Week 4 Flashcards
Uit welke 3 delen bestaat het oor?
- Uitwendig oor (auris externa)
- oorschelp (auricula)
- uitwendige gehoorgang (meatus acusticus externus) - Middenoor (auris media)
- trommelholte (cavitas tympanica)
- gehoorbeentjes (ossicula auditus) - Binnenoor (auris interna)
- vliezige labyrint (orgaan van Corti en evenwichtsorgaan)
- benige labyrint
Wat zijn de functies van het trommelvlies?
- dient er voor om trillingen over te brengen op de steel van de hamer
- barriere voor infecties
Uit welke 2 onderdelen bestaat het trommelvlies?
- Pars flaccida
- Pars tensa
Wat is de functie van gehoorbeentjes?
Zorgen ervoor dat de kinetische energie zo efficiënt mogelijk op de perilymfe in de scala vestibuli wordt overgebracht
Welke 3 dingen zijn belang voor efficiënte overdracht van de kinetische energie?
- Hefboomwerking
- Trommelvliesopp. is ca. 20x stapes (stijgbeugel) opp.
- Selectieve geluidsoverdracht op het ovale venster
Welke 2 spieren lopen in het middenoor en waar hechten deze aan?
- m. tensor tympani en m. stapedius
→ hechten aan resp. hamersteel en stapes
Wat doen de m. tensor tympani en m. stapedius?
- Keten verstijft en energie wordt minder goed overgebracht
- beschermt tegen hard geluid
- spant aan wanneer je praat (hierdoor klinkt je stem zelf anders)
Wat zijn de voorwaarden van een functioneel middenoor?
- vrij bewegend trommelvlies
- luchthoudend middenoor
- mobiele en intacte gehoorbeentjes
Waar beoordeel je het trommelvlies op?
- kleur
→ rood bij infectie en glomustumor
→ wit bij sclerose, pus en cholesteatoom
→ geel bij OME
→ blauw bij hematotympanum - stand
- structuur
- glans
- mobiliteit
Welke soorten gehoorverlies zijn er?
- geleidingsverlies (conductief gehoorverlies)
- gehoorverlies van het binnenoor (perceptief gehoorverlies)
- gemengd gehoorverlies
- retrocochleair gehoorverlies
Wat zijn de normale prestaties van het audititieve systeem?
- drempel bij vibraties van 0.3 nm in cochlea
- frequenties van 50-16000 Hz waarneembaar
- frequentieverschillen van <1% waarneembaar
- min. waarneembaar hoekverschil tussen 2 geluidsbronnen ca. 1 graad
- precisie in interaurale tijdsverschillen 10 microseconde
Waar bestaan het vliezige en benige labyrint uit?
- Vliezige labyrint:
→ ductus semicirculares
→ utriculus
→ sacculus
→ ductus cochlearis
→ saccus endolymfaticus - Benige labyrint:
→ canales semicirculares
→ vestibulum
→ cochlea
Wat is tonotopie?
Het plaatsprincipe voor frequentieonderscheid:
de ligigng van het maximum hangt van de frequentie af, omdat de stijfheid van het basilair membraan verloopt over de cochlea.
Waaruit bestaan het orgaan van Corti en wat zijn de functies hiervan?
- tectorial membraan: geeft AP door
- stereocilia: regelen de gevoelligheid (zachte en harde geluiden)
Wat zijn de functies van de buitenste haarcel?
- bewegingsdetector membraan basilaris
→ activatie n. cochlearis - verantwoordelijk voor otoakoestische emissies
Wat is de functie van de binneste haarcel?
Bewegingsdetectie membraan basilaris
→ veranderen gevoeligheid
Wat is presbyacusis (ouderdomslechthorendheid) en wat zijn de oorzaken hiervan?
- verlies van gevoeligheid voor vooral hoge tonen
- belangrijkste oorzaak: verlies van haarcellen 9mn. buitenste) vooral door cumulatieve lawaaibeschadiging
- regeneratie nu nog niet mogelijk
- andere oorzaken:
→ middenoor
→ stria vascularis
→ haarcel innervatie
→ centraal
Hoe wordt toonhoogte gecodeerd?
- plaatsprincipe (tonotopie)
- frequentieprincipe (phase locking/ volley principe)
Hoe wordt intensiteit van een toon gecodeerd?
- mate van depolarisatie van de haarcel
- aantal haarcellen dat geactiveerd wordt
Hoe lokaliseren wij geluid?
Door de groeven en vouwen van de pinna gedraagt het buitenoor zich als een richting-afhankelijk filter.
Welke richting is monauraal en binauraal?
- monauraal: verticaal
- binauraal: horizontaal
Hoe wordt de lokalisatie van hoog- en laag-frequentie geluiden gedetecteerd?
- Hoog: intensiteitsverschillen.
- Laag: fase verschillen.
Hoog: intensiteitsverschillen.
Laag: fase verschillen.
Akoestische schaduw
- Het hoofd blokkeert een deel van de geluidsgolven, waardoor het geluid zwakker (minder intens) wordt aan het oor dat verder van de geluidsbron verwijderd is.
- Dit verschil in intensiteit tussen het linker- en rechteroor wordt het interaurale intensiteitsverschil (IID) genoemd.
Detectie
- De laterale superior olivary complex (LSO) in de hersenstam is gespecialiseerd in het detecteren van deze intensiteitsverschillen.
- Hoge frequenties worden beter gedetecteerd via intensiteitsverschillen omdat hun korte golflengtes meer worden gedempt door het hoofd.
Hoe werkt de de lokalisatie van lage frequenties mbv. fase verschillen?
Faseverschillen
- Het geluid bereikt het ene oor iets eerder dan het andere oor.
- Dit verschil in aankomsttijd tussen de oren wordt het interaurale tijdverschil (ITD) genoemd.
- Bij lage frequenties is het faseverschil goed detecteerbaar omdat de lange golflengtes minder door het hoofd worden gedempt.
Detectie
- De mediale superior olivary complex (MSO) in de hersenstam is gespecialiseerd in het detecteren van tijd- en faseverschillen.
- Faseverschillen worden specifiek gebruikt bij frequenties waarbij de golflengte vergelijkbaar is met de afstand tussen de oren.