Woordenschat Hoofdstuk 6 Flashcards
(157 cards)
agorafobie
pleinvrees,iemand die bang is om zijn vertrouwde omgeving te verlaten
amoreel
zonder ideeën over goed of slecht
analfabeet
iemand die niet kan lezen of schrijven
anemie
bloedarmoede
anticlimax
onverwachte, teleurstellende afloop
antipathiek
niet sympathiek
antroponymie
persoonsnaamkunde
arachinofobie
fobie / angst voor spinnen
aseksualiteit
gebrek van interesse in seksuele handelingen
asociaal
iemand die niet aangepast is of zich niet kan of wil aanpassen aan de maatschappij
asymmetrie
onevenredigheid, wanverhouding
autobiografie
boek waarin iemand zijn eigen leven beschrijft
autocratie
zelfheerschappij (politiek), een regeringsvorm waarbij de ongelimiteerde macht wordt uitgevoerd door één persoon
autodidact
iemand die door eigen studie specialistische kennis heeft opgedaan
autohypnose
het bij jezelf teweegbrengen van kunstmatige slaap
autonomie
bevoegdheid zichtzelf wetten te geven; onafhankelijk van de geest
bibliografie
lijst van geraadpleegde werken
bigamie
als men tegelijkertijd met twee personen getrouwd is
bipolair
dubbelpolig / tweepolig (meestal in de contect van bipolaire stoornis)
biseksueel
wanneer iemand zowel mannen als vrouwen seksueel aantrekkelijk vindt
cinefiel
liefhebber van films
claustrofobie
de ziekelijke angst voor kleine ruimtes
contraproductief
nutteloos, averechts
democratie
staatsvorm waarin het volk (door vertegenwoordigers) zichzelf regeert en vrijelijk zijn meningen en wensen kan uiten