Week 2: Pols en hand Flashcards
Inflammatoire aandoeningen, pijn, sportgeneeskunde, spier (109 cards)
1
Q
Zet de carpalia in de juiste volgorde te beginnen met de proximale rij van radiaal naar ulnair en vervolgens de distale rij van radiaal naar ulnair.
A
os scaphoideum
os lunatum
os triquetrum
os trapezium
os trapezoideum
os capitatum
os hamatum
2
Q
Wat is de Latijnse benaming voor een gewricht waarbij het materiaal of weefsel tussen de botten bestaat uit bindweefsel, zoals bij de syndesmosis tussen fibula en tibia?
A
Junctura fibrosa
3
Q
Wat voor soort gewricht is het ellebooggewricht?
A
articulatio composita
4
Q
Bij een patiënt wordt geconstateerd dat er zich bloed in het ellebooggewricht bevindt. Om het gewricht te puncturen kan het beste geprikt worden vanuit een bepaalde richting waarbij de kans op neurovasculaire schade het kleinst is.
Vanuit welk richting is dit?
A
radiaal
5
Q
Wat zijn de twee functies van de m. biceps brachii?
A
Flexie elleboog
Supinatie onderarm
6
Q
Hoe heet het botuitsteeksel aan de dorsale zijde van de distale radius net mediaal van de pees van de m. extensor pollicis longus?
A
Tuberculum van Lister
7
Q
Voor welk spier vormt het tuberculum van Lister een katrol voor?
A
m. extensor pollicis longus
8
Q
- Tuberculum van lister bevindt zich op de ulna
- Tuberculum van lister bevindt zich op het os metacarpale III
- Tuberculum van lister bestaat uit kraakbeen
- Tuberculum van lister vormt de origo van een deel van de m. extensor digitorum
- Tuberculum van lister vormt een goot waar de n. radialis superficialis doorheen loopt
Kloppen deze beweringen?
A
Nee geen enkele van deze beweringen klopt.
9
Q
Hoe wordt deze beweging genoemd?
A
Radiaal deviatie
10
Q
Hoe wordt deze beweging genoemd?
A
Ulnaire deviatie
11
Q
Een 55-jarige rechts dominante vrouw kan sinds enkele maanden haar rechter ringvinger in de ochtend niet meer strekken zonder hulp van de andere hand. Bij passief strekken van de vinger voel je een knobbeltje volair proximaal van het MCP gewricht, dat verschuift met een pijnlijke klik.
Welke anatomische structuren zijn betrokken bij dit beeld? (Trigger finger/tenosynovitis stenosans)
A
- A1 Pulley
- Flexor digitorum superficialis
- Flexor digitorum profundus
12
Q
Welke spier wordt aangegeven?
A
m. flexor carpi ulnaris
13
Q
Welke spier wordt aangegeven?
A
m. pronator teres
14
Q
Welke spier is dit?
A
M. Supinator
15
Q
Welke spier is dit?
A
M. Supinator
16
Q
Welke eigen naam is aan deze fractuur verbonden? Gebruik één woord
A
Galeazzi
17
Q
Geef aan wat het groene onderdeel is
A
Capitulum humeri
18
Q
Onderstaande afbeelding toont de laterale en PA röntgenfoto’s van een patiënt met een polsfractuur. Er zijn verschillende radiologische termen om de fractuur te omschrijven. Benoem 3 termen.
A
- Radiaaldeviatie
- Verkorting
- Comminutief
19
Q
Benoem structuur 6
A
Os capitatum
20
Q
Onderstaande afbeelding toont een coronale MRI opname van de pols.
Welke structuur wordt aangegeven met de pijl?
A
Os trapezoideum
21
Q
Welke zenuw innerveert de m. brachialis?
A
nervus musculocutaneus
22
Q
Welke zenuw is aangedaan bij deze patient die gevraagd wordt om een vuist te maken?
A
N. medianus
23
Q
Welke zenuw is aangedaan?
A
N. Radialis
24
Q
Welke zenuw is aangedaan?
A
N. Ulnaris
25
Wanneer een patiënt een gevoelsstoornis aangeeft aan de ventrale zijde van de wijsvinger kan er sprake zijn van uitval van een zenuw.
**Welke zenuw is er dan aangedaan?
**
N. medianus
26
Welke zenuw innerveert de musculus triceps brachii?
