Woordenschat Hoofdstuk 6 Flashcards

(157 cards)

1
Q

agorafobie

A

pleinvrees,iemand die bang is om zijn vertrouwde omgeving te verlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

amoreel

A

zonder ideeën over goed of slecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

analfabeet

A

iemand die niet kan lezen of schrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

anemie

A

bloedarmoede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

anticlimax

A

onverwachte, teleurstellende afloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

antipathiek

A

niet sympathiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

antroponymie

A

persoonsnaamkunde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

arachinofobie

A

fobie / angst voor spinnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aseksualiteit

A

gebrek van interesse in seksuele handelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

asociaal

A

iemand die niet aangepast is of zich niet kan of wil aanpassen aan de maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

asymmetrie

A

onevenredigheid, wanverhouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

autobiografie

A

boek waarin iemand zijn eigen leven beschrijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

autocratie

A

zelfheerschappij (politiek), een regeringsvorm waarbij de ongelimiteerde macht wordt uitgevoerd door één persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

autodidact

A

iemand die door eigen studie specialistische kennis heeft opgedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

autohypnose

A

het bij jezelf teweegbrengen van kunstmatige slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

autonomie

A

bevoegdheid zichtzelf wetten te geven; onafhankelijk van de geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

bibliografie

A

lijst van geraadpleegde werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

bigamie

A

als men tegelijkertijd met twee personen getrouwd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

bipolair

A

dubbelpolig / tweepolig (meestal in de contect van bipolaire stoornis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

biseksueel

A

wanneer iemand zowel mannen als vrouwen seksueel aantrekkelijk vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

cinefiel

A

liefhebber van films

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

claustrofobie

A

de ziekelijke angst voor kleine ruimtes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

