Week 2 Flashcards

1
Q

Beschrijf de drie soorten interventies die ontwikkeld kunnen worden.

A

Primaire preventie: voorkomen
Secundaire preventie: beperking van uitbreiding van de schade
Tertiaire preventie: streven naar het minst stijl bergafwaarts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar of niet waar: amplitie is streven naar verbetering van aandachtspunten.

A

Niet waar, amplitie is juist het focussen op de positieve punten, benutten van de kwaliteiten, daar ligt de aandacht (positieve psychologie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke vier gebieden kunnen oorzaken van stressoren op het werk worden onderverdeeld?

A
  • arbeidsinhoud
  • arbeidsomstandigheden
  • arbeidsvoorwaarden
  • arbeidsverhoudingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
Welk model gaat om een onderscheid tussen welke  werkfactoren het welbevinden blijven verhogen en welke een bepaald maximum bereiken op een gegeven moment?
A Demand-Induced Strain Compensation
B Effort-Reward Imbalance model
C Demand-Control(-Support) model
D Vitamine model
E Person-Enviroment Fit model
F Job-Demands-Resources model
A

D, het vitamine model. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt tussen het CE-patroon waarin factoren een verzadigingsniveau kunnen bereiken, en het AD-patroon waarbij het aanvankelijke positieve effect van een factor naarmate het toeneemt ombuigt naar een negatief effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
Welk model geeft aan dat werkstress verlaagt kan worden door er een passende beloning tegenover te zetten?
A Demand-Induced Strain Compensation
B Effort-Reward Imbalance model
C Demand-Control(-Support) model
D Vitamine model
E Person-Enviroment Fit model
F Job-Demands-Resources model
A

B Effort-Reward Imbalance model.

Dit model staat centraal voor de kern tussen de gestelde taakeisen en de motivatie om die taken te volbrengen. Indien dit in balans is heeft dat een positief effect op de gezondheid. Verder heeft de persoon zelf (motivatie, persoonlijkheid) invloed op waar het balanspunt tussen eisen en beloningen ligt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
Welk model focust ook op het herstellen van werkstress?
A Demand-Induced Strain Compensation
B Effort-Reward Imbalance model
C Demand-Control(-Support) model
D Vitamine model
E Person-Enviroment Fit model
F Job-Demands-Resources model
A

A Demand-Induced-Strain Compensation model.

Dit model stelt dat er op drie gebieden: eisen, herstel en hulpbronnen altijd drie dimensies een rol spelen: hart, hoofd en handen. Dit is het enige model dat ook aandacht besteed aan de mogelijkheid tot herstel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
Welk model maakt een onderscheid tussen de objectieve en subjectieve persoon en situatie?
A Demand-Induced Strain Compensation
B Effort-Reward Imbalance model
C Demand-Control(-Support) model
D Vitamine model
E Person-Enviroment Fit model
F Job-Demands-Resources model
A

E Person-Enviroment-Fit model.

Dit model plaatst drie soorten copingstijlen, vermijdend, probleemgericht en sociale steun zoeken, tussen de subjectieve en objectieve persoon en situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
Stel, een reuzenradmedewerker op de kermis heeft last van depersonalisatie doordat hij steeds naar mensen moet lachen, maar zich eigenlijk van binnen mateloos irriteert. Welk psychosociaal werkmodel past hier dan bij als je in wilt spelen op het voorzien in hulpbronnen op het benodigde gebied?
A Demand-Induced Strain Compensation
B Effort-Reward Imbalance model
C Demand-Control(-Support) model
D Vitamine model
E Person-Enviroment Fit model
F Job-Demands-Resources model
A

A Demand- Induced Strain Compensation model.

Dit model geeft aan dat als een taakeis op een bepaald vlak (bijvoorbeeld hart) veel energie vergt, moet dat op dat gebied ook worden aangevuld. Dus door de emoties daarna te laten gaan, om de depersonalisatie te verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
Nina is een medewerker van een parfumerie en krijgt veel vrijheid in haar werk. Toch loopt het niet soepel, ze heeft zo weinig verantwoordelijkheden, er is gewoon niets aan zo. Welk psychosociaal werkstressmodel sluit goed aan op de situatie van Anna door haar meer taakeisen toe te kennen?
A Demand-Induced Strain Compensation
B Effort-Reward Imbalance model
C Demand-Control(-Support) model
D Vitamine model
E Person-Enviroment Fit model
F Job-Demands-Resources model
A

C Demand Control(-Support) model.

Dit model houdt verband met de optimale spanningsboog. Nina wordt nu onderprikkeld doordat ze veel ruimte krijgt maar weinig taken om die ruimte mee in te vullen. Haar werk zal, volgens dit model, uitdagender worden gemaakt als ze meer taakeisen/verantwoordelijkheden krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de twee patronen die in het Vitamine model naar voren komen?

A

CE: Constant Effect, omhoog totdat er een verzadigingsniveau wordt bereikt.
AD: Additional Decrement: omhoog totdat er een punt wordt bereikt waarna het te veel wordt en de geestelijke gezondheid omlaag gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar of niet waar: salaris is een voorbeeld van een AD-effect (vitaminemodel).

A

Niet waar, salaris is een voorbeeld van een CE effect omdat je niet ontevreden wordt als je te veel verdiend, maar wel minder tevreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar of niet waar: feedback is een voorbeeld van een CE-effect.

A

Niet waar, feedback volgt een AD-patroon. Omdat teveel feedback kan lijden tot een verminderde geestelijke gezondheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly