woorden regenten en vorsten Flashcards

(28 cards)

1
Q

aandeel

A

voor een deel bijdragen aan mede-eigenaar zijn van een bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

alleenrecht

A

als enige handelsmaatschappij het recht hebben om te handelen in een afgebakend gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

burgerij

A

burgers van een stad of land die vaak welgesteld zijn en daar macht en status aan ontlenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

financiele instellingen

A

verzamelnaam voor bedrijven die zich bezighouden met financien zoals banken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

handelskapitalisme

A

geld verdienen door te inversteren in de handel en daar winsten mee te behalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nederlandse opstand

A

strijd tussen de Spaanse koning en de Nederlandse opstandelingen waarna een burgeroorlog volgde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nijverheid

A

werkzaamheden waarbij iets wordt gemaakt of iets wordt bewerkt van grondstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oostzeehandel

A

handel met de landen van de ootszee. dit was het begin van de grote winsten van Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stapelmarkt

A

plaats waar producten van over de hele wereld naartoe werden vervoerd om te worden verhandeld of opgeslagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verenigde oost indische compagnie (VOC)

A

nederlandse handelsondereming met het aleenrecht op de handel in Indie en andere gebieden in Azie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wst Indische compagnie (WIC)

A

Nederlandse handelsvereniging die in de 17e en 18e eeuw het alleenrecht had op de handel in Amerika en West-Afrika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welvaart

A

mate waarin iemand in zijn behoeften kan voorzien. Iemand die alles heeft wat hij of zij graag zou willen hebben, is heel welvarend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

alledaagse taferelen

A

schilderijen met onderwerpen die je in het dagelijks leven tegenkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ambachtslieden

A

mensen die met hun handen werken en een van uitoefenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hollandse meesters

A

schilders uit de 17e eeuwse republiek, wiens schilderstijl zich kenmerkte door onder andere realisme en soberheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kunstenaar

A

iemand die zijn eigen creatifieteit gebruikt om kunstwerken te maken.

17
Q

protrstantse cultuur

A

cultuur die hoort bij aanhangers van de protestantse stroming binnen het cristendom

18
Q

realisme

A

levensecht afbeelden van onderwerpen zoals ze werkelijk zijn

19
Q

sobereid

A

eenvoudig zonder overdadige elementen

20
Q

absolutisme

A

regeringsvorm waarbij de koning in zijn eentje de macht heeft de absolute macht. De konig noemen we een absoluut vorst.

21
Q

droit divin

A

politieke theorie die stelt dat de koning zijn macht van god gekregen heeft. Letterlijk betekent het goddelijk recht.

22
Q

gewestelijke staten

A

regering van een van de gewesten van de Republiek

23
Q

raadpensionaris

A

secretaris van een gewest

24
Q

rampjaar 1672

A

in dit jaar werd de republiek van meerdere kanten angevallen door buitenlandse legers en werdraadpensionaris Johan de Witt met zijn broer vermoord.

25
regenten
alle personen met een bestuurfunctie in de Republiek
26
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
naar van Nederland van 1588-1795. Het land bestond uit 7 gewesten en werd bestuurd door regenten. er was geen koning
27
stadhouder
opperbevelerhebber van het leger en de vloot voor elk gewest.
28
staten generaal
vergadering van vertegenwoordiger van alle gewesten gezamelijk.