Woordenschat Flashcards

(329 cards)

1
Q

Vooraf vaststaand

A

A priori

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Minder populair worden

A

Aan populariteit inboeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Valse beschuldiging

A

Aantijging (de)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Afschuwelijk

A

Abominabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Plotseling, onsamenhangend

A

Abrupt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Losgemaakt van de werkelijkheid

A

Abstract

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afzien van het irrelevante

A

Abstraheren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Optie

A

Accessoire (het)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zich opstapelen, vermeerderen

A

Accumuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De zwakke plek

A

Achilleshiel (de)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Aan de werkelijkheid aanpassen

A

Actualiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aanpassing

A

Adaptatie (de)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zich aanpassen

A

Adapteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Genegenheid, liefde

A

Affectie (de)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat het gevoelsleven betreft

A

Affectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geleidelijk afbrokkelen, verminderen

A

Afkalven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Onderzoeken om een oordeel te kunnen geven

A

Aftoetsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waakzaam, in staat om snel te reageren

A

Alert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Veelzijdig

A

Allround

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Ergens naar streven, begeren

A

Ambiëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Dubbelzinnig

A

Ambigu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Streven, eerzucht

A

Ambitie (de)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Eerzuchtig, ijverig, vol ambitie

A

Ambitieus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Niet bedlegerig

A

Ambulant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Voorstel tot wetsverandering
Amendement
26
Iets officieel wijzigen of verbeteren
Amenderen
27
Activiteit om iemand bezig te houden
Animatie (de)
28
Moed geven, aansporen, opvrolijken
Animeren
29
Vooruitlopen op
Anticipatie
30
Vooruitlopen op, iets verwachten
Anticiperen
31
Lusteloosheid, gebrek aan emotie, motivatie of enthousiasme
Apathie (de)
32
Ongeïnteresseerd, lusteloos
Apathisch
33
Willekeurig
Arbitrair
34
Kunstmatig
Artificieel
35
Ambitie, streven naar iets hogers
Aspiratie (de)
36
Aandacht vestigen op
Attenderen
37
Opmerkzaam
Attent
38
Oplettendheid, ook: klein cadeautje
Attentie (de)
39
Oorspronkelijk, echt
Authentiek
40
Persoon met mentale stoornis
Autist (de)
41
Weerzin, afkeer
Aversie
42
Kleinigheid (b...)
Bagatel (de/het)
43
Doen alsof het onbelangrijk is
Bagatelliseren
44
Kibbelen, bekvechten, redetwisten
Bakkeleien
45
Tweezijdig, wederzijds bindend
Bilateraal
46
Iets waarvan je je moet schamen
Blamage (de)
47
Berispen, ook: te schanden brengen
Blameren
48
Betrouwbaar
Bonafide
49
Explosief groeien
Boomen
50
Essentie
Bottomline (de)
51
Berekening
Calculatie (de)
52
Berekenen
Calculeren
53
Breekbaar, ook: bits, nijdig
Cassant
54
Oorzakelijk
Causaal
55
Chartervlucht, ook: contract, oorkonde
Charter (de)
56
Zeuren, zagen
Chicaneren
57
Stiekem, in het geheim
Clandestien
58
Het vreedzaam naast elkaar bestaan
Co-existentie
59
Gelijktijdig samen bestaan
Co-existeren
60
Opschudding, onrust
Commotie (de)
61
Ter zake kundig, bekwaam
Competent
62
Bevoegdheid
Competentie (de)
63
Verzameling bijeengebrachte geschriften, werken
Compilatie
64
Voor korte tijd huren
Charteren
65
Water bij de wijn doen
