Week 19 Flashcards
(39 cards)
Wat is het Codman’s driehoek?
Een kleine driehoek van nieuw bot aan de randen van een verhoging bij een sarcoom
Wat is de meest voorkomende goedaardige bottumor?
Osteochondroom
Welke aandoening wordt ook wel exostose genoemd?
Osteochondroom
Met welke mutaties worden erfelijke exostosen geassocieerd?
Functieverlies van EXT1- en EXT2-gen
Waar ontstaan Enchondromen?
In de medullaire holte
Waar ontstaan Juxtacorticale chondromen?
Ontstaan op het botoppervlak
Bij welke aandoening wordt de histologie gedomineerd door osteoclastomen?
Reuzenceltumor
Welke translocatie wordt gevonden bij het Ewing-sarcoom?
Translocatie (11;22)
Wat betekent het begrip lytisch?
Botvernietigend
Wat betekent het begrip blastisch?
Botvormend
Zijn botmetastasen van een prostaatadenoom vooral lytisch of blastisch?
Blastisch
Wat is de meest voorkomende maligne sarcoom?
Osteosarcoom
Welke soort tumor is NIET gevoelig voor chemotherapie?
Chondrosarcoom
Adamantinoom
Uit welke twee delen bestaat het ICF classificatiesysteem?
Functioneren en factoren
Waar is de ICF classificatie voor bedoeld?
Het registreren van ziekten en diagnosen
Wat houdt “revalidatiegeneeskunde” in?
Specialisme dat zich bezighoudt met het verbeteren van het functioneren van mensen met een tijdelijke of chronische aandoening van het bewegingsapparaat
Wat zijn redenen voor een amputatie?
Vasculaire ziekte, trauma, maligniteit of aangeboren misvorming
Welke drie categorieën van amputatie zijn er?
Gesloten: huidflappen worden gebruikt voor primaire sluiting ; meest voorkomend
Open: alleen toegepast bij ernstige trauma of grote infectie
Guillotine: al het weefsel wordt op hetzelfde niveau afgesneden ; er is uiteindelijk een gesloten amputatie op hoger niveau nodig
Waar wordt de “K-level modifiers” voor gebruikt?
Voor het bepalen van de potentie van een patiënt voor een amputatie
Geef een beschrijving van de K-level modifiers
K0: heeft niet het vermogen of potentie
K1: heeft potentie om prothese te gebruiken op vlakke ondergrond in vast ritme
K2: heeft potentie om te wandelen met kleine milieu barrières
K3: heeft potentie om te wandelen in variabel ritme
K4: heeft potentie voor prothese wandelen die de basis vaardigheden overschrijdt (actief)
Op welke twee manieren kan een socket worden verbonden?
Exoskeletaal: stijve buitenkant met licht vulmiddel
Endoskeletaal: komt vaker voor ; socket wordt met de componenten verbonden d.m.v. pylonen
Welke bottumoren komen voornamelijk voor in de metafyse?
Osteosarcoom
Osteochondroom (exostose)
Aneurysmatische botcyste (ABC)
Welke bottumoren komen voornamelijk voor in de diafyse?
Ewing sarcoom
Adamantinoom
Welke bottumoren komen voornamelijk voor in het axiale skelet?
Chondrosarcoom
Secundaire bottumoren