woordenschat p 21-22 Flashcards

(34 cards)

1
Q

liberaal

A

vrijheid centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

coalities

A

verbond van twee of meer groeperingen, partijen of staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

recessie

A

teruggang, terugval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Partito Nazionale Fascista

A

een partij zonder programma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

knokploeg

A

groep personen die in opdracht en in georganiseerd verband tegenstanders van de opdrachtgever fysieke schade toebrengt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mars op rome

A

een mars die fascistische Zwarthemden van 27 tot 29 oktober 1922 uitvoerden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ostentatief

A

opzettelijk en nadrukkelijk de aandacht trekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

militie

A

een groep burgers die (para)militaire taken op zich genomen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

corporatisme

A

maatschappijsysteem waarin een model waar wetgevende macht aan burgervergaderingen wordt toegekend die economische, industriële, agrarische en professionele groepen vertegenwoordigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rassenwetten

A

Deze racistische wetten zijn gericht tegen de Joden in Duitsland, waardoor ze minder rechten krijgen dan andere inwoners van Duitsland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vloot

A

strijdmacht op zee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tarento

A

een stad in Zuid-Italië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

galmen

A

langdurig naklinken of op overdreven trage wijze iets zingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

mussolini

A

minister-president van Italië van 1922-1943

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Salo

A

Een schijnstaat in Noord Italië, genoemd naar het regeringscentrum in de plaats Salò aan het Gardameer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de Führer

A

de Duitse titel waarmee Hitler wordt aangeduid

17
Q

sparktakistenopstand

A

Een poging van uiterst links om de regering van de Duitse Weimar-republiek omver te werpen

18
Q

bierhalle-putch

A

of Hitlerputsch was een mislukte staatsgreep in de avond/nacht van 8 november op 9 november 1923, waarbij Adolf Hitler, enkele vooraanstaande nazi’s en de SA, samen met generaal Erich Ludendorff van de Conservatieve Nationalisten, in München de macht probeerden te grijpen
Mein Kampf: Mijn strijd: boek van Hitler over zijn ideologie en presenteert hij zich als leider van

19
Q

NSDAP

A

nationaalsocialistische Deutsche Arbeiderspartij

20
Q

S.A.

A

sturmabteilung: door Hitler opgerichte beschermingsdienst

21
Q

rijkkanselier

A

de hoogste regeringsambtenaar van een rijk als plaatsvervanger van de vorst: de eerste minister in Duitsland

22
Q

totalitaire staat

A

staat met één partij en één ideologie die doordringt op alle terreinen van de samenleving

23
Q

corporatisme

A

: ideologie, middenweg tussen marxisme en kapitalisme, die samenwerkende corporaties als basis voor de staat ziet

24
Q

planeconomie

A

Economisch stelsel waarbij de regering bepaalt wat en hoeveel er geproduceerd wordt

25
Deutsche arbeiterfront
de vakbondsorganisatie die door de nazi's werd opgericht als enige alternatief voor de diverse vakbonden in de voormalige Weimarrepubliek
26
PR
Public Relations. Het geheel van activiteiten van een organisatie, rondom contacten met de omgeving ervan
27
Junkers
een Duits adellijk predicaat (en geen adellijke titel)
28
deviezen
een verzamelterm voor geldswaarden die kunnen worden gebruikt in het internationale betalingsverkeer en waarmee schulden aan andere landen kunnen worden voldaan
29
weimarrepubliek
de benaming van Duitsland in de periode van 1918/1919 tot 1933, toen het land voor het eerst een volwaardige democratie was.
30
rijkdaggebouw
het Duitse parlementsgebouw in de hoofdstad Berlijn aan het Plein van de Republiek
31
de nacht der lange messe
Tijdens deze nacht, op 30 juni 1934, werd de top van de SA (door Hitler opgerichte beschermingsdienst) op bevel van Hitler vermoord
32
S.S.: Schützstaffeln
beschermingsafdeling: een organisatie binnen de Duitse nazipartij, de NSDAP
33
R.S.H.A.: Reichssicherheitshauptamt:
de overkoepelende veiligheidsdienst van het Derde Rijk
34
gestapo
de Duitse geheime politie tijdens het naziregime