Werk en beroep 334 Flashcards
(334 cards)
1
Q
motivatie
A
motivation
2
Q
zeer, erg, heel
A
keenly
3
Q
efficiënt, doelmatig
A
efficiently
4
Q
medezeggenschap
A
involvement
5
Q
arbeidstevredenheid
A
job satisfaction
6
Q
zeker, veilig
A
secure
7
Q
zekerheid
A
security
8
Q
voldoening
A
fulfillment
9
Q
potentieel, capaciteit
A
potential
10
Q
erkenning
A
recognition
11
Q
ideeënbus
A
suggestion scheme
12
Q
bevorderen
A
to promote
13
Q
bevordering, promotie
A
promotion
14
Q
anciënniteit
A
seniority
15
Q
carrièrevooruitzichten
A
career prospects
16
Q
band
A
affiliation
17
Q
(arbeids)moreel
A
morale
18
Q
werkomgeving
A
work environment
19
Q
arbeidsverzuim
A
absenteeism
20
Q
achting, respect
A
esteem
21
Q
vervreemding
A
alienation
22
Q
verloop
A
turnover
23
Q
kennisvlucht
A
brain drain
24
Q
werkgelegenheid
A
employment
25
beginnen
to commence
26
in dienst nemen/hebben
to employ
27
volledige werkgelegenheid
full employment
28
zelfstandig
self-employed
29
werknemer
employee
30
personeel, personeelsbestand
work force
31
beroepsbevolking
labor force
32
personeel, mankracht
human resources
33
werkgever
employer
34
hand-
manual
35
arbeider
laborer
36
ongeschoold
unskilled
37
handarbeider, fabrieksarbeider
blue-collar worker
38
vakkundig, geschoold
skilled
39
halfgeschoold
semi-skilled
40
kantoormedewerker
white-collar worker
41
van de vrije beroepsgroepen
professional
42
bestuurs-, directie-, leidinggevend
managerial
43
voltijd-
full-time
44
deeltijd-
part-time
45
ploeg
shift
46
verlof
leave
47
ziekteverlof
sick leave
48
met ziekteverlof zijn
to be on sick leave
49
zwangerschapsverlof
maternity leave
50
vrije dag, feestdag
holiday
51
vakantie
holiday, vacation
52
officiële feestdag
public/national/bank holiday
53
vrije dag
day off
54
onafhankelijk, zelfstadig
freelance
55
werkverslaafde
workaholic
56
maat, collega
workmate
57
thuiswerker
home-worker
58
superieur
superior
59
deeltijdbanen
job-sharing
60
variabele werktijden
flextime
61
vaderschapsverlof
paternity leave
62
ouderschapsverlof
parental leave
63
sabbatsverlof, verlofjaar
sabbatical
64
loon
wage
65
minimumloon
minimum wages
66
salaris
salary
67
inkomsten
earnings
68
basisloon
basic wage
69
basisslaris
basic salary
70
uur-
hourly
71
uniform tarief
flat rate
72
tijdtarief, tijdloon
time rate
73
stukloon
piece rate
74
alleen, enkel
solely
75
overwerktoeslag van 100%
double time
76
overuren
overtime
77
ploegendiensttoeslag
shift pay
78
loonsverhoging
raise
79
percentage, cijfer
rate
80
bruto-
gross
81
netto-
net
82
nettosalaris
take-home pay
83
zwangerschapsrechten
maternity rights
84
zwangerschapsuitkering
maternity pay
85
moederschapsuitkering
maternity benefits
86
pensioenregeling
pension plans
87
ouderdomspensioen
old-age pension
88
bedrijfspensioen
company pension
89
sociale verzekering
social security
90
bijdrage
contribution
91
inhouding
deduction
92
ziekte-uitkeringsstelsel
sick pay plan
93
prestatie
performance
94
premie
bonus
95
loonstructuur
wage structure
96
ongeregelde/ongunstige werktijden
unsocial hours
97
oplopend
incremental
98
volgens, in overeenstemming met
in accordance with
99
periodiek, periodieke verhoging
increment
100
evaluatie, beoordeling
appraisal, evaluation
101
vaststellen, bepalen
to assess
102
bepaling van doelstellingen
goal definition
103
secundaire arbeidsvoorwaarden
fringe benefits
104
emolument, bijkomende vergoeding, extra
perk, emolument
105
onkostenrekening
expense account
106
dag-, dagelijks
per diem
107
vergoeding, beloning
remuneration
108
prijscompensatie
cost-of-living allowance/adjustment
109
gouden handdruk, ontslagvergoeding
golden handshake/parachute
110
lijfrente, pensioen
superannuation
111
wettelijk, voorgeschreven
statutory
112
vrijwillig
voluntary
113
loonbelasting
pay as you earn / as you go
114
prestatiebeloning
merit pay
115
prestatie(premie), toeslag
incentive
116
winstdeling
profit-sharing
117
arbeidsomstandigheden
working conditions
118
veiligheid
safety
119
gezondheid
health
120
welzijn
welfare
121
verantwoordelijkheid
responsibility
122
verantwoording verschuldigd aan
responsible to
123
verantwoordelijk voor
responsible for
124
werkzaamheden, taken, plichten
duties
125
functie, taak
function
126
titel
title
127
vaardigheden
skills
128
lichamelijk
physical
129
geestelijk, mentaal
mental
130
concentratie
concentration
131
verveling
boredom
132
lawaai, geluid
noise
133
functiebeschrijving
job description
134
eis, vereiste, voorwaarde
requirement
135
opleiding
education
136
ervaring
experience
137
vacature
vacancy
138
vacant, open
vacant
139
sollicitatie
application
140
sollicitatieformulier
application form
141
solliciteren naar
to apply for
142
benoemen
to appoint
143
in dienst nemen, aanstellen
to hire
144
kandidaat
candidate
145
curriculum vitae, korte carrièrebeschrijving
resume
146
referentie - persoon die referenties geeft
reference - referee
147
arbeidsbureau
job centre
148
aantrekken
to attract
149
interviewen
to interview
150
sollicitatiegesprek
interview
151
geschiktheid
suitability
152
voordragen
short-list
153
bekwaamheden
abilities
154
eentonigheid
monotony
155
eenvoudig, ondergeschikt, oninteressant
menial
156
(vak)bekwaamheid, (des)kundigheid
competence
157
moeite, inspanning, poging
effort
158
initiatief
initiative
159
uithoudingsvermogen
stamina
160
gezondheidsrisico
health hazard
161
voldoende, adequaat
adequately
162
uitzendbureau (particulier)
employment agency
163
arbeidsbureau (van de staat)
state employment agency
164
headhunter
head hunter
165
rubrieksadvertenties
classified advertisements
166
sollicitant
applicant
167
getuigschrift
testimonial, letter of recommendation
168
voordracht, kandidatenlijst
shortlist
169
op geschiktheid testen, doorlichten
to screen
170
aannemen, in dienst nemen
to take on
171
bekleden, vervullen
to fill
172
contract
contract
173
proeftijd
probationary period
174
commisie
panel
175
bekwaamheid, geschiktheid
aptitude
176
gelijke kansen, gelijkberechtiging
equal opportunity
177
gelijke beloning
equal pay
178
discriminatie
discrimination
179
discrimineren
to discriminate against
180
opleiding, training
training
181
een opleiding volgen, studeren
to train
182
instructie, opleiding
instruction
183
onderwijzen, instrueren
to instruct
184
stagair
trainee
185
cursus, training, opleiding
training course
186
opleidingscentrum
training centre
187
leerling
apprentice
188
leerlingschap, leertijd
apprenticeship
189
schoolverlater
school leaver, graduate
190
omscholing
retraining
191
omscholen
to retrain
192
kwalificaties, bevoegdheden
qualifications
193
in de praktijk, binnen het bedrijf
on-the-job
194
verder, voortgezet, extra
further
195
bereiken, verkrijgen, verwerven
to attain
196
leren in de praktijk
learning-by-doing
197
buiten het bedrijf
off-the-job
198
intern, binnen het bedrijf
internally
199
extern, buiten het bedrijf
externally
200
lezing, voordracht
lecture
201
bijbrengen, geleidelijk doen doordringen
to instill
202
seminar, cursus
seminar
203
arbeidsbemiddeling
placement
204
branche
line of work
205
beroeps-, vak-
vocational
206
bedrijfs-, bedrijfsintern, binnen het bedrijf
in-service
207
introductie(cursus)
induction/introduction
208
bezoek, bezichtiging
visit
209
casestudy, gevalsanalyse
case study
210
rollenspel
role play
211
vaardigheidsanalyse
skills analysis
212
werkloosheid
unemployment
213
werkloos
unemployed
214
werklozen
unemployed
215
werktijdverkorting
short-time working
216
werkloos, zonder werk
out of work
217
ontslag, afvloeiing
redundancy
218
werkloos, boventallig
redundant
219
ontslaan, de zak geven
to sack
220
ontslaan
to fire
221
werkloos, zonder werk
jobless
222
met pensioen gaan
to retire
223
pensionering
retirement
224
iemand ontslag aanzeggen
to give sb notice
225
zijn ontslag indienen, opzeggen
to hand in one's notice
226
steun trekken
go/be on the dole
227
werkloosheidsuitkering
unemployment benefit
228
sociale bijstand
income support / welfare benefits
229
niet voldoende werk hebben
to be under-employed
230
(tijdelijk) ontslag
lay-off
231
(tijdelijk) ontslaan, laten afvloeien
to lay off
232
ontslaan
to dismiss
233
ontslag
dismissal
234
opzegging, vernietiging (contract)
termination
235
opzegging
notice
236
opzeggingstermijn
period of notice
237
ontslag
resignation
238
natuurlijk verloop
natural wastage
239
ontslagpremie, ontslaguitkering
severance pay
240
seizoen-, seizoens-
seasonal
241
conjunctureel
cyclical
242
structureel
structural
243
regionaal
regional
244
frictie-
frictional
245
vakbond
(trade) union / labor union
246
vakbondslid
unionist
247
Britse vakbondcentrale
Trade Union Congress (TUC)
248
Overkoepelende organisatie van Amerikaanse industriebonden
American Federation of Labor & Congress of Industrial Organizers (AFL-CIO)
249
onderhandelen
to negotiate
250
militant
militant
251
stakerspost, groep stakers
picket line
252
vakbondsvertegenwoordiger, vertrouwenspersoon v.d. vakbond
shop steward
253
werk(plek)
workplace
254
onderneming waarin lidmaatschap van vakbond verplicht is voor werknemers
closed shop
255
arbeidsverhoudingen
industrial relations
256
arbeidsflexibiliteit
labor flexibility
257
bedrijfsdemocratie
industrial democracy
258
medezeggenschap
worker participation
259
werknemersvertegenwoordiging
worker representation
260
medebeschikkingsrecht
codetermination
261
ambacht, bedrijfstak
craft
262
algemeen
general
263
industrieel, industrie-
industrial
264
stemming, stemronde
ballot
265
achterban
rank and file
266
antistakingsakkoord
no-strike deal
267
Britse werkgeversfederatie
Confederation of British Industry (CBI)
268
overkoepelende organisatie
umbrella organization
269
uitsluiting
lock-out
270
onderneming waar vakbondslidmaatschap niet verplicht is
open shop
271
geschil, conflict
dispute
272
conflict
conflict
273
langzaam-aan-actie
go-slow strike
274
verzoeken, uitnodigen
to call for
275
verbod op overwerk
overtime ban
276
weigering van medewerking
non-cooperation
277
staking - staken
strike - to strike
278
officieel
official
279
onofficieel
unofficial
280
uitroepen
to call out
281
mislukken
to fail
282
posten
picketing
283
posten - post, poster
to picket - picket
284
georganiseerd posten
organizational picketing
285
stakingsuitkering
strike pay
286
stakingskas, stakingsfonds
strike fund
287
grief, klacht
grievance
288
stiptheidsactie
work-to-rule
289
bedrijfsbezetting
sit-in, sit-down strike
290
werkwillige, stakingsbreker, onderkruiper
scab
291
boycotten, besmet verklaren
to black / blackball
292
werkonderbreking, staking
stoppage
293
wilde/onofficiële staking
wildcat strike
294
prikactie, staking in sleutelbedrijven
selective strike
295
totaal
all-out
296
onderhandelingstafel
negotiating table
297
indirecte staking
secondary picketing / boycott
298
arbeidswetgeving
labor legislation
299
onderhandelen
to bargain
300
collectieve arbeidsonderhandelingen
collective bargaining
301
collectieve arbeidsovereenkomst
union contract
302
onderhandelen
bargaining
303
afbreken
to break down / off
304
overeenkomst, akkoord
agreement
305
hard onderhandelen
to drive a hard bargain
306
eis
demand
307
terugnemen, terugkrabbelen, opgeven
to back down
308
procedure, methode, werkwijze
procedure
309
z'n kwestie voorleggen
to state one's case
310
vertegenwoordiging
representation
311
bemiddelaar, arbiter
arbitrator
312
arbitreren, als bemiddelaar optreden
to arbitrate
313
arbitrage
arbitration
314
arbitrageclausule
arbitration clause
315
bijleggen, tot een schikking komen
to settle
316
onbeslist, nog niet uitgemaakt
unsettled
317
disciplinair
disciplinary
318
schadevergoeding
compensation
319
weer in dienst nemen
to re-employ
320
driezijdig, van drie partijen
tripartite
321
tussenkomst, bemoeinis
interference
322
loonstop
wage freeze
323
looneis
wage claim
324
ambstmisdrijf
misconduct
325
afbakening, begrenzing
demarcation
326
schorsen
to suspend
327
schorsing
suspension
328
bemiddeling, tussenkomst
mediation
329
afkoelingsperiode
cooling-off period
330
arbitragecommissie
arbitral tribunal
331
oordel, vonnis, beslissing
verdict
332
verzoening, vreedzame beslechting
conciliation
333
bemiddelaar
mediator
334
herstellen (in ambt/functie)
reinstate
