woordenstroom 3+4 Flashcards
(89 cards)
aberratie
(vooral geestelijke) afwijking, afdwaling
absurdistisch
Het absurde (ongrijpende) opzettelijk aanwendend
amalgaam
Legering van een metaal met kwik, mengelmoes
antipode
Tegenvoeter, iemand met tegenovergesteld karakter
associëren
Verbinden, met elkaar in verband brengen
banaal
Te alledaags, plat
bioloog
(Iemand) onder zijn invloed brengen, zodat hij geen eigen wil meer heeft, hypnotiseren
column
Regelmatige bijdrage aan een dagblad of tijdschrift met een bijzondere persoonlijke inhoud
constellatie
Stand van hemellichamen / stand van zaken
conventie
Overeenkomst, verdrag / samenkomst, vergadering / het geheel van als passend aanvaarde vormen, gebruiken, stilzwijgend aanvaarde regels en afspraken
decadentisme
Stijl van een als samenhangend beschouwde groep decadente schrijvers en kunstenaars
decadent
In verval verkerend / zeer verfijnd en gecultiveerd, maar zonder innerlijke en morele kracht
expliciet
Uitdrukkelijk, letterlijk zo gezegd
expositie
Tentoonstelling
graphic novel
In een stripverhaal uitgegeven in boekvorm, met uitgebreide en ingewikkelde verhaallijnen en vaak met literaire inslag; gewoonlijk bedoeld voor volwassenen
hydraulisch
Werkend door vloeistofdruk
icoon
Visuele afbeelding van Christus of een heilige / pictogram / persoon die, voorwerp dat als het ware een bepaald tijdperk belichaamt
incidenteel
Toevallig, nu en dan
intertekstualiteit
Het naar elkaar verwijzen van teksten
legio
Ontelbaar
Leviathan
Bijbels monster uit de oertijd
mecenas
Iemand die kunstenaars geldelijk steunt
neologisme
Nieuw gevormd of vervormd woord
neurose
Door psychische factoren veroorzaakt lichamelijk lijden