Wiskunde examen Pasen HT6 Flashcards

(14 cards)

1
Q

Wat hebben congruente figuren met elkaar gemeen?

A

vorm en grootte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe noem we het als het wel dezelfde vorm is maar niet dezelfde grootte?

A

Gelijkvormige figuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Door welke 3 dingen ontstaan congruente figuren?

A

spiegeling, verschuiving en draaiing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

… zijn even groot

A

overeenkomstige hoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

… zijn even lang

A

overeenkomstige zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noteer je het als alle zijde even lang zijn?

A

ZZZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe noem je het als 2p zijde even lang zijn en de ingesloten hoeken even groot?

A

ZHZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noem je het als 1p zijde even lang is en de aanliggende hoek en de overstaande hoek even groot is?

A

ZHH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe noem je het als er 1 schuine zijde is en die zijn even lang en er is een rechte hoek

A

ZZ90°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een wiskundig bewijs?

A

Methode om aan te tonen dat de bewerking klopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat noteer je bij de gegevens?

A

gegevens die je hebt geformuleerd in de bewerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat noteer je bij te bewijzen?

A

in symbolen schrijven wat je moet bewijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat noteer je bij bewijs?

A

noteer redenering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly