week 15 Flashcards

(43 cards)

1
Q

Hartfalen symptomen

A

10
vermoeidheid
verminderde inspanningstolerantie
dyspnoe
orthopnoe
hartkloppingen
hoesten
verwarheid
verminderde eetlust
misselijkheid
erectie dysfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hartfalen klinische tekenen

A

tachycardie
crepitaties (3e hartton)
oedeem
ascites (buikvocht)
verhoogde CVD
hepatomegalie
verplaatste apex –> ‘overvulling’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oorzaken hartfalen

A

coronairlijden
hypertensie
cardiomyopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oorzaken disfunctie hart

A

primair hartspierprobleem
overbelasting hart
instroombelemmering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

pathofysiologie hartfalen

A

disfunctie van hart met als gevolg een te lage cardiac output

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

compensatiemechanismen hartfalen

A

water-en zoutretentie
perifere vasoconstrictie
sympaticus activatie
myocardhypertrofie
myocardfibrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

farmacotherapie acuut hartfalen

A
  • intraveneuze nitraten/lisdiuretica: meer zout-en water retentie, acute vasodilatatie
  • dopamine: vasodilatatie en natriurese
  • fosfodiesteraseremmers (mirliton): cAMP spiegels blijven hoog omdat het niet wordt afgebroken dus positief chonotroop en isotroop effect
  • calcium sensitizer (levosimendan): hart is gevoeliger voor calcium dus positieve isotrope en chonotrope effecten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

farmacotherapie chronisch hartfalen

A
  1. Diuretica (furosemide, bumetanide, hydrochlorothiazide, chloortalidon): natrium- en vochtuitscheiding, risico op hypokaliëmie, Raas geactiveerd doordat er veel vocht verlies is dus meer Renine release
    1. RAAS blokkers: verlagen mortaliteit en remmen cardiale remodelling. Bijwerkingen zijn hoesten en angio-oedeem.
      ACE-remmers: captopril, enalapril
      renine remmer: aliskiren
      ARBs: losartan
    2. Aldosteron/mineralocorticoid receptor blokkers (spironolacton, eplerenon):
      Spironolacton geeft reductie sterfte hartfalen en eplerenon geen reductie sterfte na een MI. Beide hebben risico op hyperkaliëmie.
    3. Bètablokkers (metoprolol, carvedilol, bisoprolol): verlagen mortaliteit en verbeteren de ejectiefractie. Betere doorbloeding coronair vaatbed, langere diastole, upregulatie receptoren.
    4. Na+/K+ ATPase remmers (digoxine): Natrium uitstroom daalt dus intracellulaire natrium concentratie stijgt. Dit remt de Na+/Ca2+ exchanger. Er is dus meer calcium beschikbaar, dus positief inotroop effect. Stimulerend effect op vagale tonus en remmend effect op sympaticus.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

nieuwe ontwikkelingen (hartfalen kopje)

A
  1. MR antagonist (finerone): geen hyperkaliëmie
    1. Kaliumbinders (patiromer, natrium zirconium cyclosilicaat): voorkomen in het maagdarmkanaal dat kalium wordt opgenomen.
    2. Sodiumglucosetransporter 2 remmers (empaglifozin, dapaglifozin): remmen glucose en na+ reabsorptie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hartfalen behandeling

A
  1. Coronary artery bypass grafting (CABG)
    1. Aortaklepvervanging (mechanisch, biologisch en homograft)
    2. Reparatie/plastiek
    3. TAVI (percutane aortaklepvervanging/implantatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

cardiomyopathie

A

ziekte van hartspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hypertrofische cardiomyopathie

A

Onverklaarbare verdikking van de hartspier. De wanddikte is > 15 mm.
Prevalentie: 1/500.
Plotse dood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gedilateerde cardiomyopathie

A

Dilatatie en verminderde systolische functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aritmogene rechterventrikel cardiomyopathie:

A

Progressieve vervanging van rechter (en/of linker) ventriculair myocard door vet- en fibreus weefsel. Prevalentie: 1/5000. Belangrijke oorzaak plotse dood jongeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Restrictieve cardiomyopathie:

A

primair: fibrose en endomyocardiale verlittekening

secundair: hypertrofie of infiltratie van myocard door amyloïdose of ijzer- / glycogeen neerslag

Systolische functie is normaal, gestoorde vulling van de ventrikels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Linker ventrikel non-compaction cardiomyopathie

A

in de apex zijn er instulpingen aanwezig in de hartspier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Pericarditis

A

ontsteking van het pericard (hartzakje) vaak door een virale ontsteking en/of auto-immuunziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

klachten pericarditis

A

scherpe, stekende pijn op de borst die vast zit aan de ademhaling. Neemt toe bij liggen en neemt af bij voorover buigen.

19
Q

diagnose pericarditis

A

pericardwrijven, ecg afwijkingen (st-elevaties, depressie P-Q), pericarddeffusie (vocht), koorts/CRP, leukocyten

20
Q

Myocarditis

A

Ontsteking hartspier (myocard) vaak door virus of auto-immuunziekte

21
Q

myocarditis diagnose

A

koorts, hoge cardiale enzymen, ECG afwijkingen, Cardiale MRI (oedeem), biopt (reuscelmyocarditis)

22
Q

behandeling myocarditis

A

behandeling is ondersteunend

23
Q

Endocarditis:

A

Ontsteking van het klependocard.

24
Q

oorzaken endocarditis

A

bacteriëmie of abnormaal cordiaal endotheel

25
diagnose endocarditis
Duke criteria waarvan je 2 major, major + 3 minor, 5 minor major: tenminste 2 positieve bloedkweken, positieve echo, nieuw lekgeruis minor: predisponerende hartafwijking, koorts, positieve echo, immunologische verschijnselen, een positieve bloedkweek.
26
Klepstenose:
klep opent minder goed, leidt tot een drukbelasting van de hartholte voor de stenose.
27
Aortaklepstenose
Drukbelasting LV met concentrische hypertrofie.
28
aortaklepstenose oorzaken eisymptomen
Oorzaken: hoge leeftijd, congenitaal (bicuspide klep), reumatisch Symptomen: AP, duizeligheid/syncope, hartfalen, plotse dood
29
aortaklepstenose interventie
kunstklep (antistolling nodig), bioprothese (alleen bij ouderen), percutane opties (TAVI en mitraclip)
30
Mitralisklepstenose
drukbelasting voor klep dus in het LA.
31
mitralisklepstenose oorzaken
1. Jonge vrouwen van niet westerse afkomst (reumatisch). 2. Oudere witte vrouwen (degeneratief)
32
mitralisklepstenose symptomen
hartfalen (dyspnoe, zwakte, moeheid, pitting oedeem, hepatomegalie), palpaties (atriumfibrilleren), embolieën (CVA)
33
Klepinsufficiëntie
de klep sluit minder goed, dus volumebelasting voor en achter
34
aortaklepinsufficiëntie
Bloed lekt terug tijdens de diastole vanuit de aorta naar de LV. Geeft volumebelasting voor LV, en ook voor de aorta.
35
acute aortaklepinsufficientie
dissectie en endocarditis. symptomen: forward failure met shock, backward failure (HF)
36
chronische aortaklepinsufficientie
aortadilatatie, prolaps Symptomen: hartfalen
37
Mitralisklepinsufficiëntie
volumebelasting voor en na klep. Excentrische hypertrofie/dilatatie van LA/LV.
38
mitralisklepinsufficientie soorten
Acute: chordaruptuur door prolaps, endocarditis, papillairspierruptuur door infarct symptomen: ‘shock’ door forward failure, backward failure door oplopende druk Chronisch: symptomen: LV dilatatie/hypertrofie, palpitaties en trombo- embolieën
39
mitralisklepinsufficientie oorzaken
Oorzaken: Primair: klepprobleem met prolaps door: 1. Fibro-elastische deficiëntie 2. Ophoping mucopolysachariden (suikers) secundair: mis in het apparaat 1. . Atriaal: annulus dilatatie door boezemfibrilleren 2. Ventriculair: LV dilatatie en/of disfunctie
40
mitralisklepinsufficientie behandeling
prolaps/primair = repareren, secundair = mitraclip
41
Tricuspidalisklepinsufficiëntie
volumebelasting in het rechteratrium en daardoor rechterventrikelfalen.
42
Tricuspidalisklepinsufficiëntie: soorten
primair TI: zeldzaam door endocarditis, ebstein (deformatie klep), leads (pacemaker, ICD), Carcinoïd (hormonaal), prolaps secundair: RV disfunctie/dilatatie
43
Tricuspidalisklepinsufficiëntie symptomen
hartfalen (rechtsstuwen, verhoogde CVD, enkeloedeem), palpitatie door boezemfibrilleren.