Werkwoorden 1 Flashcards
(46 cards)
1
Q
Eten
A
Nakoel
2
Q
Voeden
A
Wekkel
3
Q
Drinken
A
Chrab
4
Q
Sluiten
A
Shed
5
Q
Lezen
A
Qra
6
Q
Openen
A
Fteh
7
Q
Vallen
A
Tih
8
Q
Glijden
A
Zlaq
9
Q
Slapen
A
N3es
10
Q
Wassen
A
Rsel
11
Q
Wakker worden
A
Feik
12
Q
Schrobben/boenen
A
Hoq
13
Q
Springen
A
Neqes
14
Q
Aankleden
A
Lbes
15
Q
Draaien
A
Dowar
16
Q
Kammen
A
Mshet
17
Q
Geven
A
Ahtie
18
Q
Willen
A
Brie
19
Q
Mogen
A
Wagha
20
Q
Zitten
A
Glez
21
Q
Hebben
A
3end
22
Q
Wonen
A
Sken
23
Q
Leren
A
T3ellem
24
Q
Spelen
A
L3ieb
25
Brengen
Jzieb
26
Kijken/zien
Shoef
27
Praten
Hdar
28
Rijden
Soek
29
Koken
Tajeb
30
Bakken/Frituren
Qlie
31
Onthouden
3qil
32
Werken
Gdem
33
Lopen
Jzerie
34
Wandelen
Tmesha
35
Schrijven
Kteb
36
Zoeken
Fettich
37
Vasthouden/vangen
Shebar
38
Vechten/ruzie maken
Debez
39
Slaan
Drab
40
Opruimen
Jzme3
41
Meenemen/pakken
Dieh
42
Opsluiten
Zerrek
43
Uitkleden/uittrekken/ aan de kant gaan
Hie ed
44
Gaan
Mchie
45
Weggooien
Sie eb
46
Zoenen
Boes