midden- en bovenvelden - Peribroncholaire fibrose - Honeycombing - Centrilobulaire nodules - Airtrapping
72
Wat is er bij lichamelijk onderzoek bij de acute vorm van EAA te horen?
- Squeeks (piepen bij inspiratie) | - Verscherpt ademgeruis (consolidaties)
73
Wat is er bij lichamelijk onderzoek bij de chronische vorm van EAA te merken?
- Crepitaties (fibrose) | - Clubbing (trommelstokvingers)
74
Wat is kenmerkend voor EAA bij verder onderzoek?
Lymfocytose in de spoelvloeistof van de luchtwegen
75
Wat betekent matglas op een CT?
Gebieden die ontstoken zijn, zijn wit
76
Wat zijn eventuele uitkomsten van een HRCT bij bronchiolitis?
- Tree in bud patroon - Vaag begrensde centrilobulaire noduli - Verlaagde densiteit en airtrapping - Consolidaties
77
Aan welke criteria moet voldaan worden om de diagnose EAA te stellen?
- Bewezen of veronderstelde blootstelling - Compatibele kliniek, radiologie en longfunctie - BAL met lymfocytose
78
Welke vormen van bronchiolitis zijn er?
- Cellulair: acuut (ontsteking) of chronisch (fibrose) | - Fibrotisch: obliteratief of obliterans bij organiserende pneumonie
79
Waar bestaat de behandeling uit bij EAA?
1. Advies om weg te blijven van prikkel | 2. Prednison, steroïden bij progressieve klachten
80
Wat zijn veelgebruikte verschilcategorieën voor diversiteit?
- Cultuur - Sekse / gender - Sociaaleconomische status (SES)
81
Wat is het gevolg van verschilcategorieën?
- Zijn niet neutraal en kunnen inclusiviteit frustreren - Hokjesdenken: pathologiseren en verabsoluteren - > intersectionaliteit tegen die valkuil
82
Wat houdt sekse in?
Lichamelijke verschillen in geslacht
83
Wat houdt gender in?
Culturele betekenis van lichamelijke verschillen in geslacht
84
Wat houdt het één-sekse-model in (tot 1800)?
- Seksen zijn vergelijkbaar: vagina = penis - Actieve seksualiteit man & vrouw: lust - Klassieke traditeit: ladder der natuur -> 'perfecte' man aan de 'top' - 'Natuur' onderschrijft mannelijke maatschappelijke dominantie - Mannen en vrouwen zijn vergelijkbaar maar niet gelijkwaardig
85
Wat houdt het twee-seksen-model in?
- Seksen zijn fundamenteel verschillend: vagina vs penis & vrouwen bepaald door geslachtsorganen - Passieve vrouwelijke seksualiteit - 'Natuur' onderschrijft mannelijke maatschappelijke dominantie - Verandering: maatschappelijk ipv 'natuur'!
86
Wat kan je zeggen over interpretaties van man-vrouw verschillen?
Zijn niet natuurlijk of neutraal -> historische veranderlijkheid laat dit zien
87
Wat houdt de gouden eeuw van hysterie in voor vrouwen?
1. 'Vrouwelijke' zenuwziekte 2. Ondergingen behandeling - Wegsnijden geslachtsdelen - Rustkuur, gezin, huishouden, geen intellectuele inspanningen 3. Maatschappelijk geaccepteerde uiting van wanhoop
88
Wat was de rol van mannen in de gouden eeuw van hysterie?
1. Verklaarden biomedisch - Klassieke traditie: rondolende baarmoeder (hystera) - Geestesziekte met fysiologische wortels - Zenuwen-geslachtsorganen 2. Diagnosticeerden 3. Behandelden 4. Enkele man met hysterie: zwak, verwijfd
89
Wat zegt psychiater Gerbrandus Jelgersma over de gouden eeuw van hysterie?
Hysterie bij vrouwen verergerd door 'de tegenwoordige neiging van de vrouw, om de bezigheden van den man over te nemen'
90
Wat is cultuur?
Verzameling van tradities, gebruiken en gedachtegoed gedeeld door bepaalde groep
91
Wat was de rol van Afrikaanse Surinamers bij lepra in Suriname?
- Slavernij - 'Bron en verspreiders ziekte' - 'Inferieure constitutie' en 'gevoeligheid voor gif' - 'Gebrek aan zelfbeheersing en beschaving' - Behandeling: geen, deportatie en opsluiting
92
Wat was de rol van Europese Surinamers bij lepra in Suriname?
- Plantage- en slaveneigenaren - 'Besmet door Afrikanen': met name seksuele dreiging - Gevaar 'verlaging' naar niveau 'inferieure ras' - 'Degeneratie' bedreigde koloniale rijk en Nederlandse dominantie - Behandeling: gezonde levensstijl & thuisisolatie
93
Wat is verabsoluteren van diversiteit?
