Woordjes Flashcards

(81 cards)

1
Q

Aanmaning

A

Iemand aanmanen om zijn verbintenissen na te komen door een ingebrekestelling te versturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aanvullende schadevergoeding

A

e veroordeling tot uitvoering in natura kan samen gaan met de betaling van bijkomende schadevergoeding om bijkomende schade te compenseren (=bijkomend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Absolute nietigheid

A

Kan door elke belanghebbende ingeroepen worden en kan in elke stand van het geding worden ingeroepen. De overeenkomst en al haar gevolgen worden met terugwerkende kracht uitgewist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beding ten gunste van een derde

A

Door middel van een beding ten gunste van een derde vraagt de bedinger een prestatie van de belover ten gunste van een derde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bedrog

A

Uitgelokte verkeerde voorstelling van de werkelijkheid door middel van een kunstgreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Benadeling

A

Wanneer er een aanzienlijk onevenwicht bestaat tussen de wederzijdse prestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bewarend beslag

A

De schuldeiser kan zijn vordering hierdoor proberen velig te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bindende kracht

A

Art. 1134

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cascaderedenering

A

In hoofdorde resultaatsverbintenis. In ondergeschikte orde inspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Coëxistentie

A

Op grond van eenzelfde gebeurtenis meerdere personen aanspreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Compensatoire schadevergoeding

A

Wanneer uitvoering in natura onmogelijk is geworden, wanneer geen enkel drukkingsmiddel werkt, wanneer vorderen van uitvoering natura neerkomt op rechtsmisbruik (=vervangende)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cotnractbreuk

A

Niet-nakoming overeenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Consensuele overeenkomst

A

Komen tot stand door de loutere wilsovereenstemming. Ze hebben geen bijzondere vormvereisten & formaliteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Derdemedeplichtigheid contractbreuk

A

Een persoon begaat een fout wanneer hij een contract sluit met een partij waarvan hij weet of moet weten dat die partij door het sluiten van dat contract, contractbreuk pleegt ten aanzien van wederpartij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Dwangsom

A

Per overtreding of per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dwaling

A

Niet-uitgelokte verkeerde voorstelling van de werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Eenzijdige buitengerechtelijke ontbinding

A

Voor de schuldeiser die geconfronteerd wordt met voldoende zwaarwichtige wanprestatie. Op eigen gezag en risico. Rechtsleer aanvaardt dit wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Eenzijdige overeenkomst

A

Wanneer niet alle partijen een verbintenis aangaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Eenzijde rechtshandeling

A

Veronderstelt een wilsuiting door één persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Equivalentieleer

A

Elke fout die een noodzakelijke voorwaarde is voor de schade, geeft aanleiding tot aansprakelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Exeptio non adimpleti contractus

A

Een partij gaat tijdelijk de naleving van haar verbintenis schorsen zolang haar wederpartij nalaat om zijn verbintenis na te komen (= niet-uitvoeringsexceptie; exceptie van de niet-nakoming; = enac)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Exoneratiebeding-clausule

A

Met zo’n beding kan een cotnractpartij zich geheel of gedeeltelijk ontdoen van zijn aansprakelijkheid (=bevrijdings)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Foutloze aansprakelijkheid

A

Persoon is aansprakelijk zonder dat een schadelijder bewijs moet leveren van een fout (=objectieve aansprakelijkheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Gedwongen uitvoering

A

Als debiteur zijn verbintenis niet vrijwillig nakomt, zal de schuldeiser de nakoming/betaling in rechte moeten vorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Gekwalificeerde benadeling
Ernstige benadeling door misbruik van de ondergeschikte positie en het was determinerend
26
Genuszaak
Moeten bepaald worden naar soort en hoeveelheid bv: 30 liter diesel (=soortzaken)
27
Gerechtelijke ontbinding
Wanneer overeenkomst niet wordt nageleefd, kan de wederpartij aan de rechter vragen om te ontbinden wegens wanprestatie
28
Geweld
Wanneer persoon onder druk gezet wordt om tegen zijn wil een verbintenis aan te gaan
29
Gezamelijke verbintenis
= deelbaar; samengevoegde; splitsbare
30
Handelingsbekwaamheid
Mogelijkheid om rechten/plichten zelf & zelfstandig uit te oefenen
31
Hoofdbedrog
Zonder bedrog niet gesloten
32
Hoofdelijke verbintenis
Wanneer er meerdere personen zijn die ieder tot het geheel gehouden zijn door wet/contract. (=solidaire verbintenis)
33
Imprevisieleer
Rechter mag contract aanpassen of ontbinden wanneer de uitvoering ervan veel moeilijker is geworden (maar niet onmogelijk)
34
Incidenteel bedrog
Wanneer de overeenkomst zonder bedrog wel gesloten zou zijn, maar tegen minder bezwarende voorwaarden
35
Ingebrekestelling
Rechtshandeling waarmee de schuldeiser zijn schuldenaar aanmaant om zijn verbintenis na te komen
36
Inspanningsverbintenis
Schuldenaar garandeert enkel dat hij voldoende inspanningen zal leveren (=middelenverbintenis)
37
In solidum
Waarin meerdere personen elk afzonderlijk fouten begaan die samen leiden tot schade. aanspreken voor gehele schade
38
Interestbeding
Wanneer debiteur geldsom moet betalen en dit niet/laattijdig doet is hij vanaf datum ingebrekestelling moratoire interest verschuldigd
39
Intuïtu personae
Kunnen alleen worden uitgevoerd door de wettelijk of contractueel aanwezen persoon (= met persoonsgebonden karakter)
40
Kanscontract
Waarbij de partijen niet kunnen inschatten of prestaties gelijkwaardig zullen zijn bv. verzekering
41
Kettingbeding
Clausule waarin contractpartij aan werderpartij belooft om in de toekomstige contracten een bepaalde verbintenis op te leggen/door te geven
42
Kwalitatieve aansprakelijkheid
Waarbij persoon aansprakelijk is omwille van schade door een andere persoon, zaak of dier waarvoor hij instaat
43
Nietigheid
Alle gevolgen van de overeenkomst worden uitgewist met terugwerkende kracht
44
Ondeelbare verbintenis
Voorwerp moet in geheel worden uitgevoerd
45
Onderhandelend contract
>< toetredingscontracten
46
Oneigenlijke overeenkomst
Vrijwillige daden (=quasi-contract)
47
Ontbindende voorwaarde
Is die welke bij haar vervulling de verbintenis teniet doet. Verdwijnt met terugwerkende kracht.
48
Ontbinding
Wijze van beëindiging van een wederkerige overeenkomst ten gevolge van een zwaarwichtige wanprestatie
49
Onverschuldigde betaling
Datgene betaald zonder verschuldigd te zijn kan worden teruggevorderd
50
Oorzaak
Doorslaggevende beweegreden om overeenkomst aan te gaan
51
Opschortende voorwaarde
Uitvoering hangt af van de vervulling van de voorwaarde
52
Opzegbeding
Contract schrijft bedrag voor dat verschuldigd is bij vroegtijdige beëindiging (=verbrekingsbeding)
53
Orgaantheorie
Rechtspersoon kan alleen handelingen stellen door middel van fysieke personen die ze vertegenwoordigen
54
Overeenkomst onder bezwarende titel
Waarbij elke partij de verplichting wordt opgelegd om iets te geven/doen
55
Overeenkomst uit vrijgevigheid
Steunen op wil van 1 partij om andere partij voordeel te verschaffen
56
Overmacht
Aan vreemde oorzaak te weten
57
Pauliaanse vordering
Geeft schuldeiser de mogelijkheid om in eigen naam op te treden tegen alle rechtshandelingen die zijn schuldenaar heeft verricht met bedriegelijke benadeling van zijn rechten
58
Plechtige overeenkomst
Pas geldig wanneer bepaalde vormvereisten/formaliteiten zijn voldaan
59
Potestatieve voorwaarde
Wanneer 1 van de partijen mede de controle heeft over het al dan niet intreden van de voorwaarde
60
Precontractuele fase
Waarin onderhandeld wordt
61
Rechtsbekwaamheid
Mogelijkheid om titularis te zijn van rechten/plichten
62
Rechtstreekse vordering
Schuldeiser kan rechtstreeks de schuldenaar van zijn schuldenaar aanspreken
63
Relatieve nietigheid
Kan enkel ingeroepen worden door een persoon die behoort tot de beschermde
64
Resultaatsverbintenis
Schuldenaar garandeert dat bepaald resultaat bereikt zal worden (=uitslagverbintenis of garantieverbintenis)
65
Retntierecht
Geeft rechtmatige bezitter van een goed dat aan een ander toebehoort het recht om de afgifte/teruggave van die goed te weigeren
66
Risico-aanvaarding
Wanneer slachtoffer zelf een fout heeft begaan, is het niet meer toerekenbaar
67
Schadebeding
Kan op forfaitaire wijze de schade begroten in geval van wanpresatie
68
Specieszaak
Zekere & welbepaalde zaken bv. Mona Lisa
69
Sterkmaking
Rechtsfiguur waarbij persoon A zich verbindt tegen B dat hij een derde zal overhalen om een welbepaalde overeenkomst met persoon B te sluiten
70
Toetredingscontract
Hier is weinig of geen ruimte voor onderhandeling. Men moet zich neerleggen bij de voorwaarden
71
Uitvoerend beslag
Uitvoering van bewarend beslag
72
Uitvoering bij equivalent
Vervangende schadevergoeding
73
Veinzing
Partijen gaan bij een overeenkomst opzettelijk een andere rechtsverhouding veinzen naar buiten toe (=simulatie)
74
Onder tijdsbepaling
Verbintenis hangt af van toekomstige, zekere gebeurtenis
75
Onder voorwaardere
Verbintenis hangt af van toekomstige, onzekere gebeurtenis
76
Vergeldende overeenkomst
Waarbij partijen hun wederzijdse prestaties als gelijkwaardig beschouwen
77
Vermogen des onderscheids
Schuldbekwaamheid
78
Vertegenwoordiging
Een persoon hoeft niet altijd persoonlijk de overeenkomst te sluiten
79
Zaakwaarneming
Het vrijwillig verrichten van een handeling buiten elke wettelijke/contractuele verplichting
80
Zakelijke overeenkomst
Komen pas tot stand wanneer het voorwerp van de overeenkomst aan de schuldeiser wordt overhandigd
81
Zijdelingse vordering
Laat schuldeiser eveneens toe om op te treden tegen de schuldenaar van zijn schuldenaar