Week 4 Flashcards
(41 cards)
Wat is motivatie?
Motivatie gaat over de vraag: waarom doen mensen wat ze doen?
Het gaat er dus mo dat je bereid bent om iets te doen (dus dat je in beweging komt), maar ook omdat je gericht bent op iets. Je wilt iets bereiken
Vier onderdelen die een rol spelen bij motivatie:
- gestelde doelen
- gedrag (engagement/zelfregulatie)
- omgeving
- Verwachtingen
“Vroege” theorieën van motivatie:
- Drive theorieën
- Behavioristische theorieën
- Cognitivistische theorieën
(Vroege theorieën over motivatie)
Wat zijn drive theorieën?
Deze theorieën zijn gebaseerd op het idee dat motivatie voortkomt uit ‘drives’/driften. VB: psychoanalytische theorieën van Freud. Het idee hierachter is dat alles voortkomt uit biologische driften/basisbehoeften: VB: eten, veiligheid, etc.
->oorsprong van motivatie zijn biologische driften
(Vroege theorieën over motivatie)
Wat zijn de behavioristische theorieën over motivatie?
Deze theorieën gaan er van uit dat al het gedrag geconditioneerd en dus aangeleerd is van dingen van buitenaf: motivatie komt dan ook voort stimuli van buitenaf. Motivatie komt voort uit het willen vermijden van een straf en het willen krijgen van een beloning.
(Vroege theorieën over motivatie)
Wat zijn de cognitivistische theorieën over motivatie?
Cognitivisten kijken naar wat er in je hoofd gebeurd: in je hoofd kun je bepaalde doelen visualiseren. Bij cognitivistische theorieën wordt er dan ook heel erg gekeken naar hoe graag jij dat doel wil bereiken. Daarnaast wat jouw verwachtingen zijn bij het behalen van het doel.
->cognitivistische theorieën komen voort uit hoe belangrijk je het doel vindt (waarde van het doel) en de verwachting die je hebt bij het bereiken van dit doel (VB: expectancy value theorie= waarde-verwachtingstheorie)
De opkomst van nieuwe theorieën over motivatie kwam doordat…
de vroege theorieën te weinig verklaring geven voor de intrinsieke motivatie (= iets dat je heel graag wilt bereiken puur omdat je het gewoon graag wilt/leuk vindt/interessant vindt)
->behoeftetheorieën
Onderdelen van de hiërarchie van Maslov (behoefte piramide):
- Physiological needs
- Safety needs
- Social needs
- Esteem needs
- Self-actualisation
Werking van Maslov’s piramide is..
De behoeften aan de piramide moeten eerst voldaan zijn voordat de volgende behoeftes vervuld kunnen worden:
Fysiologische behoeften-> veiligheidsbehoeften ->sociale behoeften-> eigenwaarden -> zelfontplooiing.
Waarin lijkt de behoeftetheorie op de zelfdeterminantietheorie en prestatiedoelentheorie?
In het opzicht dat mens van nature een eigen wil heeft en dat de mens behoefte heeft om zichzelf te ontplooiien/ontwikkelen en om dingen te ontdekken.
Wat is de zelfdeterminatietheorie?
Het gaat hier om doelen. Intrinsieke en extrinsieke motivatie wordt hierin onderscheiden. De hoofdzaak van zelfdeterminantietheorie is dat het doel dat behaald wilt worden vanuit eigen wil komt. VB: jij wilt je bachelor halen en niet vanwege andere factoren (zoals ouders). Daarnaast wordt de theorie onderscheiden:
-Externe regulatie (Beloning, straf, negatieve gevolgen)
-Geïntrojecteerde regulatie (schaamte eigenwaarde)
-> Gecontroleerde motivatie -> Dit zit aan het ‘moeten’ kant van het
balans tussen moeten en willen
-Geïdentificeerde regulatie (je vindt het belangrijk)
-Intrinsieke regulatie (je vindt het leuk)
-> Autonome (zelf gedetermineerde) motivatie -> dit zit aan het
‘willen’ kant van het balans tussen moeten en willen
Wat is externe motivatie/regulatie?