contraproductief

A

nutteloos, averechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

democratie

A

staatsvorm waarin het volk (door vertegenwoordigers) zichzelf regeert en vrijelijk zijn meningen en wensen kan uiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
digibeet
iemand die niet met digitale media kan omgaan
26
disfunctioneel
niet goed of normaal werkend
27
diskwalificeren
niet toelaten of uitsluiten wegens overtreding van de spelregels of het reglement
28
echografie
weergave van geluidsgolven die worden teruggekaatst door de inwendige structuren van een levend lichaam
29
fonoscoop
instrument voor het waarnemen van geluiden
30
geografie
aardrijkskunde
31
geometrie
meetkunde
32
geoniem
woord dat is afgeleid van een aardrijkskundige naam
33
heterogeen
ongelijksoortig
34
homogeen
gelijksoortig
35
hypertensie
hoge bloeddruk
36
illegaal
in strijd met de wet
37
immoreel
strijdig met de goede zeden, onzedelijk
38
interbellum
periode tussen twee oorlogen, met name periode tussen de WO1 en WO2
39
kalligrafie
schoonschrift
40
kosmologie
studie van het heelal
41
logopedie
behandeling van communicatiestoornissen met betrekking tot taal, spraak en stem
42
megafoon
grote geluidstrechter tot versterking van de menselijke stem
43
microscoop
apparaat waamee iets groter zichtbaar wordt dan het effectief is
44
monarchie
staat(svorm) met een eenhoofdige regeringsvorm (keizerrijk, koninkrijk) <=> republiek
45
monogamie
met één man of vrouw tegelijk getrouwd, België is een monogaam land
46
monocratie
alleenheerschappij
47
monopolie
de situatie die iem. als enige kan of mag verkopen; uitsluitende bevoegdheid tot iets: machtsmonopolie
48
monotoon
eentonig, vervelend
49
non-conformistisch
levenshouding waarbij je je niet wil aanpassen aan algemeen geldende omgangsregels
50
non-fictie
informatieve teksten, die voornamelijk op de werkelijkheid betrekking hebben
51
onbarmhartigheid
meedogenloosheid
52
pansofie
alwijsheid
53
pathologie
studie van ziekten (het ontstaan en verloop)
54
pedagogie
opvoedingsleer
55
polycratie
veelhoofdige regeringsvorm
56
polygamie
het trouwen met meerdere mannen of vrouwen tegelijkertijd
57
polyneuritis
ziekte waarbij verschillende zenuwen tegelijk worden aangedaan
58
polyvalent
met meerdere mogelijkheden (vb. een polyvalente zaak kan meerdere functies hebben)
59
pseudoniem
schuilnaam
60
pyrofobie
de angst voor vuur of brand
61
pyromanie
onweerstaanbare drang om brand te stichten
62
telepathie
overbrengen van een gedachte of een gevoel zonder gebruik van taal of technische hulpmiddelen
63
topografie
het beschrijven van de natuurlijke en kunstmatige kenmerken van een landstreek
64
toponiem
plaatsnaam
65
contaminatie
woorden door elkaar halen
66
idioom
iets wat je vaak gebruikt
67
fonologie
klankenleer
68
lexicon
woordenschat
69
orthografie
spelling
70
syntaxis
zinsopbouw zin, grammatica
71
kloof
ravijn
72
met handen en voeten klimmen
klauteren
73
hoofddeksel van Sinterklaas
mijter
74
spottend glimlachen
grijnzen
75
hersenen
brein
76
afblaffen, bits toespreken
snauwen
77
iets openbaar verkopen
veilen
78
oneffenheden wegschuren
vijlen
79
dienstmeisje
meid
80
hooistapel
mijt
81
klaarmaken
bereiden
82
op een paard rijden
berijden
83
iemand naar de mond praten
vleien
84
zich neerleggen
vlijen
85
jagger
moedig, gepassioneerd, fit
86
actiefplusser
levendige oude persoon
87
etymologie
oorsprong woord
88
regenboogtaal
genderneutrale termen gebruiken
89
smombie
smartphone, zombie
90
tinderellasydroom
afhankelijk zijn van datingapps
91
trollen
mensen irriteren op internet
92
affix
woordelement
93
prefix
voorvoegsel
94
suffix
achtervoegsel
95
porte-manteauwoord
samentrekking: combinatie van 2 bestaande woorden
96
samenstelling
2 woorden samenvoegen
97
afleiding
een woordelement toevoegen aan een zelfstandig naamwoord
98
synoniemen
twee of meer woorden met dezelfde betekenis
99
antoniemen
twee of meer woorden met een tegenovergestelde betekenis
100
spreekwoord
de formulering is onveranderlijk. Drukt meestal een volkwijsheid uit
101
aforisme
de auteur kennen van een bepaalde spreuk
102
zegswijze
de formuleringen kan aan de zin aangepast worden, het onderwerp kan veranderen en van het werkwoord kan je de tijd aanpassen
103
heten
een naam hebben
104
gezegde
een vaste verbinding van woorden zonder werkwoord. De verbinding vormt nooit een zin op zichzelf.
105
fysisch
betrekking hebbend op de natuur
105
noemen
een naam geven
106
doctor
academische graad van iemand, die aan de universiteit gepromoveerd is
106
fysiek
in de werkelijkheid bestaand
107
dokter
arts
107
beschouwen
bekijken, aanzien als
108
ziekenhuis
instelling voor het verplegen van zieken
108
aanzien voor
achten, houden voor
109
lukken
goed aflopen
109
slagen
lukken, een poging tot een goed einde brengen
110
vakantie
periode waarin scholen vrij hebben
110
te wijten
negatief
110
verlof
toestemming om afwezig te zijn van werk of school
110
kliniek
specifieke zorg
111
te danken
eigen toedoen, positief
111
tenslotte
bovendien
112
ten slotte
tot slot
112
doorgaan
plaatsvinden
113
plaatsvinden
neutraal
114
over
tijdsbepaling na dat de periode is afgelopen
115
binnen
tijdsbepaling als de periode nog bezig is
116
coupe
haarsnit, champagneglas, ijsje in glas
117
coup
staatsgreep
118
de aap komt uit de mouw
de waarheid komt aan het licht
119
slapen als een roos
goed slapen
120
door de vingers zien
iets toelaten dat je normaal niet zou doen
121
oude bokken lusten graag eens een groen blaadje
oude man trouwt met een jonge vrouw
122
een ezel stoot zich geen 2 keer aan dezelfde steen
niet 2 keer dezelfde fout maken
123
de knuppel in het hoenderhok gooien
iets zeggen dat een hevige reactie teweegbrengt
124
de kat uit de boom kijken
afwachten alvorens zelf iets te ondernemen
125
de kat de bel aanbinden
aandacht geven aan iets
126
de koe bij de horens vatten
werk maken van iets
127
de waarheid als een koe
echt waar
128
zo doof als een kwartel
heel doof zijn
129
zo traag als een slak
heel traag
130
parels voor de zwijnen
iets goed verspillen aan men die de waarde niet kunnen inschatten
131
de kop van Jut zijn
zondebok zijn
132
ongelovige thomas
iemand die twijfelt aan iets dat zeker is
133
Magere Hein
de dood
134
vrolijke frans
zorgeloze pretmaker
135
Joost mag weten
dat weet geen mens
136
brave hendrik
iemand die altijd braaf is
137
de pijp aan Maarten geven
sterven, het opgeven
138
met de gebakken peren zitten
in moeilijkheden zitten
139
wie zijn gat verbrand moet op de blaren zitten
in moeilijkheden zitten
140
Je mag geen slapende honden wakker maken
rust bewaren waar rust is
141
oost west, thuis best
graag thuis zijn
142
onbekend maakt onbemind
je kan er geen oordeel over vormen als je het niet kent
143
men sana in corpore sano
een gezonde geest in een gezond lichaam
144
wie / die niet waagt, niet wint
als je het niet geprobeerd hebt kan je het niet weten
145
waar een wil is, is een weg
als je iets echt wilt en er moeite voor doet dan zal je het bereiken
146
verandering van spijs doet eten
iets nieuw motiveert je
147
de boog kan niet altijd gespannen staan
je kan niet altijd 100 procent presteren