Woorden Chapter 1 Lesson 1 + 2 Flashcards
(107 cards)
1
Q
Appeal
A
Aantrekkingskracht
2
Q
Attend
A
Bijwonen
3
Q
Blink
A
Knipperen
4
Q
Come round
A
Bijdraaien
5
Q
Detection
A
Opsporing
6
Q
Expansive
A
Uitgebreid
7
Q
Feature
A
Functie
8
Q
Freshman
A
Eerstejaarsstudent
9
Q
Intersection
A
Kruising
10
Q
Make amends
A
Goedmaken
11
Q
On par with
A
Vergelijkbaar met
12
Q
Perception
A
Kijk op
13
Q
Potential
A
Mogelijk
14
Q
Prestigious
A
Vooraanstaand
15
Q
Recruiter
A
Personeelswever
16
Q
Register
A
Inschrijven
17
Q
Sophomore (AmE)
A
Tweedejaarsstudent
18
Q
Start-up
A
Startende kleine onderneming
19
Q
Tuition fees
A
Collegegeld
20
Q
Aan de andere kant
A
On the other hand
21
Q
Aanvaller
A
Forward
22
Q
Aarzelen
A
Hestitate
23
Q
Afslaan
A
Turn down
24
Q
Afval
A
Rubbish
25
Echter
However
26
Erop aandringen, erop staan
Insist
27
Flitser
Flash
28
Gek worden
Go nuts
29
Gemeen hebben
Have in common
30
Gerustgesteld
Reassured
31
Het geluk hebben
Am fortunate
32
Hoe gaat het met je studie?
How are your studies coming along
33
Hoeveelheid
Amount
34
Inderdaad
As a matter of fact
35
Ingenieur
Engineer
36
Kortom
In short
37
Ondanks
Despite
38
Ondernemer
Entrepreneur
39
Onthullen
Reveal
40
Overhandigen
Hand
41
Pakken
Grab
42
Sluipen
Sneak
43
Stagiair
Intern
44
Stoppen met de opleiding
Drop out of school
45
Stroom
Current
46
Toegegeven
Admit
47
Uitbrengen
Release
48
Uiteindelijk
Eventually
49
Uitsluiten
Rule out
50
Vervuiling
Pollution
51
Voorlopig
For now
52
Vorig
Previous
53
Winst
Profit
54
Address
Aanpakken
55
Advance
(Be)vorderen
56
Annually
Jaarlijks
57
Appalled
Geschokt
58
Bias
Voordeel
59
Bunch of
Groep (mensen)
60
Condition
Aandoening
61
Cruciate ligament
Kruisband
62
Devoted
Toegewijd
63
Disability
Handicap, beperking
64
Disapprove of
Afkeuren
65
Distinguish
Onderscheid maken
66
Furious
Woedend
67
Implication
Gevolg
68
Legitimate
Gerechtvaardigd
69
Mainstay
Belangrijkste pijler
70
Persuade
Overhalen
71
Quote
Citeren
72
Secure
Veiligstellen, gegarandeerd
73
Actief worden
Step up
74
Bescheidenheid
Modesty
75
Besluiten
Determine
76
Betrokken
Involved
77
Bevooroordeeld
Prejudiced
78
Bewondering
Admiration
79
Bijnaam
Nickname
80
Binnenlands, nationaal
Domestic
81
Broer of zus
Sibling
82
Compeptitie, devisie
League
83
De wereld ligt aan je voeten
The world’s your oyster
84
Enorm
Vast
85
Geestelijk
Mentally
86
Gelegenheid
Opportunity
87
Genezen
Heal
88
Gevoelig
Sensetive
89
Helaas
Unfortunately
90
Het een kans geven
Give it a go
91
Jammer vinden
Regret
92
Kwetsbaar
Vulnerable
93
Lichamelijk
Physically
94
Met betrekking tot
With regard to
95
Met pensioen gaan
Retire
96
Mishandelen
Mistreat
97
Offer
Sacrifice
98
Optreden
Perform
99
Overwegen
Consider
100
Personeel
Staff
101
Streven naar
Strive
102
Uitlaatklep
Outlet
103
Uitwedstrijd
Away match
104
Vereisen
Demand
105
Verstandig
Sensible
106
Voldoen aan
To live up to
107
Vrijwel
Practically