woordjes thema 3 Flashcards
(115 cards)
1
Q
aansprekend, aantrekkelijk
A
appealing
2
Q
tweetalig
A
bilingual
3
Q
snel groeiend
A
booming
4
Q
vestiging, tak
A
branch
5
Q
de trein nemen
A
catch the train
6
Q
uitbreiden
A
expand
7
Q
firma
A
firm
8
Q
laat staan
A
let alone
9
Q
anderzijds, aan de andere kant
A
on the other hand
10
Q
snel
A
rapidly
11
Q
vertegenwoordigen
A
represent
12
Q
dringend
A
urgently
13
Q
sollicitant
A
applicant
14
Q
houding
A
attitude
15
Q
in dienst nemen/hebben
A
employ
16
Q
carrierestap
A
career move
17
Q
kantoorbaan
A
desk job
18
Q
ondernemer
A
entrepreneur
19
Q
Stagiair
A
Intern
20
Q
stage
A
internship
21
Q
werk zoeken
A
job hunting
22
Q
loonsverhoging
A
pay rise
23
Q
promotie
A
promotion
24
Q
kwalificaties
A
qualifications
25
ontslag nemen
resign
26
toezicht houden
supervise
27
loon
wages
28
werklast
workload
29
toepassing
application
30
toepassen
apply
31
ruzien
argue
32
inzet
commitment
33
gretig
eager
34
bescheiden
humble
35
investeerder
investor
36
lanceren
launch
37
beroemd
noted
38
presenteren
perform
39
druk
pressure
40
om het simpel te zeggen
put it simply
41
zoekmachine
search engine
42
klein
slight
43
oplossen
slove
44
beginnend bedrijf
start-up
45
klantenservice
customer service
46
onderhoudswerk
maintenance work
47
functie
position
48
aankoop
purchase
49
betrouwbaar
reliable
50
reparaties
repairs
51
aanvullen
restock
52
verkoop
sales
53
voorraad
supply
54
naast
alongside
55
hoeveelheid
amount
56
aanspreken
appeal to
57
leerling
apprentice
58
schoonheidsspecialist
beautician
59
bloeddruk
blood pressure
60
cateraar
caterer
61
nauw
closely
62
meelevend
compassionate
63
nadelen
cons
64
kunnen omgaan met
cope with
65
vereisen
demand
66
tandartsassistent
dental assistant
67
hondenuitlater
dog walker
68
nadeel
downside
69
bloemist
florist
70
injectie
injection
71
beperkt
limited
72
monteur
mechantic
73
verpleger, verpleegster
nurse
74
voordelen
pros
75
banketbakker
pastry chef
76
voorruitzicht
prospect
77
bevredigend, de moeite waard
rewarding
78
verkoper, verkoopster
salesperson
79
monster
sample
80
steun
support
81
chirurg
surgeon
82
een zoetekauw zijn
have a sweet tooth
83
voordeel
upside
84
leverancier
vendor
85
assistent dierenarts
vet's assistant
86
jongerenwerker
youth worker
87
landbouw
agriculture
88
opleidingsstage
apprenticeship
89
parkeergarage
car park
90
verschijnen, opkomen
emerge
91
veranderen
evolve
92
vergezocht, onwaarschijnlijk
far-fetched
93
opwekken
generate
94
praktisch
hands-on
95
met meerdere verdiepingen
multi-storey
96
veelbelovend
promising
97
snugger
sevvy
98
schaars
scarce
99
geavanceerd, modern
advanced
100
computervaardigheden
computing skills
101
elektrotechniek
electrical technology
102
hardwerkend
hard working
103
professioneel
professional
104
stiptheid
punctuality
105
betrouwbaarheid
reliability
106
vindingrijk
resourceful
107
sterk punt
strength
108
passen bij
suit
109
goed georganiseerd
well organised
110
dierenverzorgen
zeekeeper
111
vakantie besteden aan werk
a busman's holiday
112
het werk leren doen
to learn the ropes
113
de kneepjes van het vak
the tricks of the trade
114
veel werk voor de boeg hebben
to have one's work cut out for one
115
een spoedcursus volgen
to take a crash course in something
