Woordenschat Flashcards
(149 cards)
Abominabel
Heel erg slecht
Abrupt
Plotseling, ineens
Accommodatie
Een ruimte en wat verder nodig of aangebracht is voor een bepaald doel
Accumulatie
Proces waarbij er steeds meer van iets is
Acte de présence geven
Aanwezig, je komt jezelf tonen
Accuut
- Waar meteen iets aan gedaan moet worden
- Als iets plotseling gebeurt
Ad hoc
Voor dit speciale geval
Ad interim
Voor een bepaalde tijd
Ad rem
Snel en scherpzinnig
Adaptatie
Aanpassing
Additief
Toegevoegde stof
Additioneel
Toegevoegd
Adequaat
Zoals nodig is
Adolescent
Iemand die biologisch maar nog niet emotioneel volwassen is
Affectie
Warm, liefdevol gevoel (voor iemand)
Affiniteit
- Natuurlijke interesse
- Aantrekkingskracht tussen twee stoffen of moleculen
Agitatie
Zenuwachtige onrust of onrustige beweging
Allooi
- Vaste oplossing van metalen
- (Hoog) gehalte aan bijvoorbeeld goud, samenstelling, waarde, “vaak overdrachtelijk”
Alternatief
Andere mogelijkheid
Altruïsme
Gedrag of levenshouding waarbij je mensen helpt zonder eigenbelang
Ambiëren
(Iets) heel graag willen en er moeite voor doen
Ambulant
Als iets of iemand geen vaste plaats heeft
Amendement
Voorstel tot officiële wijziging van een wetsontwerp of een ander officieel document (juridisch)
Amicaal
Aardig zoals bij vrienden hoort