Week 8 Flashcards
Hoe kun je het beste de term ‘lichaam’ omschrijven?
Een entiteit waarvan winst niet rechtstreeks aan de individuele deelgerechtigden kan worden toegerekend.
Dit heet ook wel: niet-transparant, belastingheffing vindt plaats op het niveau van het lichaam.
–> alle belastingplichtigen voor de Wet VPB 1969
Waar wordt bepaald of een entiteit een lichaam is? Geef ook voorbeelden en uitzonderingen
Wet VPB 1969
denk aan: kapitaalvennootschappen en coöperaties. Maar ook bepaalde stichtingen en verenigingen.
–> Sommige samenwerkingsverbanden kunnen transparant en non-transparant zijn, ligt aan vormgeving en inrichting
Kunnen buitenlandsrechtelijke entiteiten binnen het bereik vallen van de Wet VPB 1969?
Ja, als het naar Nederlandse maatstaven fiscaal non-transparant is.
Vanaf 1-1-2025:
Is de buitenlandse entiteit niet vergelijkbaar? 1) Vaste methode of 2) Symmetrische methode
Vaste methode
Een niet-vergelijkbare entiteit die in Nederlands is gevestigd, geldt op basis van de vaste methode als niet-transparant.
Symmetrische methode
Een niet-vergelijkbare entiteit die niet in Nederland is gevestigd wordt als niet-transparant aangemerkt, als die volgens de wetgeving van die staat wel als niet-transparant wordt gezien
Is een open cv non-transparant?
Nee, met ingang van 1-1-2025 is de open cv fiscaal transparant.
1) Wet VPB 1969 maakt een verschil tussen binnenlandse belastingplichtigen en buitenlandse belastingplichtigen. Waarom is dit verschil belangrijk?
2) Nadat je hebt geantwoord: Wat is dus bepalend voor de omvang van de belastingplicht van een lichaam?
1) Binnenlandse belastingplichtigen worden (in beginsel) in de heffing betrokken voor de wereldwijd behaalde winst.
Buitenlandse belastingplichtigen worden alleen in de heffing betrokken indien zij specifieke bronnen van inkomen in Nederland beschikken.
2) De vestigingsplaats
Hoe wordt de vestigingsplaats van een lichaam bepaalt?
Materieel criterium: Feitelijke omstandigheden, artikel 4 AWR.
–> Waar vindt de werkelijke (feitelijke) leiding plaats?
Wat is vestigingsplaatsfictie/fictieve vestigingsplaats?
(Artikel 2 lid 5 Wet VPB 1969)
Een naar Nederlands recht opgericht lichaam wordt voor een deel van de wet vpb 1969 steeds geacht in Nederland te zijn gevestigd.
Er zijn verschillen in de omvang van de subjectieve belastingplicht.
Wat betekent dit voor een nv of bv?
En voor een stichting of vereniging?
De nv en bv zijn onbeperkt belastingplichtig. Ze moeten altijd aangifte doen voor vennootschapsbelasting. Ze worden daarnaast geacht hun onderneming te drijven met behulp van hun gehele vermogen (artikel 2 lid 6 Wet VPB 1969)
Verenigingen en stichtingen zijn slechts belastingplichtig indien en voor zover zij een (objectieve) onderneming drijven. Er moet sprake zijn van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid waarmee wordt beoogd door deelname aan het maatschappelijke productieproces winst te behalen.
Stel, er kan niet bewezen worden dat er een materiële/objectieve onderneming is. Op welke andere manier kan vastgesteld worden dat er sprake is van een onderneming?
Artikel 4 Wet VPB 1969: Een uiterlijk daarmee overeenkomende werkzaamheid waardoor in concurrentie wordt getreden met andere ondernemingen.
–> Dit is om oneerlijke concurrentie te voorkomen. Het is niet relevant of er naar winst wordt gestreefd of niet.