N. radialis
27
Welke zenuw innerveert de musculus triceps brachii?
Nervus radialis
28
Welke functie van de onderarm is het belangrijkst bij het schrijven? Gebruik één woord
Pronatie
29
Wat is de beste verklaring voor de luxatiestand van het distale radio-ulnaire (DRU) gewricht?
A Direct letsel van het DRU
B Het os lunatum duwt de ulna weg
C Tractie door de m. flexor carpi radialis en m. extensor carpi radialis
D Lengteafname door de hoekstand van de gebroken radius bij intacte ulna
Lengteafname door de hoekstand van de gebroken radius bij intacte ulna (D)
30
De behandelend orthopedisch chirurg voert een open repositie en plaatosteosynthese van de radius fractuur uit omdat deze graag twee doelen wil bereiken met de operatie.
Welke twee doelen zijn dit?
Doel 1: Opheffen van de luxatie van DRU
Doel 2: Een volledige functie, met name pronatie/supinatie, van de onderarm
31
Welke drie anatomische structuren zijn zeker, tenminste deels, beschadigd?
* Membrana interossea
* Kapsel distale radio-ulnaire gewricht
* Triangulaire Fibro-Cartilagineuze Complex (TFCC)
32
Geeft een TFCC scheur pijnklachten aan de ulnaire of radiale zijde van de pols.
Ulnaire zijde
33
Kan een kijkoperatie van de pols een scheur van het TFCC in beeld brengen?
Ja
34
Welke twee beweringen over de diagnose CRPS zijn juist?
A Wordt bevestigd d.m.v. 3-fasen skeletscintigrafie
B Wordt gesteld o.b.v. klinische criteria
C Wordt gesteld o.b.v. echografisch onderzoek
D Het is een gecombineerde aandoening van een auto inflammatie en het centrale zenuwstelsel
E Wordt bevestigd d.m.v. bloedonderzoek
F Het kent een pathofysiologie met duidelijke psychologische/psychiatrische determinanten
Welke twee beweringen over de diagnose CRPS zijn juist?
B Wordt gesteld o.b.v. klinische criteria
D Het is een gecombineerde aandoening van een auto inflammatie en het centrale zenuwstelsel
35
Komt Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS) vaker voor bij mannen of vrouwen?
Vrouwen
36
Klopt het dat voor het stellen van de diagnose CRPS 1 is een positieve 3-fasen technetium scan bevestigend is?
Nee
37
Klopt het dat bij CRPS 1 er sprake is van aantoonbare zenuwschade.
Nee dat is CRPS-2
38
Klopt het dat CRPS niet altijd een spontaan gunstig verloop heeft
Ja
39
Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS) is een complicatie die kan optreden na chirurgie of na een trauma.
Klopt het dat psychologische factoren een rol spelen in het ontstaan en onderhouden van CRPS.
Nee
40
Wat is een Monteggia fractuur?
een fractuur van de ulnaschacht en een luxatie van de radiuskop
41
Wat is een Galeazzi fractuur?
een fractuur van de radiusschacht met een luxatie in het distale radio-ulnaire gewricht
42
De onderarm is onder te verdelen in verschillende compartimenten. Het diepe volaire compartiment bevat enkele structuren (3). Welke zijn dit?
1. M. flexor digitorum profundus
2. M. flexor pollicis longus
3. M. Pronator quadratus
43
De onderarm is onder te verdelen in verschillende compartimenten. Het oppervlakkig volaire compartiment bevat enkele structuren (5). Welke zijn dit?
1. M. flexor carpi ulnaris
2. M. flexor carpi radialis
3. M. flexor digitorum superficialis
4. M. pronator teres
5. M. palmaris longus
44
Op welk bot van de arm insereren de belangrijkste pronatoren en supinatoren?
Radius
45
Voordat van een compartimentsyndroom gesproken wordt moet een bepaalde druk overschreden worden.
Welke druk is dit?
Capillaire perfusiedruk
46
Een compartimentsyndroom kan ontstaan door externe restrictie van het compartiment. Verschillende oorzaken kunnen hieraan ten grondslag liggen.
