Week 7 Flashcards
(30 cards)
Wat is een normale bevalling?
- Amenorroe 37-42wk
- Foetus in hoofdligging
- Spontaan begin weeën
- Ontsluiting en uitdrijving zonder medische interventies
- Geboorte complete placenta en vliezen <1 uur na geboorte kind
- Tot bloedverlies <1L
- Gaaf perineum of 1/2e graad ruptuur of episiotomie
- Apgarscore >7 na 5 min, geen directe zorgbehoefte neonaat
Wat zijn de stadia van een bevalling?
- Ontsluitingsfase: normaal 1cm/uur
- Uitdrijvingsfase(primipara max 2 uur, multipara 1)
- Nageboortetijdperk(<60min)
Wat zijn de handgrepen van Leopold?
- Twee handen bij navel: hoogte fundus
- Twee handen aan zijkant: ligging foetus
- 1 hand met duim en wijsvinger voelen naar aard voorliggend deel
- Met 2 handen vanaf boven onderin: indaling
Wat is POVIAS?
- portio: positie, verstrijking?, consistentie
- ontsluiting: volledig 10cm, 1 cm/uur
- vliezen
- indaling: vlakken van Hodge(1-4)
- aard voorliggend deel
- stand voorliggend deel: Aav(achterhoofdsliggingm acterhoofd voor) is normaal
Wat zijn de in- en uitwendige spildraai?
Inwendige spildraai= Hoofd ondervind weerstand bij indaling(meestal bij bekkenbodem) → uitdrijvende kracht dwingt tot draaiing naar voren onder symfyse
Uitwendige spildraai= schouders thv bekkeningang in dwars-ovale positie, na geboorte caput moeten schouders in horizontale/schuine positie om geboren te worden
Wat is de APGAR score?
- Neonatale conditie
- na 1, 5 en 10 min
- 0-2pt voor spierspanning, hartslag, reflexen, huidskleur en ademhaling
Wat is de nageboorte?
- Handgreep van Kustner: negatief als navelstreng naar binnen trekt → placenta niet los
- Aantal minuten na geboorte neonaat opnieuw contracties → placenta los
- Gesteunde buikpers om placenta geboren te laten worden
- Oxytocine iv/im: sneller placenta los, minder bloedverlies
Hoe worden rupturen ingedeeld?
Perineumruptuur
- 1: alleen huid/vaginawand
- 2: met onderhuids weefsel en spier
- 3: met (gedeeltelijke) ruptuur sfincter ani
- 4: met ruptuur rectumslijmvlies(in NL 3)
Na bijna elke bevalling(1/2e graad 50%)
Ook vaginawand, labia, en cervix kunnen ruptueren
Wat is een episiotomie?
= perineum en onderliggende spieren of littekenweefsel ingeknipt → ruimere uitgang baringskanaal
- Een v/d meest toegepaste interventies bij baring
- Frequentie wisselt per hulpverlener
- Beschermd niet tegen 3e graad ruptuur of latere verzakking en geeft niet minder klachten van pijn, dyspareunie of urine-incontinentie
Wat is solutio/abruptio placentae?
= vroegtijdige placenta loslating, kan partieel/totaal zijn en wel/geen bloedverlies
- risicofactoren: buiktrauma, maternale HT, roken, cocaïne
- symptomen: ruim vaginaal bloedverlies, buikpijn, contracties, shock
- LO: plankharde buik, foetale nood en uterus hyperactiviteit op CTG
- eerst echo om placenta previa uit te sluiten
- cave shock, verbruiks coagulopathie en couvulaire uterus
- beleid: hemodynamisch stabiel, zsm partus, sectio als instabiel, <34wk monitoren
Wat zijn de criteria voor perinatale asfyxie?
Criteria van Levene: 5 v/d 6
- foetale nood
- meconiumhoudend vruchtwater
- metabole acidose
- Apgar score <5 op 5 min
- Hypoxisch-ischemische encefalopathie
- Multi-orgaan falen
Klinische criteria
- Apgar score <5 op 5 min
- acidemie: pH <7
- klinische neurologische schade
Hoe werkt diagnostiek bij perinatale asfyxie?
- LO, neurologisch onderzoek
- Sarnat/Thompsonscore
- Cerebrale echo
- MRI
- EEG
- lab onderzoek(MBO)
Hoe werkt de behandeling van perinatale asfyxie?
- linker zijligging
- weeën tijdelijk stoppen
- snelle geboorte
Na geboorte: therapeutische hypothermie: op NICU 3dg lichaamstemp 33,5 graden -> secundaire herenschade beperken
Wat is niet-vorderende ontsluiting?
<1cm/uur
Oorzaak(3P’s): passage, passenger(wanverhouding) en powers(ineffectieve weeën)
Interventie: andere houding, pijnstilling, bijstimulatie
Wat is niet-vorderende uitdrijving?
Uitdrijving duurt te lang, doore afwijkende stand foetale caput, weeënzwakte(oxytocine), matige perstechniek of grote foetus
Wat is een postpartum fluxus?
> 1000 cc bloedverlies
Oorzaken: 4T’s
- tonus: atonie(80%)
- trauma
- tissue: placenta problematiek
- trombine: stollingsstoonis, HELLP, DIS, verbruik coagulopathie, anticoagulantica
Beleid atonie: iv oxytocine, massage uterus, verblijfskatheter en 2e infuus, vulling met warme kristalloïden
- Vervolg: iv sulproston
- Ernstige fluxus: natasten uterus op OK, placentarest verwijderen
- laatste middel: uterusextirpatie
Wat is een vaginale kunstverlossing?
- Bij onvoldoende vordering ondanks optimale weeën, maternale uitputting of verdenking foetale nood
- Benige deel foetale schedel moet hodge 3 hebben gepasseerd en max ontsluiting
Forceps: veiliger voor baby
Vacuümextractie: minder maternale schade
Wat is een CTG?
- foetale conditie bepalen: obv hartactie(bovenste lijn) en contracties(onderste)
- indicatie: maternale/foetale afwijkingen
- op tijd herkennen foetale hypoxie en asfyxie
- inwendige of uitwendige registratie
- normaal CTG heeft hoge NVW, abnormaal CTG heeft lage PVW
- beoordeling: FIGO classificatie
Normale BHF: 110-150 bpm
Welke oorzaken van perinatale asfyxie zijn er?
- Maternaal: hypovolemie, ernstig longlijden, hartprobleem, compressie VCI
- Placentair: placentaire insufficientie, abruptio placentae, placenta previa met bloedverlies, hypertonie en polysystolie uterus
- Umbilicaal: navelstrengcompressie, omstrengeling kind, knoop, prolaps of uitgezakte navelstreng
- Foetaal: infecties(parvo virus B19, opstijgende bacterie bij gebroken vliezen), foetale hartritmestoornissen, foetomaternale transfusie, hemolyse door bloedgroepantagonisme
Welke beschermingsmechanismen heeft een foetus tegen schade door asfyxie?
- hoge affiniteit HbF voor O2
- redistriutie foetale bloedstroom
- autoregulatie foetale cerebrale perfusie
Hoe beoordeel je een CTG?
FIGO-classificatie
1. basishartfrquentie: normaal 110-150 bpm
2. variabiliteit: normaal >5 slagen/min, afgenomen kan wijzen op foetale nood
3. Acceleraties
4. Deceleraties: afname >15 tov BHF gedurende s
5. Contracties: normaal per 10 min
- latente fase(<4cm): 1-2
- actieve en uitdrijvingsfase: 3-5
Hoe werkt de endocrinologie van bevalling?
- progesteron remt contracties uterus
- foetus: bijnierrijping -> meer foetale corticosteroïden -> meer prostaglandines, ander progesteron receptoren en longrijping
- stress kan meer cortisol geven waardoor premature bevalling
Welke hormonen zijn betrokken bij lactatie?
- prolactine: toeschietreflex en melkproductie
- oxytocine: zuigreflex en ontlediging
- melksynthese stoppen met hoge steroïden(dmv oestrogenen -> dus anticonceptie met alleen progesteron tijdens lactatie) of dopmine agonist(prolactine afgifte remmen)
Welke endocrinologische veranderingen treden op bij zwangere vrouwen?
- prolactine: stijgt oiv hoog oestrogeen(stimuleert hypofyse en remt dopamine)
- CRH: meer ACTH -> stimulatie bijnier -> meer cortisol en aldosteron -> verschijnselen zoals striae en melasma
hCG: stimuleert progesteron productie en schildklier - Hoog hCG(meerling, als ook b-keten hoog mola) kan maternale hyperthyreoidie geven, geassocieerd met hyperemisis gravidarum
- elke 2 dg verdubbeling: meestal normale zwangerschap