week 4- HC.2 Hematurie Flashcards

(25 cards)

1
Q

Waar wordt een patiënt met macroscopische hematurie in eerste instantie naartoe gestuurd?

A

uroloog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is microscopische hematurie?

A
  • vaak asymptomatisch, en komt ook vaak voor
  • toevalsbevinding
  • vaak geen oorzaak gevonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vanaf wanneer spreekt men van een macroscopische hematurie?

A

vanaf ongeveer 40 ery’s per gezichtsveld (pgv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn een aantal oorzaken van hematurie?

A
  • tumoren
  • aangeboren afwijking
  • trauma
  • ontsteking
  • stenen
  • systeemoorzaken-> stollingsstoornis etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is lichamelijk onderzoek lastig voor diagnostiek van de nieren?

A

niet goed bereikbaar vanaf de buiten kant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kan je zien op een echo van de nieren?

A
  • slagschaduw van een niersteen.
  • vocht ophoping in de nier
  • grootte van de nier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kan je zien op een CT-scan van de nieren?

A

steen, heel duidelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn nog overige aanvullend onderzoek voor de nieren?

A
  • uroscopie
  • BOZ
  • MRI-> tumoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan je gebruiken als middel om bepaalde tumoren te verwijderen?

A

urethrocystoscopie

flexibel vs star

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke manier wordt een flexibele cystoscopie uitgevoerd?

A
  • op de poli onder lokale verdoving
  • in dagbehandeling met sedatie
  • op OK met narcose

afhankelijk van hoe goed de patiënt het verdraagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke diagnostiek gebruik je bij microscopische hematurie?

A
  • ondanks dat er vaak geen oorzaak wordt gevonden wel analyse!
  • uitgebreidheid van analyse is afhankelijk van risicofactoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de meest uitgebreide analyse die je kan doen voor diagnostiek van hematurie?

A

urethrocystoscopie + CT scan + urine cytologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke diagnostiek gebruik je bij macroscopische hematurie?

A

uitgebreide analyse meestal toegewezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zegt erytrocyten cylinders over de hematurie?

A

glomerulaire hematurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het beste aanvullend onderzoek wanneer een glomerulaire hematurie is vastgesteld?

A

nierbioptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn ziektebeelden die in de DD staan van glomerulaire hematurie?

A
  • IgA nefropathie
  • Syndroom van Alport
  • Thin Membrane Nephropathy
17
Q

Wat is IgA ?

A
  • IgA is een immunoglobuline, en is eigen het eerste verdedigingsmechanisme
  • IgA zit aan de slijmvliezen en kan polymeriseren en kunnen dingen herkennen
18
Q

Wat is IgA nefropathie?

A
  • er is iets mis met je IgA cellen.
  • IgA slaat neer in het mesangium van je nier
  • mensangi proliferatief glomeronefritis.
19
Q

Hoe kan je IgA nefropathie zien onder de microscoop?

A

door het toevoegen van een IgG kleuring.

20
Q

Hoe ziet de presentatie van IgA nefropathie eruit?

A
  • hematurie en proteïnurie
  • kan uitlopen op nierinsufficiëntie in 20%
  • heeft een sluipend beloop
21
Q

Wat is het Syndroom van Alport?

A
  • X- chromosomale overerving
  • collageen 4 en 5 wordt iet goed gevormd
  • waardoor het basaalmembraan in de nier verdikt is en lek.
22
Q

Hoe ziet een typische patiënt eruit met het Syndroom van Alport?

A

Jongens hebben hier meer last van, bij meisje komt namelijk maar de helft van de zieke X- chromosomen tot expressie.

Omdat collageen 5 ook in de oren zitten onder de trilhaartjes, zijn de patiënten vaak slechthorend.

23
Q

Wat is er aanwezig in het urine onderzoek van Syndroom van Alport?

A

op jonge leeftijd al hematurie en proteïnurie.

24
Q

Wat is het verschil tussen het collageen COL4A3 en COL4A4 en COL4A5 overervingspatroon?

A

COL3 en COL4 zijn autosomaal overerfelijk

COL5 is X-chromosomaal overerfelijk

25
Wat is thin membrane nefropathy?
autosomale Alport, en dus COL4A3 of COL4A4 mutatie. Hierbij is de basaalmembraan juist verdunt. goede prognose wat betreft de nierfunctie een goede prognose kunnen zich wel presenteren met hematurie