Wiskunde thema 1 Flashcards

(66 cards)

1
Q

Wat is een dotplot?

A

Een _______ met ○ erboven hoeveel …. er zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een frequentietabel?

A

Een tabel die aantoont hoeveel er van wat is.
Gegeven aantal
Zilver 7
Spacegrijs 11
Goud 5
Andere 2
Totaal 25

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat iseen cirkel diagram ?

A

Zilver is 28 procent
Spacegrijs is 44 procent
Goud is 20 procent
Andere is 8 procent

Zilver krijgt 28 procent van de hele cirkel enz…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een staafdiagram?

A

3-| ■
2-| ■ ■
1-| ■ ■
0-L__■__■___■___
G R S

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een lijn diagram?

A

Maar verbind de cirkels met elkaar


| •
| •
L____________
20 20 20
20 21 22

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is deze soort data
Numeriek

A

Allemaal getalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat word bedoelt met deze data
Categorisch

A

Categoris kan alles zijn. (Dat een woord is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat us rekenkundige gemiddelde en hoe bereken je dat?

A

Een groep getallen optellen en vervolgens te delen door het aantal getallen in die groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe bereken je de mediaan

A

Je neemt de middelste getal van je groep getallen indien er 2 zijn doe je ze + elkaar en delen door 2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe bereken je de modus

A

Als je een griep nummers hebt bv 1 2 3 4 5555 6666 7777777777777 8 9 dan is de modus 7 want die komt het meeste voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe bepaal je de variatiebreedte

A

Zoek het grootste en kleinste getal en dan die je het grootste getal min het kleinste.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn veelvouden?

A

Als je bv 7 hebt het volgende getal is 14
Want je doet iedere keer plus 7 dus eigenlijk is het zo

7 +7+7+7+7+7+7+7+7+7+7+7+7+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn delers

A

Bijvoorbeeld 50 mef wat kan je dat delen? 1 2 5 10
25 en 50 je kan 50 delen door 1 door 2 door 5 door 10 dior 25 en door zichzelf!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Watis een deeltal?

A

Het getal dat je gaat delen met iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een deler

A

Als je 120 hebt en je gaat die delen door 3 dan is 3 de deler

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het quotient

A

De uitkomst van je deling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de rest?

A

Als je de deling hebt gedaan is het cijfer helemaal onderaan de rest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

A Noteer alle getalen die deelbaar zijn door 5
A doe dat ook voor 2
Wat valt je op bij de getalen die zowel als bij a en bij b staan

A

10 15 20 30 35
610 20 30 18
Ze zijn deelbaar door 10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn priemgetallen

A

Natuurlijke getallen die alleen deelbaar zijn door zichzelf en 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Noem 5priemgetalen (van de kleinste naar grootste)

A

2 ,3,5,7,11

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Ggd=

A

Grootste gemeenschappelijke deler

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe vind je de grootste gemeenschappelijke deler!?

A

16 28
__________ ___________
1 !| 16 1!|28
2 !| 8 2!|14
4!|4 4!|7

4 is het grootste getal dus GGD= 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

A n B Wat Betekent dat?!

A

2 cirkels A en B Ze gaan in het Midden door elkaar Dat midden stuKJe is A n B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat Betekent A u B
Alles behave her Midden stukje
26
Wat Betekent A \ B?
Alleen Het A stUkje ZOnder Het midden.
27
Wa. t betekent B\ A
Her B-cirkel conder de Midd en
28
Maak deze breuk gelijknamig: 4/2 + 5/4=
8/4 + 5/4 = 13/4
29
Orden van klein naar groot: 3/4 6/8 2/2 9/1
6/8<6/8<8/8<72/8
30
Rond het getal af 2436,3745 op 0,1 nauwkeurig
22436,0
31
Hoeveel procent is 1/10
10 procent
32
Hoeveel procent is20/25
80 procent
33
34
Kato wilt iets kopen van 100 euro als student krijgt ze 15 procent korting hoeveel euro moet ze betalen
85 euro
35
Vul de juiste symbool in = ≠ > < 11+23 .... 44 -9+25....-16
≠ =
36
Los op 2.x= 6 5.x=20 7.x=0 24=2.x -3.x=-21
3 4 0 12 7
37
Maak vergelijking Vermeerer a met 2 Verminder b met 3 Verdubble c Halveer d Vermeerder 7 met e Verminder 11 met f
A+2 B-3 2.c D/2 7+e 11-f
38
Z is de verzamelimg van de .. getallen
Zgehele
39
Q is de verzamelimg van de .. getalen
Rationale
40
N is de verzamel8ng van de ... getallen
Natuurlijke
41
42
Decimale schrijfwijze 3/10
0,3
43
0,5 als onvereenvoudig bare breuk
0,5 is 5/10 is 1/2
44
1 van 200
2
45
11% van 700
77
46
|3|
3
47
|-11|
11
48
-(-7)
7
49
Waar ligt het eerste kwadrant?
Rechtsbovenaan
50
Waar ligt het 2de kwadrant
Linksbiven
51
52
3demkwadrant
Links onder
53
4de kwadrant
Rechtsonder
54
5,50-3,50
2
55
5 3 -- - -- 4 4
2 1 -- = -- 4 2
56
2,5. 4
10
57
16,16:(-2)
-8,08
58
2/3.3/2=
1/1
59
Commutatief Wat betekent dat
Commutatief betekenent dat wedevolgorde van een bewerking veranderen waarbij de uitkomst hetzelfde blijft
60
Associatief
Aanpassen van haakjes en uitkomst hetzelfde
61
Distributief
Getal in een product mag schrijven als de som van 2 getallen zonder dta het antwoord verqndert
62
Plaats = als de distributief goe werd toegepast 2.(a+b) .... 2 a + 2b
2.(a+b) .... 2 a + 2b =
63
0,5 + 1,5 .(2,5 -0,5)
3,5
64
65
66