Compromis (de)
66
In opspraak brengen, aan blaam blootstellen
Compromitteren
67
Toegeving
Concessie (de)
68
Noodzakelijke voorwaarde
Conditio sine qua non
69
Vertrouwen, vrijmoedigheid
Confidentie (de)
70
Vertrouwelijk
Confidentieel
71
Volgens, in overeenstemming met
Conform
72
Zich schikken naar de heersende mening
Conformeren
73
Fase in de economische ontwikkeling
Conjunctuur (de)
74
Gewetensvol, nauwgezet
Consciëntieus
75
Samenhangend, vast
Consistent
76
Vasthoudend, bewaren, bestendigen, laten voortduren
Consolideren
77
Opschudding, verbijstering
Consternatie (de)
78
Behoren tot het vasteland
Continentaal
79
Onafgebroken
Continu
80
Het niet veranderen, hetzelfde blijven
Continuïteit (de)
81
Tegenstrijdigheid, in tegenspraak met
Contradictie (de)
82
Strijd, tegenstelling
Controversie
83
Tweestrijd, discussie oproepend
Controversieel
84
Overeenkomst, verdrag
Conventie (de)
85
Door de gewoonte voorgeschreven
Conventioneel
86
Leden kunnen zelf beslissen
Coöptatie (de)
87
Uitkiezen, zelf nieuwe leden kiezen
Coöpteren
88
Gezet, dik
Corpulent
89
Overeenkomen, samenhangen
Correleren
90
Gebruikelijk, regelmatig voorkomend
Courant
91
Beslissend, doorslaggevend
Cruciaal
92
Bebouwen van landbouwgrond, verdelen en verfijnen
Cultiveren
93
Verering
Cultus (de)
94
Oproepen voor het gerecht te verschijnen
Dagvaarden
95
Oproep om voor het gerecht te verschijnen
Dagvaarding
96
Feitelijk
De facto
97
Verordening, besluit, wet
Decreet (het)
98
Logisch afleiden
Deduceren
99
Logische afleiding, conclusie
Deductie (de)
100
Psychisch afgetakeld
Dement
101
Minachtend, kleinerend
Denigrerend
102
Rampzalig
Desastreus
103
Duivels
Diabolisch
104
Beginneling
Dilettant
105
Kloof, onderlinge afwijking
Discrepantie (de)
106
Verdelen, uitdelen
Distribueren
107
Verdeling van goederen, spreiding
Distributie (de)
108
Verschillend
Divers
109
Verscheidend
Diversiteit (de)
110
Steun, ondersteuning
Draagvlak (het)
111
Twijfelachtig, niet betrouwbaar
Dubieus
112
Stuwkracht, vaart
Dynamiek (de)
113
Vol kracht
Dynamisch
114
Woordblindheid, leeszwakte
Dyslexie (de)
115
Wat te maken heeft met de verkiezingen
Electoraal
116
Vermogen om zich in gevoelens van anderen in te zien
Empathie (de)
117
Zich in de gevoelens van andere kunnen inleven
Empathisch
118
Opzettelijk laten plaatsvinden
Ensceneren
119
Een eenheid
Entiteit (de)
120
Gevoel van bijzondere vrolijkheid
Euforie (de)
121
Opgewekt, uitgelaten
Euforisch
122
Buitensporig, overdadig
Excessief
123
Chic, niet inbegrepen
Exclusief
124
Alleenrecht
Exclusiviteit (de)
125
Uitdrukkelijk, duidelijk
Expliciet
126
Aandelen die toegewezen zijn voor export
Exportquota
127
Ervaring waardoor je ineens iets begrijpt of weet
Eyeopener (de)
128
Dienstverlenend
Facilitair
129
Dingen die het verblijf, bestaan vergemakkelijken
Faciliteit (de)
130
Verzinsel, literatuur met verzonnen elementen
Fictie (de)
131
Verzinnen, veinzen, doen alsof
Fingeren
132
Opvallend
Frappant
133
Bedrog, vervalsing
Fraude
134
Met bedrog gepaard gaan
Frauduleus
135
Nietig, nietswaardig
Futiel
136
Kleinigheid (f...)
Futiliteit (de)
137
Voordeel hebben van iets
Gebaat zijn met/bij
138
Royaal, vrijgevig
Genereus
139
Vooringenomen zijn
Gepreoccupeerd
140
Aanhoudend, continu
Gestaag
141
Op het gemak bezig zijn
Grasduinen
142
Het merendeel
Gros (het)
143
Eigenwijs, koppig
Halsstarrig
144
Het overzicht bewaren
Helicopterview (de)
145
Ontbrekend deel
Hiaat (de/het)
146
Lachwekkend, heel vrolijk, heel grappig
Hilarisch
147
Vrolijkheid, gelach
Hilariteit (de)
148
Van dezelfde soort, gelijkmatig van samenstelling
Homogeen
149
Het opgebouwd zijn uit gelijke delen
Homogeniteit
150
Menslievend
Humanitair
151
Rage
Hype (de)
152
Veronderstelling
Hypothese (de)
153
Invloed, weerslag
Impact (de)
154
Stilzwijgend, tussen de regels door
Impliciet
155
Prikkel, stimulans
Impuls (de)
156
