week 9 HC's pt. 2 Flashcards

(29 cards)

1
Q

Op welke 4 manieren kan ACh de maagsecretie stimuleren?

A
  • via second messenger
  • activatie G-cel die gastrine uitscheidt
  • activatie ECL die histamine uitscheidt
  • remming D-cel die dan geen somatostatine meer uitscheidt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 3 fases doorloop je tijdens het eten?

A
  • cephale fase
  • gastrale fase
  • intestinale fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke 3 manieren kunnen eiwit-verteringsproducten de maagsecretie bevorderen?

A
  • activatie G-cel die gastrine uitscheidt
  • activatie endocriene cel
  • via opgeloste aminozuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van de chemoreceptoren in het duodenum?

A
  • Het reguleren van pH van de maag
  • Het openen en sluiten van de pylorus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk deel van de maag is verantwoordelijk voor de kneding van de bolus?

A

antrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke delen van de maag zijn verantwoordelijk voor de voedingsopslag?

A
  • fundus
  • corpus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke zenuwen zijn verantwoordelijk voor de receptieve relaxatie van de maag?

A
  • n. X (vagus)
  • plexus entericus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem hoe in 3 stappen (die telkens herhaald worden) chymus geproduceerd wordt.

A
  • propulsie
  • maling
  • retropulsie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Benoem de 5 processen onderdeel zijn van de motoriek van de dunne darm

A
  • segmentale insnoeringen
  • pendelbewegingen
  • rimpeling slijmvlies
  • beweging vilii
  • peristaltische golven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heet het proces waarbij de maag interdigestief wordt schoongemaakt?

A

MMC: migrerend motorisch complex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 4 belangrijkste functies van de colon?

A
  • absorptie water en ionen
  • vertering dmv. bacterien
  • opslag en productie faeces
  • defecatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk deel van defecatie is niet autonoom geinnerveerd?

A

De m. sphincter ani externus (deels dwarsgestreepte spier)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is er aan de hand bij de ziekte van Hirschprung?

A

Een deel van de dikke darm is continue gecontracteerd (bijv. m. sphincter ani internus) waardoor faeces ophoopt en megacolon ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Benoem in 4 stappen hoe defecatie plaatsvindt.

A
  • rectum raakt vol met faeces
  • m. sphincter ani internus ontspant
  • m. sphincter ani externus spant aan
  • oiv. ontspant de externe sphincter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom hebben vrouwen vaker te maken met een blaasontsteking dan mannen?

A

de urethra is een stuk korter bij een vrouw en dus gemakkelijker toegankelijk voor bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de oorzaak van en wandelende nier?

A

verlies van de capsula adiposa

17
Q

Wat kunnen de gevolgen zijn van een wandelende nier? (4)

A
  • knak in ureter
  • slechte vascularisatie nier
  • urine ophoping
  • afsterven nier
18
Q

Hoe heten de 3 soorten lymfeknopen die zich aan de linkerzijde bevinden?

A
  • pre-cavale knoop
  • laterale-cavale knoop
  • retro-cavale knoop
19
Q

Hoe heten de 3 soorten lymfeknopen die zich aan de rechterzijde bevinden?

A
  • pre-aortische knoop
  • lateraal-aortische knoop
  • retro-aortische knoop
20
Q

Welke weg legt lymfevloeistof van de nieren af naar de v. subclavia?

A

via lymfevaten naar de knopen naar de v. subclavia

21
Q

Wat is het gevolg van een polycysteuze nier?

A

Door de cystes verliest de nier een groot deel van zijn capaciteit en kan het dus zijn functie niet uitoefenen

22
Q

Waar wordt een donornier geplaatst?
Waarom?

A
  • bekken
  • hier is genoeg ruimte
23
Q

Waaraan worden de arterien en venen van de donornier aangesloten?

A

iliacale vaten

24
Q

Waaruit is een niersteen voornamelijk opgebouwd?

A

calciumoxalaat

25
Waar kan een niersteen zich bevinden in het lichaam ? (5)
- ren - pelvis renalis - ureter - urethra - vesica urinaria
26
Wat is de functie van het trigonum vesicae?
Het sluiten van de ostium ureteris bij samentrekking van de blaas waardoor de urine niet terug kan stromen.
27
Waarom heeft de urethra van een man 2 sphincters?
Om te voorkomen dat ejaculaat in de blaas terecht komt.
28
Op welke 2 manieren kan een blaaskatheter worden aangebracht?
- blaaspunctie - door urethra
29
Wat is het voordeel van een blaaspunctie?
het peritoneum wordt niet door geprikt.