woordenschat Flashcards
(12 cards)
1
Q
nog
A
todavía
2
Q
overtuigd
A
convencido
3
Q
het onderzoek
A
investigación
4
Q
het onderdeel
A
elemento
5
Q
grenzen
A
límites
6
Q
omtrent
A
sobre
7
Q
averechts
A
contraproducente
8
Q
het voordelen
A
ventaja
9
Q
de leerling
A
el alumno/la alumna
10
Q
omdat
A
perquè
11
Q
het gezag
A
autoritat
12
Q
rustig
A
tranquil