Je doet iets vanwege de beloning/straf. Het komt van buiten af.
(Deels behavioristisch perspectief van motivatie, doordat het gebaseerd is op beloning/straf)
(Gecontroleerde motivatie)
Wat is geïntrojecteerde regulatie/motivatie?
Je doet iets vanwege schaamte/eigenwaarde. Dit komt meer van binnenuit: je gaat iets doen voor schaamte/eigenwaarde. Je denkt erbij na over wat anderen van jou zal denken. Het gevoel komt wel van binnen, maar je denkt na over wat anderen van je zullen denken. Het komt dus deels van binnen, maar niet compleet.
(Gecontroleerde motivatie)
Wat is geïdentificeerde regulatie/motivatie?
Je vindt het belangrijk. Je werkt naar je doel toe, omdat jijzelf het belangrijk vindt.
(Autonome (zelf gedetermineerde) motivatie)
Wat is intrinsieke regulatie/motivatie?
Je vindt het leuk. Je voelt je getrokken tot het doel.
Autonome (zelf gedetermineerde) motivatie
Wat is het probleem van gecontroleerde motivatie?
Gecontroleerde motivatie is afhankelijke van de mensen en de omgeving van het individu. Dit is een probleem, want zodra de mensen en de omgeving veranderd, dan veranderd de motivatie ook.
Wat is prestatiedoelentheorie/achievement goal theory (Ames, Elliot, Nichols, Dweck)?
Deze theorie is gebaseerd op behoeftetheorieën, want het gaat uit van de behoefte aan competentie, maar deze theorie zegt ook ‘mensen verschillen in hoe ze kijken naar hun competentie’. De theorie onderscheid twee dingen: taakdoelen (leerdoelen) en prestatiedoelen (egodoelen).
Wat zijn taakdoelen? (Van prestatiedoelentheorie)
Taakdoelen is het ontwikkelen van competentie en om het vergelijken van jezelf met de taakcriteria. Je kijkt of jij beter wordt en je vergelijkt jezelf dus met jezelf.
Wat zijn prestatiedoelen? (van prestatiedoelentheorie)
Prestatiedoelen is het demonstreren van competentie en om het vergelijken van jezelf met anderen. Je kijkt of jij het beter of net zo goed kan doen als anderen.
Vergelijking van prestatiedoelentheorie en zelfdeterminatietheorie is…
dat taakdoelen heel erg lijken op intrinsieke motivatie. De prestatiedoelen lijken meer op extrinsieke motivatie/ veel meer gericht op anderen.
Wat is een vermijdingsoriëntatie?
Als jij vooral bang blijkt en eigenlijk wilt voorkomen dat jij slechter wordt gezien dan anderen.
Wat is een toenaderingsoriëntatie?
Als jij graag de beste wilt zijn en die graag wilt laten zien.
Taakdoelen en prestatiedoelen kruisen met toenadering en vermijding.
(dus je vergelijkt de vier soorten motivatie met elkaar en wat je eruit krijgt)
Dit wordt ook wel het 2x2 model genoemd. Wat krijg je per kruising?
Taakdoel + toenadering= Leergericht. “Ik vind het fijn wanneer ik met dit vak iets nieuws heb geleerd.”
Taakdoel + vermijding= Leervermijdend. “Ik ben band dat ik niet alles zal leren wat er te leren valt in dit vak.”
Prestatiedoel + toenadering= Prestatiegericht. “Ik vind het leuk om voor dit vak het beste cijfer van de klas te halen.”
Prestatiedoel + vermijding= Prestatievermijdingsdoelen. “Een leerling wil vermijden dat hij os zij minder slim lijkt dan anderen.”
Welke soorten verwachtingen zijn er volgens Agresti, et al. ?
- Effectiviteitsverwachting (Self-efficacy: Bandura)
- Uitkomstverwachting