week 7 Flashcards
(46 cards)
Waar in de luchtwegen vindt astma plaats en waar COPD?
Astma is een ziekte van de geleidende luchtwegen en COPD van de luchtwegen waar gaswisseling plaatsvindt.
Voor astma heb je aanleg en een prikkel nodig om een ontsteking te veroorzaken. Wat zijn de gevolgen hiervan?
- bronchiale hyperreactiviteit (overgevoeligheid van de luchtwegen)
- oedeem
- mucus
- bronchoconstrictie
- luchtweg remodelling
- FeNO komt vrij
Wat zijn de voorwaardes voor reversibiliteit?
Toename FEV1 met > 12% en > 200 mL na SABA
Wat is hyperreactiviteit?
Hyperreactiviteit is dat bij toevoeging van histamine de FEV1 bij mensen met astma eerder >20% daalt dan bij mensen zonder astma. Er wordt een oplopende dosis histamine/metacholine gegeven.
Hoe werkt de prikkels doorgeven bij astma?
Een ontstekingscel scheidt het stofje substance P uit. Dit stofje zorgt ervoor dat de sensitiviteit van de sensorische zenuwcel omhoog gaat en deze cel eerder prikkels door geeft naar de hersenstam.
De parasympaticus zorgt vervolgens voor de samentrekking van het gladde spierweefsel en dit wordt versterkt door stofjes die de eosinofiel uitscheidt, zoals MBP. De M2 receptor is onder andere betrokken bij dit proces
Wanneer heb je een verhoogd Th1 met welke cytokines? En bij Th2?
Th1: bij virusinfectie, tuberculose en COPD.
cytokines: IFN-gamma en IL-2
Th2: bij allergische astma, atopische dermatitis en longinfectie.
cytokines: IL-4, IL-5, IL-10 en IL-13
Hoe werkt een klassieke Th2 respons bij eosinofiele astma?
Een dentritische cel biedt een allergeen aan aan een Th0 (naïeve cel). De Th0 cel ontwikkeld zich tot een Th2 cel die cytokines gaat afgeven om andere witte bloedcellen (B-cellen, macrofagen, mest-cellen en eosinofielen) te activeren. Het epitheel en de goblet cel worden ook geactiveerd waardoor FeNO vrijkomt. Dit leidt tot luchtweg hyperresponsie, bronchocontrictie, weefsel remodeling en mucus hyperproductie.
Naast de Th2 cel is er de ILC2 cel die dezelfde soort cytokines afgeeft als de Th2 cel, maar veel meer cytokines per cel (potent). Deze lymfocyt komt veel minder voor dan Th2. De ILC2 cel wordt geactiveerd via het epitheel dat alermines afgeeft. Het probleem van de ILC2 cel is dat deze veel minder goed reageert op de behandeling van cytokines.
Welke kenmerken horen er bij een type 2 inflammatie bij patiënten met astma?
Minimaal 1 van de volgende eigenschappen:
- bloed eosinofielen > 150 cellen/microL
- FeNO > 20 ppb
- sputum eosinofielen > 2%
- allergen gemedieerd astma
- noodzaak tot onderhoud OCS (= orale corticosteroïden)
Welke medicatie is er voor astma?
functie, duur, naam, receptor, voorbeeld
luchtwegverwijdend:
kortwerkend - SABA, B2, salbutamol
- SAMA, M2, ipratropium
langwerkend: - LABA, B2, formoterol
- LAMA, M2, tiotropium
ontstekingsremmend langwerkend:
- ICS, GC, fluticason
- LTRA, LT, montelukast
combinaties:
kortwerkend - SABA/SAMA, B2/M2, fen-ipra
langwerkend - ICS/LABA, GC/B2, flut-salm
- ICS/LABA/LAMA, GC/B2/M2, bec-for-glyc
biologicals langwerkend:
IgE, IL5, IL4R, IL-R, omalizumab
Wat zijn de verschillende stappen in medicatie geven voor astma?
- ICS + SABA prn
- Dagelijks gebruik ICS + LABA
- ICS/LABA omhoog
- meer omhoog + LAMA
- meer omhoog + biologicals
Welke checklist moet je langs gaan bij moeilijk behandelbaar astma?
Astma? Bronchiale prikkels Compliance (therapietrouw) Device Educatie Fenotype
Wat is bronchiale hyperreactiviteit?
Een verhoogde prikkelbaarheid van de luchtwegen voor specifieke (allergische) en aspecifieke (chemische, fysische) prikkels die leiden tot bronchusobstructie.
Welke factoren hebben invloed op de ontwikkeling van astma bij kinderen?
erfelijkheid
virale infectie (RSV of HRV)
omgeving
atopic sensitisation
Wat is corpus alienum?
Iets inslikken dat vast komt te zitten en ik denk ergens een luchtweg blokkeert.
Wat zijn risicofactoren voor COPD?
- blootstelling schadelijke stoffen
- roken
- beroepsgerelateerde blootstelling
- luchtvervuiling
- lagere socioeconomische status
- erfelijke aanleg (alfa1-atnitrypsinedeficientie)
- leeftijd en geslacht >40 jaar, man
- longgroei en ontwikkeling
- infecties op kinderleeftijd, TBC, HIV
- luchtweg hyperreactiviteit, allergie en astma bronchiale
- vertraagde longgroei (bijv vroeggeboorte)
Wat zijn pathofysiologische kenmerken van COPD?
- afwijkende gasuitwisseling
- mucushypersecretie
- pulmonale hypertensie
- exacerbaties
Wat zijn de verschillen tussen astma en COPD?
Astma: - veroorzaakt door allergenen
- Mest cellen worden geactiveerd
- Via een Th2 cel is er met name productie van eosinofielen
- Bronchoconstrictie en hyperreactiviteit
- Luchtwegobstructie is reversibel
COPD: - Alveolaire macrofagen bieden toxische stoffen aan aan de CD8+ Tc-cellen
- Productie van neutrofiele granulocyten
- De kleinere luchtwegen vernauwen
- Alveolaire destructie
- Luchtwegobstructie is irreversibel
Wat zijn symptomen van COPD?
Kortademigheid - ernstiger bij inspanning - daling zuurstofsaturatie bij inspanning Chronische hoest - kan intermitterend aanwezig zijn - al dan niet productief sputumvorming Herhaalde lagere luchtweginfecties Aanwezigheid risicofactoren Overig: vermoeidheid, gewichtsverlies, depressie, angst
Normaal LO bij milde vorm Tonthorax Percussie normaal tot hypersonoor Zacht ademgeruis Respiratoire insufficiëntie
Wat is de GOLD indeling?
Overal geldt FEV1/FVC < 0,70 GOLD1: > 80% mild GOLD2: 50-80% matig GOLD3: 30-50% ernstig GOLD4: <30% heel ernstig
Via welke tabel krijgt de GOLD criteria een letter (A,B,C,D)
> 2 exacerbaties: C D
0-1 exacerbaties: A B
mMRC 0-1 >2
Wat zijn kenmerken van acute exacerbatie COPD (AECOPD)?
toename dyspneu
toename hoest
toename sputum of -purulentie
Wat zijn de gevolgen van frequente exacerbaties?
hogere mortaliteit
slechtere kwaliteit van leven
sneller verlies van longfunctie
toename luchtweg inflammatie
Wat is een respiratoire insufficiëntie?
Het falen van de gasuitwisseling t.g.v. het ontbreken of een onvoldoende functie van het ademhalingssysteem. Dit leidt tot onvoldoende oxygenatie van weefsels en het falen van het in stand houden van de CO2 homeostase.
Welke twee vormen van respiratoire insufficiëntie kan je onderscheiden?
Type 1: longfalen. De pO2 daalt (< 60 mmHg), maar de pCO2 is niet of nauwelijks aangedaan. Partiële. De oorzaken zij:
- Lage zuurstofdruk van de omgeving
- (Milde) hypoventilatie
- Ventilatie-perfusie stoornis
- Diffusiestoornis
Type 2: pompfalen. De pO2 daalt en de pCO2 neemt toe (> 50 mmHg). Complete. Oorzaken:
- Een toegenomen koolzuur productie
- hypoventilatie (slaapapneu)
- toegenomen dode ruimte ventilatie