**Noem twee EVIDENT VERSCHILLENDE oorzaken van deze externe restrictie.
**
1. Spalk, circulair gips of verband
2. Circulaie 3e graads brandwond
3. Gelokaliseerde compressie
4. Military antishock trousers (MAST)
5. Strakke skischoenen/rijlaarzen
47
Hoe is de organisatie van vezels in **pezen** en wat is het gevolg daarvan op de stijfte en sterkte?
Hoe is de organisatie van vezels in **ligamenten** en wat is het gevolg daarvan op de stijfte en sterkte?
Pezen zijn voornamelijk samengesteld uit dicht op elkaar gepakte collageenvezels die parallel zijn uitgelijnd, wat zorgt voor een hoge
treksterkte en stijfheid.
Ligamenten daarentegen hebben een complexere opstelling van collageenvezels die met elkaar verweven zijn,
waardoor ze flexibiliteit en ondersteuning aan gewrichten kunnen bieden
48
Wat is de functie van dystrofine?
het versterken van de celmembraan van de spiervezel
49
Wat is de functie van het costameer?
Het verbinden van de sarcomeren met de extracellulaire matrix
50
Uitlopers van de diepe fascie richting het bot zorgen ervoor dat spiergroepen met een bepaalde innervatie en functie in een compartiment zitten.
**Wat is de medische benaming van deze uitloper tussen twee spieren of spiergroepen?
**
septum intermusculare
51
Welke twee pezen bevinden zich in de 1e extensorloge van de pols?
1. M. extensor pollicis brevis (m. EPB)
2. m. abductor pollicis longus (m. APL)
52
De bodem van de anatomische snuifdoos wordt gevormd door één van de carpalia.
Welk bot is dit?
Os scaphoideum
53
Een 27-jarige vrouw heeft sinds enkele weken toenemende klachten van de rechterduim na de bevalling van een gezonde baby. Ze ervaart pijn bij het optillen van haar baby en heeft drukpijn ter hoogte van de 1e extensorloge, evenals pijn bij strekken van de duim tegen weerstand ter hoogte van de 1e extensorloge. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
Ziekte van Quervain
54
Welke zenuw is "at risk" bij een operatie waarbij de 1e extensorloge wordt geopend voor de behandeling van morbus de Quervain?
n. radialis superficialis
55
Welke drie structuren bevinden zich in de carpale tunnel?
A a. ulnaris
B pezen m. flexor digitorum superficialis
C pees m. flexor pollicis brevis
D n. medianus
E a. radialis
F n. ulnaris
G pees m. flexor pollicis longus
A a. ulnaris
**B pezen m. flexor digitorum superficialis**
C pees m. flexor pollicis brevis
**D n. medianus**
E a. radialis
F n. ulnaris
**G pees m. flexor pollicis longus**
56
Welke drie structuren bevinden zich NIET in de carpale tunnel?
A arteria ulnaris
B arteria radialis
C nervus medianus
D nervus radialis
E pezen van de m. flexor digitorum superficialis
F pezen van de m. flexor digitorum profundus
**A arteria ulnaris
B arteria radialis**
C nervus medianus
**D nervus radialis**
E pezen van de m. flexor digitorum superficialis
F pezen van de m. flexor digitorum profundus
57
Een 32-jarige, rechtsdominante vrouw, zes maanden zwanger van haar eerste kind, heeft sinds een maand last van toenemende tintelingen in haar rechterhand. Ze ervaart tintelingen 's nachts en ook tijdens activiteiten zoals boodschappen doen en fietsen. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)
58
Hoe heet een pols met artrose als gevolg van een letsel van het scapholunaire ligament?
SLAC-wrist
59
Bij een scapholunaire dissociatie (SL-letsel) treden er specifieke bewegingen op van het os scaphoideum en het os lunatum.
Welke bewegingen zijn juist?
* Scaphoideum-flexie
* Lunatum-extensie
60
Wat is de medische benaming voor avasculaire necrose van het os lunatum?
De ziekte van Kienböck
61
Is de kans op avasculaire necrose van het os scaphoideum groter bij een proximale of bij een distale fractuur?
De kans is groter bij een proximale dan bij een distale fractuur
62
Wat is het effect van een synostose tussen de radius en ulna op pronatie en supinatie?
De pronatie en supinatie zijn afwezig.
63
Wat zijn de mogelijke oorzaken van een synostose tussen de radius en ulna?
Een synostose tussen de radius en ulna kan aangeboren of posttraumatisch zijn.
