Woordjes P12 Tot 25 Flashcards
(56 cards)
1
Q
Het onthaal
A
L’accueil
Le
2
Q
De artiest
A
L’artiste
Le
3
Q
Vrijwilliger
A
Le/la bénévole
4
Q
Het geluk
A
Le bonheur
5
Q
De oorstop
A
Le bouchon auditif
6
Q
De armband
A
Le bracelet
7
Q
De plaats
A
L’emplacement
8
Q
De plek
A
L’endrait
9
Q
De internetruimte
A
L’escape internet
10
Q
Het festival
A
Le festival
11
Q
De festivalganger
A
Le festivalier
12
Q
Het aantal
A
Le nombre
13
Q
De organisator
A
L’organisateur
14
Q
Het programma
A
Le programme
15
Q
De toiletten
A
Les sanitaires
16
Q
Het geluid
A
Le Son
17
Q
De show
A
Le spectacle
18
Q
De stand
A
Le stand
19
Q
Het ticket
A
Le ticket
20
Q
De modder
A
La boue
21
Q
De pet
A
Le casquette
22
Q
De bagagekluis
A
La consigne
23
Q
De coulisses
A
Les coulisses
24
Q
De uitgave
A
L’edition
25
Pendelbus
La navette
26
De schaduw
L’ombre
27
De eetgelegenheid
La restauration
28
Gratis
Gratuit
29
Beperkt
Limité
30
Responsable de
Verantwoordelijk voor
31
Herbruikbaar
Réutilisable
32
Sinds
| Vooral
Depuis
| Surtout
33
Uitdelen
Distribuer
34
Voorzien
Prévoir
35
Aanbevelen
Recommander
36
Op het programma
Au programme
37
In voorverkoop
En precénte
38
In openlucht
En plein air
39
Voor de fun
Pour le fun
40
Niets beters dan
Tien de tel que
41
De abdij
L’albaye
42
De omheining
La clôture
43
De afwasser
Le plonguer
44
De reisweg
L’intinéraire
45
Tegen regen bestand
Imperméable
46
De koelbox
La glacière
47
Le cv
Een cv
48
Ik heb deelgenomen aan
Ik was er bij
Ik ben gaan kijken
J’ai participé à
J’ai assisté à
Je suis allé voor
49
Ik heb genoten van
| Ik heb gehouden van
J’ai bien Aimé
| J’ai adoré
50
Dat was geweldig
C’etait super
51
Het was een geweldige ervaring
C’etait unie expérience formidable
52
Plaatsvinden
Avoir lieu
53
Georganiseerd worden
Être organisé
54
Gebeuren
De passer
55
In de maand van
Aan het begin van
Aan het einde van
Au mois de
Au début de
À la Fin de
56
Het duurt dagen
Ik dure jours
