week 2

Question 1

sensory keenness theorie

Answer 1

Het idee dat intelligentie te meten was in de sensorische kenmerken

Question 2

wat is een tekort in de hedendaagse intelligentietesten

Answer 2

wordt niet getest op aanpassingsvermogen

Question 3

2 aspecten die terugkomen in de definitie van intelligentie

Answer 3

leren en adaptatie

Question 4

Spearman

Answer 4

algmene factor (g) en specifieke factoren (s)

Question 5

algemene factor (g)

Answer 5

functioneert volgens spearman als een soort ‘kracht’ die effect had in de gehele cortex van de hersenen

Question 6

Thurstone

Answer 6

ipv spearman dacht hij dat er groepsfactoren waren

Question 7

primaire mentale vaardigheden

Answer 7

associatief geheugen,
verbaal begrip,
rekenvaardigheden,
perceptuele snelheid,
visueel-spatiele vaardigheden
inductief redeneringsvermogen en woordvloeiendheid

Question 8

vernon

Answer 8

integratie van spearman zijn g en van thurstone zijn groepsfactoren

Question 9

Cattell-Horn-Carroll theorie

Answer 9

stelt dat intelligentie bestaat uit doordringende (stratum III), brede (stratum II) en smalle (stratum I) vaardigheden die gerangschikt zijn

Question 10

Stratum II

Answer 10

fluide intelligentie
gekristalliseerde intelligentie
reactietijd
visueel-spatiele vaardigheden
breed geheugen
auditieve verwerking
cognitieve verwerkingssnelheid
domein-specifieke kennis

Question 11

structure of intellect model (SOI)

Answer 11

guilford
intellectuele vaardigheden opgedeeld in 3 dimensies:
1. operatie
2. inhoud
3. product

Question 12

Theorie van Luria

Answer 12

Allereerst vindt de verwerking plaats op subcorticaal niveau, waar aandacht zit. Daarna wordt er in de sensorische delen van cortex verwerkt. Als laatste wordt de informatie in de frontale kwabben verwerkt, waar plannen plaats vindt en motorische output begint te vormen.

Question 13

in het sensorische cortex gebieden vinden er 2 verschillende vormen van verwerking plaats…

Answer 13

1. simultaneous processing
2. Successive processing

Question 14

PASS-theorie

Answer 14

planning, attention, simultaneous, succesive

Question 15

savants

Answer 15

mensen met een zeer laag intellect die op een specifiek gebied excelleren. (bewijzen theorie van Garder over meerdere intelligenties)

Question 16

triarchische theorie sternberg

Answer 16

succesvolle intelligentie.
- componentiele intelligentie: 1. metacomponenten, 2. prestatiecomponenten, 3. kennisvergaringscomponenten
- ervaringsgerichte intelligentie
- contextuele intelligentie
ontwikkelde de STAT uit dit

Question 17

metacomponenten

Answer 17

executieve processen die de andere onderdelen van intelligentie aansturen

Question 18

prestatie componenten

Answer 18

mentale vaardigheden die ingezet worden om problemen en/ of taken op te lossen

Question 19

kennisvergaringscomponenten

Answer 19

componenten gerelateerd aan het leervermogen

Question 20

wechsler subtesten

Answer 20

informatie, digit span, woordenschat, rekenen, begrip, overeenkomsten, letter-cijfer reeksen, plaatjes afmaken, afbeelding concepten, block design, matrix redeneren, object assembly, coderen, symbolen zoeken, annulering, visuele puzzels, gewichten van figuren

Question 21

indexen

Answer 21

-verwerkingssnelheid index
- werkgeheugen index
- perceptuele redenatie index
- verbaal begrip index

Question 22

verwerkingssnelheid index

Answer 22

symbolen zoeken en coderen

Question 23

werkgeheugen index

Answer 23

digit span en rekenen

Question 24

perceptuele redenatie index

Answer 24

visuele puzzels, matrix redeneren en block design

Question 25

verbaal begrip index

Answer 25

informatie, overeenkomsten en woordenschat

Question 26

routing proceduren

Answer 26

er worden eerst een aantal routing testen afgenomen, die het startpunt van de persoon bepalen voor de verdere testen

Question 27

testen voor vaardigheden baby's

Answer 27

- Neonatal behavioral assesment scale (NBAS) - de Bayley- II test - de Devereux early childhood assessment clinical form

Question 28

beschermende factoren

Answer 28

iniatief, zelfbeheersing en hechting

Question 29

testen van intelligentie voor kleuters

Answer 29

- de differential ability scales II (DAS-II) - de Wechsler Preschool and primary scale of inelligence IV (WPPSI-IV) - de stanford-binet intelligence scales for early childhood