64
Een 29-jarige, linksdominante verpleegkundige meldt zich op de SEH na het stoten van zijn rechter middelvinger tijdens het opmaken van bedden. Hij voelt een knakje en kan zijn rechter middelvinger niet meer goed strekken. Bij onderzoek zie je een hematoom ter hoogte van het DIP-gewricht. Een röntgenfoto toont geen afwijkingen.
Wat is de diagnose en de juiste behandeling?
Diagnose: Mallet vinger
Behandeling: langdurige spalk behandeling
65
Je bent spoedeisende hulp arts. Je ziet een geneeskundestudent die als student-assistent werkt op een afdeling van jouw ziekenhuis. Hij heeft met het opmaken van het bed zijn rechter ringvinger bezeerd. Hij kan de top van de vinger niet meer actief strekken.
Welke anatomische structuur is geruptureerd bij dit letsel?
Eindslip of terminale slip van de (musculus) extensor (digitorum) van de vinger
66
Een 18-jarige rechtshandige kapster heeft sinds een maand toenemende pijnklachten van haar rechter pols, vooral bij beweging van de duim. De werkdruk is sinds 3 maanden fors toegenomen. Bij lichamelijk onderzoek vind je een zeer pijnlijke zwelling aan de radiale zijde van de pols. Extensie van de duim tegen weerstand is pijnlijk.
Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?
Morbus Quervain
67
Een 66-jarige rechtshandige vrouw heeft klachten van haar rechterduim, vooral na twee dagen oppassen op haar eerste kleinkind. Bij onderzoek geeft ze klachten aan ter hoogte van de basis van de duim en in het verloop van de extensoren.
Welke diagnose hoort niet in de differentiaal diagnose?
morbus Dupuytren
68
Welk röntgenkenmerk past beter bij reumatoïde artritis dan bij artrose?
A erosies
B gewrichtsspleetversmalling
C osteofytvorming
D sclerosis
A erosies
B gewrichtsspleetversmalling → komt voor bij artrose
C osteofytvorming → komt voor bij beiden, maar vaker bij artrose
D sclerosis → komt voor bij meerdere ziektebeelden niet specifiek voor RA
69
Welke van de volgende kenmerken geldt voor reumatoïde artritis (RA)?
A gaat gepaard met een normale bezinking
B komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen
C in de hand zijn typisch de DIP gewrichten aangedaan
D wordt gekenmerkt door langdurige ochtendstijfheid
wordt gekenmerkt door langdurige ochtendstijfheid
70
71
In welk gewricht van de pols-hand komt artrose het meest frequent voor?
CMC1 / Duimbasis
72
Een 60-jarige man met een voorgeschiedenis van artrose in zijn rechterpols heeft zijn pols verdraaid bij het openen van een bovenraam. Hij heeft nu een ernstig pijnlijke, rode en gezwollen rechterpols. Je doet een punctie van het polsgewricht en laat het vocht onderzoeken. Wat is de meest waarschijnlijke bevinding?
Calcium pyrofosfaat kristallen
73
Bij een hypotrofische avasculaire pseudo-artrose ontbreekt een radiologisch kenmerk van een normale indirecte of secundaire fractuurgenezing.
Welk kenmerk ontbreekt?
Callus
74
Welke substantie van de matrix van het gewrichtskraakbeen gaat als eerste verloren bij artrose?
glycosaminoglycanen (GAG’s)
75
Veranderingen in weefsel ten gevolge van artrose kunnen met de microscoop waargenomen worden.
Wat is de eerste microscopische verandering die zichtbaar wordt?
verlies van glycosaminoglycanen (GAG)
76
De vijf verschijnselen die karakteristiek zijn voor artrose zijn:
1. Fissuurvorming aan het kraakbeenoppervlak
2. Kraakbeen erosie vanuit het midden van het gewrichtsvlak
3. Botvorming aan het gewrichtsoppervlak (eburnatie)
4. Vorming van osteophyten
5. Vorming van subchondrale cysten.
77
Je bent huisarts. Op je spreekuur komt een man van 60 jaar. Je kent hem met hypertensie, waarvoor hij hydrochloorthiazide en enalapril krijgt. Verder is hij in het verleden bekend met astma als kind en heeft u hem regelmatig behandeld voor erysipelas. Verder neigt patiënt
naar alcohol abusus. Hij komt nu met koorts en een zeer pijnlijke gezwollen knie. Je wilt de vier risicofactoren voor jicht identificeren in deze casus.
**Welke vier risicofactoren zijn dit?
**
Man
Leeftijd
Gebruik hydrochloorthiazide
Alcohol abusus
78
Behandeling van Jicht?
Behandeling: Xanthine oxidase remmers geven (allopurinol)
79
Hoe heet deze plek?
80
Benoem 1-3
1. m. extensor digitorum
2. m. extensor digitor minimi
3. m. extensor carpi ulnaris
81
Benoem 1-5
1. M. Pronator teres
2. M. Flexor digitorium superficialis
3. M. Flexor carpi radialis
4. M. Flexor carpi ulnaris
5. M. Palmaris longus
82
1. adductor pollicis
2. abductor pollicis brevis
3. flexor pollicis brevis
4. opponens pollicis
5. opponens digiti minimi
6. flexor digiti minimi
7. abductor digiti minimi
83
Welke spieren heb je nodig voor vingers sluiten?
mm. interosseus palmares
84
Welke spieren heb je nodig voor vingers spreiden?
mm. interosseus dorsales
85
Welke zenuw is dit?
n. ulnaris
86
# 1.
Benoem deze structuren
87
Welke zenuw is uitgevallen?
N. medianus uitval
88
Welke zenuw is uitgevallen?
N. radialis uitval
89
Dit is de Froment test. Voor welke zenuwuitval wordt deze gedaan?
N. ulnaris
90
Welke zenuw is uitgevallen?
N. ulnaris
91
Wat is de dorsale begrenzing en wat is de palmaire begrenzing van de anatomische snuifdoos?
Dorsale begrenzing:
* extensor pollicis longus (EPL, 3e extensorloge)
Palmaire begrenzing:
* abductor pollicis longus (APL)
* Extensor pollicis brevis (EPB)
1e extensorloge
92
Wat voor invloed heeft vitamine D op de calcium-fosfaat huishouding?
* Calcium: verhoogt
* Fosfaat: verhoogt
93
94
Wat voor invloed heeft PTH op de calcium-fosfaat huishouding?
* Calcium: verhoogt
* Fosfaat: verlaagt
95
Wat voor invloed heeft FGF23 op de calcium-fosfaat huishouding?
* Fosfaat: verlaagt
95
Wat voor invloed heeft Calcitonine op de calcium-fosfaat huishouding?
* Calcium: verlaagt
96
Wat zijn de 3 redenen om urinezuurverlagende therapie te geven bij een patient met jicht?
* >3 aanvallen per jaar
* tophi
* erosieve schade
97
Wat is de eerste keus voor urinezuur verlagende therapie?
Allopurinol, het remt productie van urinezuur.
97
98
Hoe ziet de sensibiliteit van je hand ventraal en dorsaal eruit?
99
Welke 2 vormen van botvorming ken je?
1. Endochondrale ossificatie
2. Desmale/membraneuze ossificatie
| ossificatie= botvorming
100
# *
Wat zie je hier?
Endochondrale botvorming
## Footnote
Dit is hyalien kraakbeen dat geleidelijk wordt vervangen door botweefsel.
101
Wat zie je hier?
Desmale/membraneuze botvorming
## Footnote
Mesenchymale cellen differentieren naar osteoblasten en worden omgeven door botmatrix en worden osteocyten.
102
# 1.
Welke celtype zie je hier?
Osteoblast
* Ontstaat door differentiatie van mesenchymale stamcel
* Productie van osteoid, ongemineraliseerd botmatrix
103
Welke celtype zie je hier?
Osteoclast
* Zorgen voor afbraak bot
* Resorptie gemineraliseerd bot
* Secretie van H+ ionen en collagenase
104
Wat is de oorzaak van rachitis en osteomalacie?
absoluut of relatief tekort aan actief (1,25-dihydroxy) vitamine D(3)
105
Wat zijn de oorzaken van verminderde urinezuur secretie?
1. nierinsufficientie
2. medicatie (diuretica)
3. alcohol abusus
4. idiopathisch
106
Behandeling van acute jicht aanval?
* Rust
* ijspakkingen
* NSAID/prednison stootkuur
* Colchicine
* Intra-articulaire corticosteroiden
107
