Week 2 Burgerlijk recht 2 Flashcards

1
Q

Wat vloeit er voort uit HR: Kantharos van Stevensweert?

A

Dat het risico dat een zaak na de koop/verkoop meer waard blijkt te zijn, voor risico komt van de verkoper.
(dit kan onder omstandigheden anders zijn)
Dit betekent dat een beroep op dwaling in zo’n geval niet slaagt indien beide partijen van de eigenlijke waarde niets wisten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem gevallen van mededelingen van de wederpartij die geen grond geven voor een dwalingsactie.

A
  1. ‘aanprijzingen in algemene bewoordingen. 2. mededelingen in vorm van een eigen mening kunnen niet zonder meer een dwalingsactie rechtvaardigen.
  2. Te vage mededeling om op te vertrouwen; als de verkoper tijdens onderhandelingen over de verkoop van een huis zegt, dat het pand ‘bij zijn weten’ niet in een bestemmingsplan valt. De koper mag hierop niet zonder meer afgaan, omdat deze mededeling te vaag is om op te vertrouwen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

is voor dwaling kwader trouw van de niet-dwalende partij nodig in geval van mededeling ?

A

Een beroep op dwaling is mogelijk indien de onjuiste inlichtingen te goeder trouw zijn gegeven, ook al spreekt art. 6:228 lid 1 over ‘te wijten aan de wederpartij’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit vloeit de onderzoeksplicht van de dwalende partij bij dwaling voort?

A

De onderzoeksplicht van de dwalende is niet uitdrukkelijk in art. 6:228 lid 1 opgenomen maar vloeit voort uit de in lid 2 genoemde verkeersopvattingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke richtlijnen zijn er genoemd ter beoordeling van de verhouding tussen de onderzoeksplicht en de mededelingsplicht bij dwaling?

A
  1. Een eerste richtlijn volgt uit het Bans/Riezenkamp-arrest (nr. 164): de omvang van de onderzoeksplicht wordt mede hierdoor bepaald, dat men in de regel mag afgaan op de juistheid van door de wederpartij gedane mededelingen (art. 6:228 sub a). Wie een onjuiste mededeling doet, kan zich er in beginsel niet op beroepen, dat de dwalende zelf op onderzoek had moeten uitgaan. Voorwaarde is dan wel dat de dwalende op deze mededelingen mocht afgaan.
  2. Een tweede richtlijn die hiermee samenhangt is, dat iemand die zijn mededelingsplicht schendt (zwijgt waar spreken plicht is, art. 6:228 lid 1 sub b) zich in het algemeen niet kan beroepen op het ontbreken van onderzoek bij de dwalende.
  3. De derde richtlijn is, dat in het algemeen gesproken bij gevallen van wederzijdse dwaling de nadruk meer op de onderzoeksplicht zal liggen dan bij gevallen van eenzijdige dwaling. De wederzijdse dwaling he wederpartij niet aan de dwaling bijgedragen: in die gevallen ligt een zwaardere rol van de onderzoeksplicht meer voor de hand.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij alle vormen van dwaling is nodig dat de wederpartij wist dat de dwalende bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst waarschijnlijk niet zou sluiten. Hoe wordt het kenbaarheidsvereiste toegepast bij wederzijdse dwaling?

A

De wet creëert hier een fictie: indien de wederpartij de juiste stand van zaken zou hebben gekend, had deze dan moeten begrijpen dat de dwalende de overeenkomst niet zou hebben gesloten? Luidt het antwoord bevestigend, dan is aan het kenbaarheidsvereiste voldaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk artikel is het bekijken waard indien je achteraf spijt krijgt van een overeenkomst door omstandigheden ingetreden ná het sluiten van die overeenkomst?

A

art. 6:258 BW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is het mogelijk om een beroep op dwaling contractueel uit te sluiten?

A

In principe wel, maar bij de consumentenkoop is de uitsluiting van een beroep op dwaling niet mogelijk wegens het bepaalde in art. 7:6. Komt een dergelijk beding voor in algemene voorwaarden, dan kan het worden getoetst aan art. 6:233 onder a.
verder kan de redelijkheid en billijkheid in de weg staan van zulke contractuele uitsluiting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

maakt het qua resultaat uit of een consument zich beroept op wilsgebreken of oneerlijke handelspraktijken?

A

Met beide kan hetzelfde resultaat worden bereikt. Via de weg van wiIsgebreken kan hij van de overeenkomst afkomen door deze te vernietigen en daarnaast kan hij aanvullende schadevergoeding vorderen als voldaan is aan de vereisten van art. 6:162. Via de weg van de oneerlijke handelspraktijken heeft hij naast schadevergoeding op grond van art. 6:193j lid 3 de mogelijkheid om de overeenkomst te vernietigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly