werkcolleges Flashcards

(15 cards)

1
Q

Oblieke rotatie

A

-factoren zijn niet meer onafhankelijk
-de rechte hoek blijft niet behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

R correlatie

A

Reacties relateren binnen 1 ruimte
1 situatie, meerdere personen, hangen de reacties samen?

mate waarin 2 soorten reacties gelijkaardige patronen vertonen over personen in 1 situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

r kleiner dan .10

A

triviaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nomothetische trekkenpsychologie

A

-Verschillen zijn te verklaren aan onderliggende persoonlijkheidstrekken
- er is een duidelijk hoofdeffect van de persoon
-er is invloed van de situatie, maar het hoofdeffect van de trek is het belangrijkst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

O correlatie

A

1 persoon, 2 situaties, reageren ze gelijk

Mate waarin 2 situaties een gelijkaardig patroon van reacties uitlokken bij 1 persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

S correlatie

A

2 personen, meerdere situaties, reageren ze hetzelfde?

mate waarin 2 personen gelijkaardig reageren op meerdere situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

r groter dan .50

A

sterk verband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

r tussen .30 en .50

A

medium verband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Interactionisme

A

Interindividuele verschillen zijn te verklaren door de interactie tussen de situatie en de persoonlijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

T correlatie

A

2 situaties, meerdere personen, lokken ze dezelfde reactie uit?

Mate waarin 2 situaties bij meerdere personen gelijkaardige reacties oproepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

r tussen .10 en .30

A

klein verband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Q correlatie

A

2 persoon, 1 situatie, reageren ze hetzelfde

mate waarin 2 personen een gelijkaardig patroon van reacties vertonen binnen 1 situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Orthogonale rotatie

A

-We gaan er vanuit dat de factoren
onafhankelijk zijn
-rechte hoek blijft bewaard
-correlaties, som van communaliteit veranderd niet
-proportie verklarende variantie en communaliteiten voor 1 specifieke factor veranderd wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

P correlatie

A

1 persoon, 2 variabelen, lopen die gelijk over situaties?

Mate waarin 2 variabelen bij 1 persoon gelijk lopen over verschillende situaties heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Situationisme

A

-verschillen zijn te verklaren adhv de situatie
- de interindividuele verschillen zijn klein, maar de situationele verschillen groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly