woordelijst blok 1 Flashcards

(42 cards)

1
Q

abstract denkend

A

kunnen denken zonder naar de werkelijkheid te kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

abusievelijk

A

bij vergissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

accuraat

A

nauwkeurig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ambitieus

A

eerzuchtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

anderzins

A

op een andere manier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

assertief

A

zelfverzekerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

beeldmanipulatie

A

het opzettelijk veranderen of bewerken van beelden, op het verkeerde been zetten, misleiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bijgevolg

A

dus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

blijkens

A

zoals blijkt uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

communicatief

A

makkelijk met andere pratend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

coöperatief

A

op samenwerking gericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

creatief

A

in staat iets zelf te maken of bedenken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

daar

A

omdat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

desalniettemin

A

toch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

emotioneel stabiel

A

evenwichtig in het omgaan met gevoelens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

energiek

A

vol energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

euvel duiden

A

kwalijk nemen

18
Q

flexibel

A

zich makkelijke aanpassend aan een nieuwe situatie

19
Q

gedisciplineerd

A

volgens een strak (tijd)schema werkend

20
Q

genoegzaam

A

genoeg, voldoende

21
Q

in principe

A

eigenlijk, in beginsel

22
Q

initiatiefrijk

A

iets (nieuws) willen ondernemen

23
Q

innovatief

24
Q

krachtens, uit hoofde van

A

op grond van, op basis van

25
kwalitatief
van goede kwaliteit
26
manipulatie
misleiding, opzettelijke beïnvloeding
27
offreren
aanbieden
28
onverwijld
onmiddelijk
29
op het verkeerde been zetten
misleiden
30
opinie
mening
31
publicist
iemand die stukken schrijft over actuele, vooral politieke onderwerpen
32
redacteur
iemand die berichten verzamelt en bewerkt voor publicatie
33
representatief
geschikt om (een bedrijf, instelling) te vertegenwoordigen
34
responsabel
verantwoordelijk
35
restitutie
teruggave
36
scenarioschrijver
schrijver van een draaiboek
37
sociaal voelend
begrip en gevoel hebben voor medemensen
38
statisticus
iemand die inzicht probeert te verkrijgen in maatschappelijke of economische verschijnselen door gebruik te maken van cijfermateriaal
39
systeembeheerder
iemand die zorgt voor het beheer van een computersysteem tijdens de dagelijkse werkzaamheden
40
taxateur
iemand die de waarde van roerend en onroerend goed vaststelt
41
teneinde
om
42
wederhoor
commentaar of reactie van de tegenpartij