Woordjes Flashcards
(410 cards)
1
Q
Relatie
A
Relationship
2
Q
Familielid
A
Relative
3
Q
Naaste familielid
A
Close relative
4
Q
Verloofd
A
Engaged
5
Q
Verloving
A
Engagement
6
Q
Vieren
A
To celebrate
7
Q
Viering
A
Celebration
8
Q
Scheiden
A
To divorce
9
Q
Scheiding
A
Divorce
10
Q
Vanwege
A
Because of/on account of
11
Q
Samenwonen
A
To live together/to cohabit
12
Q
uit elkaar gaan
A
To separate
13
Q
Scheiding (na samenwonen)
A
Separation
14
Q
Onafscheidelijk
A
Inseparable
15
Q
Alleenstaand
A
Single
16
Q
In de steek laten
A
To desert/ to abandon
17
Q
Grootbrengen
A
To bring up / to raise
18
Q
Pleegouders
A
Foster parents
19
Q
Stiefvader
A
Stepfather
20
Q
Voorouder
A
Ancestor
21
Q
Afstammen (van)
A
To descend (from)
22
Q
Afstammeling
A
Descendant
23
Q
Vrijgezel
A
Bachelor
24
Q
Volwassene
A
Adult
25
Volwassen
Grown-up
26
Beschouwen
To regard/ to consider
27
Onder
Among
28
Feliciteren (met)
To congratulate (on)
29
Gefeliciteerd (niet bij verjaardag)
Congratulations
30
Verkering hebben
To go steady
31
Het uitmaken
To break it off
32
Voogd
Guardian
33
Reden
Reason
34
Overspel
Adultery
35
Ontrouw
Infidelity
36
Tegenspoed
Adversity
37
Lijken op
To resemble/ to look like
38
Opvallen
To strike (struck-struck)
39
Opmerkelijk
Remarkable
40
Te danken hebben (aan)
To owe to
41
Ouderlijk
Parental
42
Wees
Orphan
43
Kennis
Acquaintance
44
Gemeen/gemeenschappelijk
In common
45
Huwelijks
Marital
46
Kern
Corn
47
Baby/peuter
Infant
48
Huwelijk
Matrimony
49
Afstammelingen
Offspring
50
Oppervlakkig
Casual
51
Knaap
Lad
52
Naaste familieleden
Next of kin
53
Minderjarig
Minor
54
Kerel/vent
Fellow, bloke, guy, chap
55
Menselijk
Human
56
Uiterlijk
Appearance
57
Litteken
Scar
58
Bekend/vertrouwd
Familiar
59
Gevoelig
Sensitive
60
Blootstellen (aan)
To expose (to)
61
Blootstelling
Exposure
62
Ademen
To breathe
63
Naakt
Naked/nude
64
Hoewel
Though /although
65
Gezichtsvermogen
Sight
66
Transpireren
To perspire
67
Transpiratie
Perspiration
68
Kaal
Bald
69
Verven (haar/kleding)
To dye
70
Spier
Muscle
71
Verwijderen
To remove
72
Zwaarlijvig
Obese
73
Zwaarlijvigheid
Obesity
74
Slank
Slim
75
Afslanken /afvallen
To slim
76
Gelaatstrekken
Features
77
Rimpel
Wrinkle
78
Gracieus/sierlijk
Graceful
79
Schedel
Skull
80
Zintuig
Sense
81
Ledematen
Limbs
82
Vermoeidheid
Fatigue
83
Huiveren/rillen
To shiver
84
Mank
Lame
85
Grijpen
To seize
86
Kracht/krachten
Strength
87
Gezondheid
Health
88
Gezond
Healthy
89
Griep
Flu/influenza
90
Ziekte
Disease/illness
91
Besmettelijk
Contagious/infectious
92
Slechter worden
To deteriorate
93
Veroorzaken
To cause
94
Oorzaak
Cause
95
Risico
Risk
96
Gewoon
Ordinary
97
Raadplegen
To consult
98
Onderzoeken
To examine
99
Kalmeringsmiddel
Tranquilliser
100
Etiket
Label
101
Ervoor zorgen
To ensure
102
Gewoonte
Habit
103
Gehandicapt/invalide
Disabled
104
Handicap
Disability
105
Borst kast
Chest
106
Verlamd
Paralysed
107
Nier
Kidney
108
Zuurstof
Oxygen
109
Anticonceptie
Contraception
110
Anticonceptiemiddel
Contraceptive
111
Zwanger
Pregnant
112
Zwangerschap
Pregnancy
113
Moederschap
Maternity
114
Vaderschap
Paternity
115
Pijn doen
To hurt
116
Koorts hebben
To have a fever
117
Hersenbloeding
Stroke
118
Revalideren
To rehabilitate
119
Voorschrijven
To prescribe
120
Recept
Prescription
121
Behandelen
To treat
122
Behandeling
Treatment
123
Nodig
Necessary
124
Chirurg
Surgeon
125
Plastische chirurgie
Plastic surgery
126
Spreekkamer
Surgery
127
Spreekuur
Surgery hours
128
Uitvoeren/verrichten
To perform
129
Huisarts
General practitioner/GP
130
Arts
Physician
131
Weefsel
Tissue
132
Aanwijzingen/ instructies
Directions
133
Verdragen/uithouden
To bear/to endure
134
Opereren
To operate on
135
Herstellen
To recover
136
Herstel
Recovery
137
In verleiding brengen
To tempt
138
Verleiding
Temptation
139
Weerstaan
To resist
140
Weerstand
Resistance
141
Onweerstaanbaar
Irresistible
142
Apotheek
Pharmacy
143
Medicijn
Medicine/drug
144
Dodelijk
Mortal/lethal
145
(On)sterfelijk
(Im) mortal
146
Sterftecijfer
Mortality
147
Overgeven/braken
To vomit/throw up
148
Gewoon/veel voorkomend
Common
149
Genezen
To cure
150
Ongeneeslijk
Incurable
151
Geest
Mind
152
Geestelijk
Mental
153
Gezond van geest
Sanity
154
Krankzinnig
Insane
155
Krankzinnigheid
Insanity
156
Lichamelijk
Psychical
157
Ondanks/desondanks
In spite of/despite
158
Genezen (van een wond)
To heal
159
Flauwvallen
To pass out/to faint
160
Bewusteloos
Unconscious
161
Bij bewustzijn
Conscious
162
Reanimeren
To revive
163
Lijden
To suffer
164
Begraven
To bury
165
Overeenkomstig
In accordance with
166
Begraafplaats
Cemetery
167
Kerkhof
Churchyard
168
Begrafenis
Funeral
169
Graftombe
Tomb
170
Kist/doodskist
Coffin
171
Plechtig
Solemn
172
Wijlen/overlijden
Late /deceased
173
In memoriam
Obituary
174
Grafschrift
Epitaph
175
Erfelijk
Hereditary
176
Afdeling
Wars
177
Kwaadaardig
malignant
178
Bacterie
Germ
179
Onderscheiden
To distinguish
180
Onderscheid
Distinction
181
Hevi
Severe
182
Zelfmoord
Suicide
183
Gif
Poison
184
Vergiftigen
To poison
185
Giftig
Poisonous
186
Monster
Sample
187
Vaststellen
To ascertain
188
Waardevol bezit
Asset
189
Kwijt raken/afkomen van
To get rid of
190
Keelpijn
Sore throat
191
Ader
Vein
192
Verlichten
To relieve, to alleviate, to soothe
193
Sanitair, hygiëne
Sanitary
194
Omkomen
To Perish
195
Vanwege
For the sake of
196
Pest
Plaque
197
Eer betonen
To pay homage/to pay tribute
198
Duizelig
Dizzy/giddy
199
Tevergeefs
In vain
200
Of
Whether /if
201
Opleiden
To educate
202
Opleiding/onderwijs
Education
203
Kleuterschool
Nursery school/kindergarten
204
Basisschool
Primary school
205
Middelbare school
Secondary school
206
Scholengemeenschap
Comprehensive (school)
207
Gymnasium
Grammar school
208
Kostschool
Boarding school
209
Vak
Subject
210
Overzicht
Survey
211
Taalwetenschap
Linguistics
212
Taalkundige
Linguist
213
Afstuderen
To Graduate
214
Afgestuurde
Graduate
215
Student
Undergraduate/ student
216
Graad
Degree
217
In staat stellen
To enable
218
Saai
Boring/dull/tedious
219
Vervelen
To bore
220
Zich vervelen
To be bored
221
Overslaan
To skip
222
Cijfer
Mark/grade
223
Slagen voor
To pass
224
Zakken voor
To fail
225
Voldoende
Pass/pass mark
226
Onvoldoende
Fail/fail mark
227
Spieken
To crib
228
Tenzij
Unless
229
Gemiddeld
Average
230
Eigenlijk
Actually
231
Diploma
Certificate
232
Trimester/periode
Term
233
Kennis
Knowledge
234
Oppervlakkig
Superficial
235
Sportzaal/gymzaal
Gymnasium/gym
236
Niveau
Level
237
Verwaarlozen
To neglect
238
Verwaarlozing
Neglect
239
Te verwaarlozen
Negligible
240
Slordigheid
negligence
241
Bijnaam
Nickname
242
Toepassen
To apply
243
Toepasbaar
Applicable
244
Vergelijken
To compare
245
Vergelijking
Comparison
246
Betrekkelijk
Comparatively/relatively
247
Anafalbeet
Illiterate
248
Analfabetisme
Illiteracy
249
Alfabetisme/geletterdheid
Literacy
250
Storen
To disturb
251
Verstoring /ordeverstoring
Disturbance
252
Vorderingen/vooruitgang
Progress
253
Snel
Rapid
254
Cursus
Course
255
Verplichten
To oblige
256
Verplichting
Obligation
257
Verplicht
Complulsory/obligatory
258
Blijven
To remain
259
Over het hoofd zien
To overlook
260
Dubbelzinnig
Ambiguous
261
Roeping
Vocation
262
Van plan zijn
To intend
263
Bedoeling/plan
Intention
264
Loopbaan/carrière
Career
265
Decaan
Careers teacher
266
College
Lecture
267
Bijwonen
To attend
268
Aanwezigheid
Attendance
269
Citeren
To quote
270
Citaat
Quotation
271
Samenvatting
Summary
272
Voornaamste /hoofd
Main/chief
273
Wetenschap
Science
274
Wetenschapper
Scientist
275
Wetenschappelijk
Scientific
276
Ontwikkelen
To develop
277
Ontwikkeling
Development
278
Keuze/optie
Option
279
Keuzevak
Optional subject
280
Truant
Spijbelaar
281
To play truant
Spijbelen
282
Spijbel gedrag
Truancy
283
Regel
Rule
284
Tegen
Against
285
Allesbehalve
Anything but
286
Ijverig
Diligent/industrious
287
Ijver
Diligence
288
Woordenschat
Vocabulary
289
Gevorderd
Advanced
290
Fashion
Mode
291
Fasionable
In de mode/modieus
292
In fashion/vogue
Inde mode
293
Old-fashion
Ouderwets
294
Garment
Kledingstuk
295
To attract
Trekken
296
Conspicuous
Opvallend
297
To wear
Dragen (kleding/bril)
298
Shabby
Armoedig
299
Fabric
Stof
300
To mend
Maken / repareren
301
Collar
Kraag/boord
302
Fur
Bond
303
Size
Maat
304
To shrink
Krimpen
305
To design
Ontwerpen
306
Designer
Ontwerper
307
Design
Ontwerp
308
Wardrobe
Kleerkast
309
Casual clothes
Vrijetijdskleding
310
Laundry
Wasserij, wasgoed
311
Detergent
Wasmiddel
312
Zip/zipper
Ritssluiting
313
Trousers
(Lange) broek
314
To tear
Scheuren
315
To fit
Passen
316
Fitting room
Paskamer
317
Jewel
Juweel
318
Bracelet
Armband
319
Necklace
HalsKetting
320
Chain
Ketting
321
Pendant
Hanger
322
Gem /precious stone
Edelsteen
323
Genuine/real
Echt
324
Fake
Namaak/vals
325
Jewellery
Sieraden, juwelen
326
Gift
Cadeau
327
Link
Schakel
328
Splendid
Prachtig
329
Decent
Fatsoenlijk
330
Belt
Riem, ceintuur
331
Underwear
Ondergoed
332
Scarf
Das, sjaal
333
Headscarf
Hoofddoek
334
Veil
Sluier
335
To catch on
Aanslaan
336
Chips
Friet
337
Crisps
Chips
338
Scarce
Schaars
339
Hardly, scarcely, barely
Nauwelijks
340
Wholesome
Gezond (van voedsel)
341
Cereal
Graanproduct
342
Pie
Pasteitje
343
Fit/suitable
Geschikt
344
Curious, peculiar
Eigenaardig
345
Roll/bun
Broodje
346
Herb
Kruid
347
Flavour
Smaak
348
To complain
Klagen
349
Complaint
Klacht
350
To feed
Voeren
351
To nourish
Voeden
352
Nutritious
Voedzaam
353
Malnutrition
Ondervoeding
354
Shortage
Tekort
355
Famine
Hongersnood
356
To starve
Van de honger ontkomen
357
Starvation
Honger
358
To cater
Verzorgen
359
Main course
Hoofdgerecht
360
Starter
Voorgerecht
361
Dessert
Nagerecht
362
To consist of
Bestaan uit
363
To prefer (to)
Liever hebben (dan)
364
Preference
Voorkeur
365
Chef
Chef (kok)
366
To pass on
Doorgeven
367
Blunt
Bot
368
To mix
Mengen
369
Landlord
Caféhouder/waard
370
Pub
Cafe
371
License
Vergunning
372
Cafe
Eethuisje zonder drankvergunning
373
To decline
Afslaan
374
Empty
Leeg
375
Barrel
Vat
376
Contents
Inhoud
377
To contain
Bevatten
378
Spirits, liquor
Sterke drank
379
Grape
Druif
380
Waiter
Ober
381
To serve
Bedienen
382
Clumsy
Onhandig
383
Additive
Toevoegen
384
Tray
Dienblad
385
Recipe
Recept, kookrecept
386
To preserve
Bewaren
387
To decay
Bederven
388
Perishable
Bederfelijk
389
To bother
Moeite doen
390
Liquid
Vloeistof
391
Drink, beverage
Drank, drankje
392
To swallow
Slikken
393
Choke
Stikken
394
Mushroom
Champignon
395
Edible
Eetbaar
396
Tim/can
Blikje
397
Gadget, device
Apparaatje
398
Appliance
Apparaat
399
Domestic
Huishoudelijk
400
To do dishes, to wash up
Afwassen
401
Sink
Gootsteen
402
Tap
Kraan
403
Utensil
Gebruiksvoorwerp
404
Booze
Drank
405
Pastry
Gebakje
406
Drunk
Dronken
407
Sober
Nuchter
408
Hangover
Kater
409
To squeeze
Persen/uitpersen
410
Prescription
Recept (dokter)