Aan de opwellingen van het ogenblik gehoor geven
Impulsief
157
In het midden van de zaak
In medias res
158
Niet bekwaam
Incapabel
159
Onvoorziene gebeurtenis, storend vooral
Incident (het)
160
Toevallig, nu en dan
Incidenteel
161
Periode tussen besmetting en uitbreken van een ziekte
Incubatie (de)
162
Aanwijzing
Indicatie (de)
163
Eigen aan, onlosmakelijk verbonden met
Inherent
164
Begin, introductie
Initiatie
165
Invoeren, in gang zetten
Initiëren
166
Invoering van een nieuwigheid
Innovatie (de)
167
Vernieuwend
Innovatief
168
Tekort, ontoereikend
Insufficiënt
169
Tussenbeide komen, bemiddelen
Interveniëren
170
Tussenkomst
Interventie (de)
171
Innerlijk, wezenlijk
Intrinsiek
172
Naar binnen kijken en waarnemen hoe we innerlijk functioneren
Introspectie
173
Opmerking, voorbehoud
Kanttekening
174
Zonder na te denken
Klakkeloos
175
Iemand die verkeerde dingen naar buiten brengt
Klokkenluider (de)
176
Overzicht van de totale kosten
Kostenplaatje (het)
177
De beste van iets
Kruim van (het)
178
Hoeveelheid
Kwantiteit (de)
179
Tekort, gemis, leegte
Lacune (de)
180
Onverschillig, lusteloos
Lethargisch
181
Beslissingen proberen te beïnvloeden
Lobbyen
182
Onbetrouwbaar
Malafide
183
Een volmacht tot een bepaalde taak
Mandaat (het)
184
Een opdracht geven om namens anderen iets te doen
Mandateren
185
Wereldstad
Metropool
186
Nauwgezet, zéér nauwkeurig
Minutieus
187
De meest voorkomende, gemiddelde
Modaal
188
Wereldwijd
Mondiaal
189
Onopvallend, zonder duidelijke overgang
Naadloos
190
Al te goed van vertrouwen
Naïef
191
Argeloosheid, eenvoud, goedgelovigheid
Naïviteit (de)
192
Met neusklank
Nasaal
193
Een buitenlander tot staatsburger maken
Naturaliseren
194
Lastig, moeilijk
Netelig
195
Gelijkmaking
Nivellering
196
Algemeen bekend, berucht
Notoir
197
Waarvan sprake is
Onderhavig
198
Onmisbaar
Onontbeerlijk
199
Een bewering afzwakken
Ontkrachten
200
Vogelvrije; vogelvrij verklaarde misdadiger
Outlaw (de)
201
Weergave van de inhoud met andere woorden
Parafrase (de)
202
De inhoud weergeven met andere woorden
Parafraseren
203
Variabele
Parameter (de)
204
Gedeeltelijk
Partieel
205
Situatie zonder uitweg
Patstelling (de)
206
Nabootsing met het doel de spot met iets te drijven
Persiflage (de)
207
Door na te doen belachelijk maken
Persifleren
208
Blijvend, volhardend
Persistent
209
Vasthouden aan, blijven bij
Persisteren
210
Op de persoon gericht maken
Personaliseren
211
Gevarieerd in sociaal-cultureel opzicht
Pluralistisch
212
Stellen, naar voor brengen
Poneren
213
Praktisch, op de praktijk gericht
Pragmatisch
214
Vroeger feit waarop men zich kan baseren
Precedent (het)
215
Voorrang hebben, overheersen
Primeren
216
Dat wat voorrang heeft
Prioriteit (de)
217
Voorrecht
Privilege (het)
218
Bevoorrechten
Privilegiëren
219
Alles wat wordt gedaan om aanhangers te winnen
Propaganda (de)
220
Tendentieus, met het doel propaganda te maken
Propagandistisch
221
Evenredig
Proportioneel
222
Uitdaging, handeling of uitspraak die provoceert
Provocatie (de)
223
Uitlokken van ongepast gedrag
Provoceren
224
Stiptheid, nauwkeurigheid
Punctualiteit (de)
225
Stipt, nauwkeurig
Punctueel
226
Wrokkig
Rancuneus
227
Het bedenken van een redelijke verklaring voor iets
Rationalisatie (de)
228
Redelijk, op een voordelige productie gericht
Rationeel
229
Beoordelen van kunst, boeken, films, ...
Recenseren
230
Kritische bespreking
Recensie (de)
231
Ontvangsten
Recette (de)
232
Iets dat in zijn oorspronkelijke vorm hersteld is
Reconstructie (de)
233
Terug samenstellen
Reconstrueren
234
Het teruggaan naar een vroeger stadium
Regressie (de)
235
Gemeenschappelijk kenmerk
Raakpunt (het)
236
Achteruitgaand, in afnemende maten
Regressief
237
Van belang, van betekenis
Relevant
238
Belang, betekenis
Relevantie (de)
239
Winst opleverend
Rendabel
240
Verhouding tussen opbrengst en kosten
Rendabiliteit (de)
241
Weerslag
Repercussie (de)