Het hard maken van twee groepen door onder andere geneeskunde
94
Wat is het verschil tussen 'rassen'wetenschap in de 18e en 19e eeuw?
- 18e eeuw: veranderlijk 'ras'begrip | - 19e eeuw: 'rassen' verabsoluteerd tot vaststaande entiteiten
95
Wat was het Europees perspectief wat betreft de Europese 'rassen'wetenschap?
- Europeanen zijn 'normaal' en 'beschaafd' | - Andere mensen 'afwijkend' en 'primitief'
96
Wat houdt het sociaal darwinisme in?
Witte mens is de 'fittest', zwarte mensen 'dichterbij dieren'
97
Wat houdt intersectionaliteit in?
- Verschillende aspecten van identiteit beïnvloeden of 'kruisen' elkaar - Kruispunten hebben gevolgen voor iemands positie in een bepaalde groep - Wie worden gezien als 'norm' en wie als 'afwijkend'?
98
Wat is sociaaleconomische status?
De mate waarin men de mogelijkheid heeft om maatschappelijk gewaardeerde goederen te creëren of consumeren
99
Wat is de rol van lagere klassen (alcoholisten) bij alcoholisme als ziekte?
- Arbeiders, werklozen - Drankwet (1881): opgesloten in Rijkswerkinrichtingen - Ziekte: geen schuld -> door armoede & sociaal darwinisme: opname in Rijkskrankzinnigengesticht
100
Wat is de rol van gegoede burgerij (alcoholismebestrijders) bij alcoholisme als ziekte?
- Artsen, onderwijzers, predikanten - 'Zedelijke verheffing' - Drankbestrijding en geheelonthouding!
101
Welke soorten respiratoire insufficiëntie zijn er?
1. Type 1 / partieel: longfalen (PaO2 gedaald) | 2. Type 2 / compleet: pompfalen (PaO2 gedaald en PaCO2 gestegen)
102
Wat zijn soorten van type 1 respiratoire insufficiëntie?
- Hypoventilatie - Ventilatie-perfusie stoornis (met toename veneuze bijmenging) - Diffusiestoornis
103
Wat zijn soorten van type 2 respiratoire insufficiëntie?
- Toegenomen CO2 productie - Hypoventilatie - Toegenomen doderuimte ventilatie
104
Hoe luidt de Henderson-Hasselbach vergelijking?
pH = Kd + log ([HCO3-] / 0,03 x [CO2])
105
Wat moet er gebeuren bij langer bestaande hypercapnie?
Ventilatie moet verbeterd worden
106
Hoe kan de ventilatie verbeterd worden?
- Non-invasieve beademing: positieve druk beademing | - Invasieve beademing
107
Hoe werkt non-invasieve beademing?
- Ontlasten van ademhalingsspieren - (Tegen)druk bij uitademing; alveoli worden opengehouden -> betere oxygenatie - Verbeteren van gaswisseling (alveolaire ventilatie) - Reset respons van CO2 in ademhalingscentrum
108
Hoe werkt invasieve beademing?
- Intuberen - Positieve druk beademing - Hogere drukken - Eerste keuze bij verlaagd bewustzijn
109
Wat is PEEP?
Positieve eind expiratoire druk
110
Wat doet PEEP?
- Verhoogd het eind expiratoir long volume (FRC) waardoor compliantie van longen stijgt - Voorkomt dichtvallen alveoli en verbetert zo ventilatie en oxygenatie
111
Wat is het gevolg van te veel PEEP?
- Afname cardiac output | - Barotrauma (pneumothorax, pneumomediastinum)
112
Wat is het gevolg van daling preload en daling LV afterload?
- Hypovolemie: daling CO & daling bloeddruk | - Hypervolemie: toename CO & stijging bloeddruk
113
Wat gebeurt er als de beademing faalt?
Extracorporele membraanoxygenatie (ECMO)
114
Wat zijn de behandelmogelijkheden bij respiratoire insufficiëntie?
- Ventilatie - Nova long - VV-ECMO - VA-ECMO - Longtransplantatie
115
Wie komen er in aanmerking voor longtransplantatie?
Eindstadium longziekte, progressief ondanks behandeling die voldoen aan criteria: - Hoge kans op sterfte < 2 jaar - Hoge waarschijnlijkheid op > 90 dagen overleving - Hoge waarschijnlijkheid op 5 jaar overleving
116
Waarom krijgt iemand met IPF zuurstoftekort maar vindt er geen CO2 opstapeling plaats?
CO2 heeft een grotere diffusiecapaciteit
117
Wat is het belangrijkste aanvullende onderzoek om een ILD te diagnosticeren?
- CT-scan - Bloed prikken - Longfunctie - Biopt