week 15 Flashcards
Hartfalen symptomen
10
vermoeidheid
verminderde inspanningstolerantie
dyspnoe
orthopnoe
hartkloppingen
hoesten
verwarheid
verminderde eetlust
misselijkheid
erectie dysfunctie
hartfalen klinische tekenen
tachycardie
crepitaties (3e hartton)
oedeem
ascites (buikvocht)
verhoogde CVD
hepatomegalie
verplaatste apex –> ‘overvulling’
oorzaken hartfalen
coronairlijden
hypertensie
cardiomyopathie
oorzaken disfunctie hart
primair hartspierprobleem
overbelasting hart
instroombelemmering
pathofysiologie hartfalen
disfunctie van hart met als gevolg een te lage cardiac output
compensatiemechanismen hartfalen
water-en zoutretentie
perifere vasoconstrictie
sympaticus activatie
myocardhypertrofie
myocardfibrose
farmacotherapie acuut hartfalen
- intraveneuze nitraten/lisdiuretica: meer zout-en water retentie, acute vasodilatatie
- dopamine: vasodilatatie en natriurese
- fosfodiesteraseremmers (mirliton): cAMP spiegels blijven hoog omdat het niet wordt afgebroken dus positief chonotroop en isotroop effect
- calcium sensitizer (levosimendan): hart is gevoeliger voor calcium dus positieve isotrope en chonotrope effecten
farmacotherapie chronisch hartfalen
- Diuretica (furosemide, bumetanide, hydrochlorothiazide, chloortalidon): natrium- en vochtuitscheiding, risico op hypokaliëmie, Raas geactiveerd doordat er veel vocht verlies is dus meer Renine release
- RAAS blokkers: verlagen mortaliteit en remmen cardiale remodelling. Bijwerkingen zijn hoesten en angio-oedeem.
ACE-remmers: captopril, enalapril
renine remmer: aliskiren
ARBs: losartan - Aldosteron/mineralocorticoid receptor blokkers (spironolacton, eplerenon):
Spironolacton geeft reductie sterfte hartfalen en eplerenon geen reductie sterfte na een MI. Beide hebben risico op hyperkaliëmie. - Bètablokkers (metoprolol, carvedilol, bisoprolol): verlagen mortaliteit en verbeteren de ejectiefractie. Betere doorbloeding coronair vaatbed, langere diastole, upregulatie receptoren.
- Na+/K+ ATPase remmers (digoxine): Natrium uitstroom daalt dus intracellulaire natrium concentratie stijgt. Dit remt de Na+/Ca2+ exchanger. Er is dus meer calcium beschikbaar, dus positief inotroop effect. Stimulerend effect op vagale tonus en remmend effect op sympaticus.
- RAAS blokkers: verlagen mortaliteit en remmen cardiale remodelling. Bijwerkingen zijn hoesten en angio-oedeem.
nieuwe ontwikkelingen (hartfalen kopje)
- MR antagonist (finerone): geen hyperkaliëmie
- Kaliumbinders (patiromer, natrium zirconium cyclosilicaat): voorkomen in het maagdarmkanaal dat kalium wordt opgenomen.
- Sodiumglucosetransporter 2 remmers (empaglifozin, dapaglifozin): remmen glucose en na+ reabsorptie.
hartfalen behandeling
- Coronary artery bypass grafting (CABG)
- Aortaklepvervanging (mechanisch, biologisch en homograft)
- Reparatie/plastiek
- TAVI (percutane aortaklepvervanging/implantatie)
cardiomyopathie
ziekte van hartspier
Hypertrofische cardiomyopathie
Onverklaarbare verdikking van de hartspier. De wanddikte is > 15 mm.
Prevalentie: 1/500.
Plotse dood.
Gedilateerde cardiomyopathie
Dilatatie en verminderde systolische functie.
Aritmogene rechterventrikel cardiomyopathie:
Progressieve vervanging van rechter (en/of linker) ventriculair myocard door vet- en fibreus weefsel. Prevalentie: 1/5000. Belangrijke oorzaak plotse dood jongeren.
Restrictieve cardiomyopathie:
primair: fibrose en endomyocardiale verlittekening
secundair: hypertrofie of infiltratie van myocard door amyloïdose of ijzer- / glycogeen neerslag
Systolische functie is normaal, gestoorde vulling van de ventrikels.
Linker ventrikel non-compaction cardiomyopathie
in de apex zijn er instulpingen aanwezig in de hartspier.
Pericarditis
ontsteking van het pericard (hartzakje) vaak door een virale ontsteking en/of auto-immuunziekte.