wonen & wijken Flashcards

(11 cards)

1
Q

coöperatieve woningbouw

A

Deze vorm van woningbouw maakt het mogelijk betaalbaar te wonen, met
zeggenschap over de eigen woonomgeving en de organisatie van het woonbeheer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

woonbeleid nl

A
  • Sociale huursector gaat van brede voorziening naar ‘laatste redmiddel’ voor wie zich niet staande weten te houden op de markt
  • inkomenseis ging omhoog (sociale huurwoning moeten verhuurd worden aan huishoudens met bruto jaarinkomen tot €38.035)
  • verhuurdersheffing
  • gedwongen verkoop
  • overheid moedigt beleggers aan corporatiewoningen van goede kwaliteit op te kopen en voor duurdere sector te verhuren
  • Woningbezit gestimuleerd
  • naast je koopwoning een huis verhuren voor extra inkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gevolgen woonbeleid nl

A
  • sociale huursector blijft achter
  • krimp coöperatie woningbouw (ondertussen) groei aantal huishoudens
  • coöperatie woningbouw meer bewoond door mensen met lage inkomens
  • sociaal economische segregatie
  • thuisloosheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

segratie

A

afzondering bevolkingsgroep uit maatschappij (door ongelijkheid en
discriminatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ruimtelijke ongelijkheid

A
  • stijging van segregatie van arm en rijk
  • sociaal kapitaal > weinig sociale netwerken van (rijke) individuen
  • gentri2catie > uitsluiting van lagere inkomens, voor hen blijft minder plek in
    buurten
  • zorgt voor sociale menging, mensen met hoger inkomens vestigen zich in arme buurten. Als het doorgaat zorgt het voor ontmenging, mensen met lagere inkomens vertrekken > segratie
  • opwaardering van voorheen arme stadswijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

black belt

A

ghetto rauwe buurt vol armoede en geweld, bevolkt met Afro-Amerikanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gedeproletariseerd

A

er was geen werk meer nodig in
fabrieken > structurele werkloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stigmatisering ghettos

A
  • veel geweld
  • niet zomaar uit te vertrekken
  • eigen zorg
    Het stigma over de getto’s verzwakt sociale banden en ontneemt mensen de mogelijkheid te aarden, zich thuis te voelen. En zo zorgt het stigma ervoor dat deze buurten desintegreren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ghetto in nl

A
  • Gentrificatie > oude woonstukken worden vernieuwd en gerenoveerd
  • Etnisch homogeen (onder dwang)
  • Middenklasse
  • Netwerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ghetto in eu (Wacquant)

A
  • Hypergetto > economische afvoerput, waar klassen- en rassenscheiding volledig samenvallen
  • Gemarkeerde grenzen, niet zomaar te overschrijden
  • Sociaal economische onderkant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verandering binnen ghettos

A
  • steeds meer diverse mensen
  • hoge mobiliteit (mensen vertrekken weer snel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly