WISKUNDE HOOFD 11 Flashcards

wiskunde hoofd 11 (17 cards)

1
Q

Wat is een Eenterm?

A

Een eenterm is een product van getallen en letters met natuurlijke exponenten.

Onderdeel van eenterm: coëfficiënt en letterdeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de onderdelen van een eenterm?

A

Coëfficiënt
Letterdeel

Voorbeeld: In 15x²y is 15 de coëfficiënt en x²y het letterdeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn gelijksoortige eentermen?

A

Eentermen met hetzelfde letterdeel.

Voorbeeld: −5ab en 7ab zijn gelijksoortig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe bereken je de getalwaarde van een eenterm?

A

Vervang de letters door specifieke waarden en reken uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de werkwijze voor optellen of aftrekken van eentermen?

A

Tel de coëfficiënten op en behoud het letterdeel.

Voorbeeld: 3x² + 7x² = 10x².

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe vermenigvuldig je eentermen?

A

Vermenigvuldig de coëfficiënten en tel de exponenten van de letterdelen op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de macht van een eenterm?

A

Verhef de coëfficiënt en het letterdeel tot de macht (vermenigvuldig exponenten).

Voorbeeld: (3a²)³ = 27a⁶.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een Veelterm?

A

Een veelterm is een som van eentermen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem de soorten veeltermen.

A

Soorten veeltermen zijn:
Tweeterm
Drieterm
ezv

Voorbeelden: 2a + 3ab is een tweeterm; −5x²y + 6yz − 5z² is een drieterm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe herleid je een veelterm?

A

Tel gelijksoortige eentermen op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de stappen voor optellen of aftrekken van veeltermen?

A
  1. Werk haakjes weg met haakjesregels.
  2. Herleid door gelijksoortige termen samen te nemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe vermenigvuldig je een eenterm met een veelterm?

A

Vermenigvuldig de eenterm met elke term in de veelterm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de stappen voor het vermenigvuldigen van veeltermen?

A
  1. Vermenigvuldig elke term van de eerste veelterm met elke term van de tweede.
  2. Werk uit en herleid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de formule voor het kwadraat van een tweeterm?

A

(a + b)² = a² + 2ab + b²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de werkwijze voor het kwadraat van een tweeterm?

A
  1. Kwadraat van de eerste term.
  2. Dubbel product (2ab).
  3. Kwadraat van de tweede term.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de formule voor het product van toegevoegde tweetermen?

A

(a + b)(a − b) = a² − b²

17
Q

Wat is het resultaat van het product van toegevoegde tweetermen?

A

Het resultaat is altijd een tweeterm.