242
Onderdrukkend
Repressief
243
Personen die meewerken aan een onderzoek
Respondent (de)
244
Beperking
Restrictie (de)
245
Waarop men geen antwoord verwacht
Retorisch
246
Controleren en eventueel corrigeren
Reviseren
247
Nazicht, controle
Revisie (de)
248
Opstand
Revolte (de)
249
Zeer streng
Rigoureus
250
Periode waarin iemand vrij krijgt om iets te doen
Sabbatical (de/het)
251
Verzadiging
Saturatie (de)
252
Beledigen, onbeschoft behandelen
Schofferen
253
Niet graag, aarzelend, langzaam
Schoorvoetend
254
In hoge mate
Schromelijk
255
Controleren op betrouwbaarheid
Screenen
256
Gezond, terug leefbaar maken
Saneren
257
Ermee stoppen, terzijde leggen
Seponeren
258
Gelijktijdig
Simultaan
259
Leus, slagzin
Slogan (de)
260
Gebruik makend van slogans
Sloganesk
261
Stevig, duurzaam, vast
Solide
262
Het in staat zijn te betalen
Solvabiliteit (de)
263
Aanmanen
Sommeren
264
Niet op feiten gebaseerd
Speculatief
265
Kansberekening maken
Speculeren
266
Belanghebbende
Stakeholder (de)
267
Streng, dwingend en bindend
Stringent
268
Vervangen
Substitueren
269
Geopperd voorstel
Suggestie (de)
270
Samenvattend, bondig
Summier
271
Ideeën voorleggen aan de achterban
Terugkoppelen
272
Alledaags
Triviaal
273
Het in staat zijn te betalen
Solvabiliteit (de)
274
Buiten gebruik stellen
Uitfaseren
275
Allerlaatste eis waarna de beslissing valt
Ultimatum (het)
276
Iets zwakker uitdrukken dan het is
Understatement (het)
277
Gegevens bijwerken
Updaten
278
Spoed
Urgentie (de)
279
Openstaand, vrij
Vacant
280
Inenting met een vaccin
vaccinatie (de)
281
Inenten
Vaccineren
282
Zonder vlees
Vegetarisch
283
Plantengroei
Vegetatie (de)
284
Groeien (planten)
Vegeteren
285
Nagaan of iets juist is
Verifiëren
286
Van wezenlijk belang
Vitaal
287
Beschermen tegen
Vrijwaren
288
Regel die in de meeste gevallen opgaat
Vuistregel (de)
289
Afstand nemen
Zich distantiëren
290
Te veel doen wat andere zeggen
Zich laten ringeloren
291
Moeilijke opdracht
Zware dobber
292
Het maken van lappendekens van allerlei stofresten
Quilten
293
Bisschoppelijke waardigheid; Alle bisschoppen samen; Bisdom
Episcopaat
294
Welsprekendheid
Eloquentie
295
Geologie die zich bezig houdt met de bestudering van fossielen
Paleontologie
296
Voorbereidende vakken of examen voor hogeschool of universiteit
Propedeuse
297
Groep zwaar gewapende soldaten in dicht aaneengesloten slagorde
Falanx
298
Bijbel- of schriftenverklaarder
Exegeet
299
Aanhanger van een bepaalde islamitische stroming
Sjiiet
300
Arabische woestijnnomaden
Bedoeïen
301
Indiase leermeester
Goeroe
302
Islamitisch geestelijk leider
Ayatollah
303
Verhaal waarin een misdaad opgelost wordt
Whodunit
304
Knijpbril, lorgnet, bril zonder montuur
Pince-nez
305
Extravagante, draagbare radio
Gettoblaster
306
Tot de leliefamilie behorend plantengeslacht
Aloë
307
Ziekelijk, tot de ziekteleer behoren
Pathologisch
308
Snel verdampend
Etherisch
309
Schijnheiligheid, huichelarij
Farizeïsme
310
Dodelijk
Letaal
311
Steendruk, door steendruk verkregen prent
Lithografie
312
Noten op haar zang
Kapsones
313
Aantekeningen maken met een bepaald doel
Excerpeert
314
Schrijvers van woordenboeken
Lexicografie
315
Kerkelijke plichten vervullen
Praktiseren
316
Verzameling documenten
Corpus
317
Staatsvorm waarin een godheid de gezagsdrager is
Theocratie
318
Overeenkomstig alle voorschriften
Orthodox
319
Nauwkeurige reproductie, nabootsing
Facsimile
320
Bewaard gebleven oud handboek
Codex
321
Versregels van 6 jamben
Alexandrijnen
322
Gekke streken
Capriolen
323
Wat de vochtigheid uit de lucht opneemt
Hygroscopisch
324
Eisen van het openbaar ministerie
Requisitoir
325
Zure, op een sinaasappel lijkende vrucht
Kumquat
326
Aanwinst, wat men verwerft
Acquisitie
327
Reuzenstenen
Megalieten
328
Toestel met een snel draaiend vliegwiel
Gyroscoop
329
Kind dat briljant is in het werken met computers
Whizzkid