Week 4 Flashcards

(71 cards)

1
Q

Welke bevolkingsonderzoeken worden er gedaan?

A
  • baarmoederhals kanker
  • borstkanker
  • dikke darm kanker, enige waar ook mannen aan mee doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe veel mensen per jaar met dikke darm kanker?

A

5000 dus na borstkanker meest voorkomend en na longkanker meeste doden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer heb je het grootste risico op dikke darm kanker?

A

tussen de 55 en 75 jaar en nu is er een toename onder de 50 we denken dat dit ligt aan de risicofactoren en de rol van het microbioom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ontstaat dikke darmkanker?

A

Uit een poliep waar dan een mutatie is geweest op het APC gen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet het als je bij de geboorte al poliepen hebt?

A

familiare adenomateuze polyposis
Dit verwijderen we dan rond 20e

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn risicofactoren van dikke darm kanker?

A
  • alcohol en roken
  • overgewicht
  • weinig beweging
  • voeding –> onvoldoende vezels en rood/bewerkt vlees
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel vlees en rood vlees mag je eten?

A

500 g en 300 rood vlees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar is de meeste dikke darm kanker en waarom is dit belangrijk?

A

meeste links en belangrijk voor de screening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn symptomen van colonkanker?

A
  • buikpijn
  • bloedverlies –> aambeien erbij en macroscopisch
  • veranderd ontlastingspatroon
  • begin nog geen gewichtsverlies maar kan wel al heftige tumor hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe bevestig je colonkanker?

A
  • colonscopie, wel belangrijk dat je zeker weet dat je bij het begin bent dus even bevestigen met mercedes sign, dunne darm en binnenkant appendix
  • biopt nemen: zeker kanker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe doe je de stadiering?

A

Met TNM:
T: locale diepte penetratie in/ door darmwand of in de mucosa/ submucose/ spierlaag/ in omringende structuur
N: lokale kliermeta’s
M: metastasen op afstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verloopt de screening bij dikke darm kanker?

A
  • ontlasting testen met FIT test, deze doet het eigenlijk erg slecht maar is makkelijk uit te voeren dus veel mensen doen het
  • ct
  • colonscopie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoeveel weegt de lever?

A

1500g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat meten we als we willen kijken naar de functie van de lever?

A

albumine en stollingsfactoren want de lever synthetiseert dit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is IBD?

A

een chronische darm ontsteking:
- colitis ulcerose
- ziekte van crohn
- IBD unclassified

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel IBD patienten in NL?

A

90000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat hebben mensen met IBD een verhoogd risico op?

A

coloncarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn klinische verschijnselen van de ziekte van Crohn?

A
  • buikpijn, diarree, vermoeid, bloedverlies
  • fistelvorming
  • perianale ziekte en proximale ziekte
  • malabsorptie
  • extra- intestinale manifestaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe heet colitis ulcerosa als het alleen in het rectum zit?

A

procitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn klinische verschijnselen van colitis ulcerosa?

A
  • diarree
  • bloed en slijm
  • toename defectiedrang
  • algemene ziekteverschijnselen zoals koorts, - anorexie en vermagering
  • pijnlijke darmkrampen voor defecatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn klinische verschijnselen van colitis ulcerosa?

A
  • diarree
  • bloed en slijm
  • toename defectiedrang
  • algemene ziekteverschijnselen zoals koorts, - anorexie en vermagering
  • pijnlijke darmkrampen voor defecatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn verschillen tussen colitis ulcerosa en Crohn?

A
  • CU in colon en Crohn van mond tot kont
  • CU continu en Crohn met skip lesions
  • CU oppervlakkig, in mucosa en submucosa en Crohn transmuraal
  • bij crohn fisteling
  • bij CU minder vaak extra- intestinale manifestaties als artirtis, uveitis etc en bij crohn wel vaak
  • crohn met granulomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat geef je bij CU al sonderhoudsbehandeling?

A

mesalazine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wanneer ontstaan niet kwaadaardige pseude- poliepen?

A

na ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Hoe ontstaat IBD?
- genetische aanleg - imuunsysteem op hol - microbioom, minder divers en meer bacteroidetes en proteobacterien - omgevingsfactoren als rood vlees - continue ontsteking - beschadiging epitheel - overexpressie van pro- inflammatoire cytokines
26
Wanneer is iets diarree?
meer dan 3 ongevormde ontlastingen per dag of meer daan 200g vloeibaar volume per dag en chronisch als het langer dan 4 weken is.
27
Wat doe je bij lichamelijk onderzoek?
- controles - abdominale massa --> bij crohn door ontsteking - hoog klinkend of afwezige peristaltiek --> ileum = spoedgeval - gewichtsverlies - speirverlies
28
Wat is de pathalogie bij crohn?
- focale ulceraties - transmurale inflammaties - acute en chronische inflammatie - granulomen
29
Wat is de pathalogie bij CU?
diffuus mucosale inflammatie met crypt absessen
29
Wat is de pathalogie bij CU?
diffuus mucosale inflammatie met crypt absessen
30
Waar duid een rood, plat en vochtig colon op?
CU
31
Wat is de stap na mesalazine?
asathioprine en mercaptopurine
32
Wat zijn de behandeldoelen van IBD?
- inductie remissie - onderhouden remissie - voorkomen en behandelen van complicaties: afwegen risico's behandeling en bijwerkingen
33
welke immunsupressiva worden gebruikt?
- 5 ASA: alleen bij CU - thiopurine - methorexaat
34
Hoe werken biologicals?
echt gericht op een bepaalde stof
35
Welke biologicals worden gebruikt?
- infliximab (anti TNF) - vedolizomab - tofacitinib - ustekinumab
36
Wat is de step- up behandeling van beneden naar boven?
- 5 aza of sulfasalzine - prednisone of budosine - immuunmodulatoren als AZA en MTX - biologicals - chirurgie
37
Welke corticosteroiden zijn er?
- prednison: kan oraal of intraveneus of met een zetpil voor rectum, vooral voor inductie behandeling beide ziektes - budesonise: kan topicaal, per os en minder toxisch - veel bijwerkingen als hypertensie, acne, infecties, diabetes, gewichtstoename en osteoporose
38
Wat zijn kenmerkingen van 5- ASA?
- mesalazine - alleen bij CU - zowel inducie als onderhoud - oraal en lokaal dus combinatie therapie - bijwerkingen: hoodpijn, miselijk, uitlag, pancreatitis, intertisitele nefritis
39
Wat zijn kenmerken van immunosuppressiva?
- 3 maanden inwerktijd dus alleen onderhoudstherapie - prequente controle vna bloedwaarden bij opstarten
40
Wat doen ILC's?
produuceren vel cytokine
41
wat is wel bij CU effectief?
chrirugie maar bij Crohn niet dan doen ze subtotale colectomei
42
wat is osmotische diarree?
De voedingsstof kan niet worden afgesproken, opgenomen of getransporteerd over de darmwand. Osmotische lading in het lumen van de darm leidend tot diarree osmotische gap > 100 meerfaeces dan plasma
43
Wat is secretoire diarree?
actief uitscheiden van grote hoeveelheden elektrolyten en vocht in lumen darm met diarree als gevolgd -osmotishce gap < 100 -meer plasma dan faeces - komt bijna nooit voor en blijft ontstaan als je stopt met voeding
44
Wat zijn alarmsymptomen?
- dehydratie - afbuigende lengtegroei of gewichtsverlies (door chronische ondervoeding) - bloed bij diarree - positieve familie anamnese
45
lichamelijk onderzoek bij malabsorptie?
- kind uitkleden: bolle buik en ribben zien = ondervoed - luier --> hoe ziet poep er uit - kijken naar de huid - groeicurve (meer anamnese)
46
Wat zijn gevolgen van vet malabsorptie van vet?
- steatorrhea - gewichtsverlies - minder groei - stank - vit adek deficientie
47
Wat zijn gevolgen van vet malabsorptie van eiwit?
- groei falen - afname spiermassa - oedeem
48
Wat zijn gevolgen van vet malabsorptie van koolhydraten?
- gewichtsverlies - osmotische diarree - stinkt - zuur
49
Wat zijn de gevolgen van een elektrolyt -transort stoornis?
= elektrolytstoornis - groeifalen door zouttekort - dehydratoe
50
Wat doe je bij poeponderzoek?
- wormen en eieren - giarda - ph en reductie - alfa 1 antitrypsine - elastase
51
Wat zijn oorzaken van chronische diarree bij kinderen onder de 1?
- postenteritisdiaree - voedingsfouten - CF - voedingsintollerantie als koemelk
52
Wat zijn oorzaken van chronische diarree bij kinderen 1-3?
- peuterdiarree --> te veel koolhydraten - gardia lambia - coeliakie - infectieuze diarree - postenteritisdiarree
53
Wat zijn oorzaken van chronische diarree bij kinderen ouder dan 3?
- gardia lambia - coeliakie - inflammatoire darmziekte - lactose- intolerantie - secundair
54
Wat zijn kenmerken van coeliakie?
- gluten intolerantie - ontsteking en beschadiging dunne darm (vlokken verdwijnen) - erfelijk - veel mensen lopen er mee rond maar weten dit niet
55
Hoe ontstaat coeliakie?
- glutepeptiden in lumen darm worden bewerkt door tissue transglutaminase en presenteren door apc met hlaDQ2 en t- cel doet ontsteking
56
Welke voorwaarden moet je hebben voor het ontwikkelen van coeliakie?
- HLA type DQ-2 of DQ8 - eten van gluten - hebben van tTG
57
Wat is de klassieke presentatie van coeliakie op 8-24 maanden?
- afwijkende groei - gewichtsverlies - bolle buik - slechte eetlust - buikpijn, braken , obstipatie - laat in puberteit
58
Welk bloedonderzoek doe je bij verdenking op coeliakie?
- HLA typering - antistoffen tegen tTG en anti- endomysium anders een duodenum biopt
59
hoe ziet hemoglobine er uit (HbA)?
2 alfa en 2 beta ketens met elk een Fe molecuul die O bindt
60
Hoeveel alfagenen heb je en wat is hier het voordeel van?
per chrom 16 2 alfa genen dus 4 tot daarom heb je bij 1 afwijkende geen echte afwijking want je hebt nog 3 goeie
61
Wat heb je bij te weinig alfa ketens?
alfa thalasemie
62
Op welk gen zit sikkelcelziekte afwijkin?
beta --> het gemaakte Hb is afwijkend
63
Waar is de afgifte van o2 afhankelijk van?
- o2 spanning - ph --> acidose = lage affiniteit - tempratuur --> hoog ^ - 2,3 - DPG concentratie --->in erytrhrocyt competitie Hb dus veel = lage aff voor hb en o
64
Wat is de locatie van erytropsoiese?
- 3e week: dooierzak, chorion - 6e week: lever, milt - 5e maand: beenmerg - kind: wervels, platte beenderen en lange pijpbeenderen - volwassen: wervels, platte beenderen, bovenste deel humerus en femur
65
Wat heb je bij te hoog Hb?
stroperig bloed
66
Welke hormonale factoren zijn betrokken bij hematopoiese?
- epo: productie in nier - overige hemopoetisch groeifactoren bijv interleukine-3 - schildklier hormoon - testosteron
67
Wat weet je over vit B12?
- bron: vlees, eieren, zuivelproducten - normaal dieet: 2- 5 mcg - resorptie: terminale ileum - opslag: voorraad in de lever
68
Wat weet je over foliumzuur?
- bron: bladgroente, orgaanvlees, bonen, noten - normaal dieet: > 50 mcg - resorptie: jejunum - opslag: lever en meer
69
Wat zijn klachten van anemie?
- vermoeidheid - bleek - duizelig bij zitten en staan door lage centrale perfusie - pob en hartfalen - hartkloppingen - kortademig
70
Hoe delen we anemie in?
microcytaire, normocytaire en macrocytaire anemie