word skills Flashcards

(330 cards)

1
Q

fase

stadium

A

phase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

stadium

etappe

A

stage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

synoniem

A

synonym

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

synoniem

A

synonymous

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

betekenis

A

sense

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verwisselbaar

identiek

A

interchangeable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dubbelzinnig

A

ambiguous

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dubbelzinnigheid

A

ambiguity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

iets op een bepaalde manier opvatten

interpreteren

A

to interpret sth

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

interpretatie

A

interpretation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

doorzichtig

gemakkelijk te begrijpen

A

transparent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ondoorzichtig

moeilijk te begrijpen

A

opaque

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

inpakpapier

A

wrapping paper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

duidelijk

onmiskenbaar

A

self-explanatory

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

duidelijk

precies

A

precise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

exact
precies
duidelijk

A

exact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

juistheid
precisie
nauwkeurigheid

A

precision

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

ziel

A

soul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

bijna

ongeveer

A

virtually

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

bijna hetzelfde

ongeveer hetzelfde

A

virtually the same

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

geest

A

spirit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

bijna onmogelijk

A

virtually impossible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

bijna zeker

A

virtually certain

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

ironie

A

irony

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
ironisch
ironic
26
zware ironie
heavy irony
27
licht ironisch
a trace of irony | a hint of irony
28
sarcasme
sarcasm
29
sarcastisch
sarcastic
30
iemand belachelijk maken
to make fun of sb
31
figuurlijk gebruikt
figurative
32
figuurlijk taalgebruik
figuratively
33
letterlijk
literal
34
letterlijk gebruikt
literary
35
afkeurend
disapproving
36
ouderwets (taalgebruik)
old-fashioned
37
ouderwets
dated
38
modern taalgebruik | huidig taalgebruik
in current use
39
dialect | spreektaal
slang
40
kleinerend
pejorative
41
neerbuigend | denigrerend
derogatory
42
beledigend
insulting
43
iemand beledigen
to insult sb
44
opzettelijk beledigend
deliberately insulting
45
zeer beledigend
highly insulting
46
iets of iemand uitlachen
to make fun of | to poke fun at
47
belachelijk maken (meestal door die persoon na te doen)
to mock
48
kruipen
to crawl
49
twijfelen
to have second thoughts
50
in tweestrijd zijn
to be in two minds about sth
51
vriendelijk
sweet (of sb)
52
het druk hebben met iets
to be tied up
53
iets begint bij iemand te dagen
to dawn on sb
54
bijbedoeling | een reden waarom je iets doet dat je verzwijgt
ulterior motive
55
dom | stom
thick | stupid
56
het laatste zijn waar iemand aan denkt
to be the last thing on sb's mind
57
iets vermijden | iets niet willen doen
to get out of sth
58
iets in het rond doen laten vliegen iets op de vlucht jagen iets ondersteboven lopen
to send sth flying
59
iemand in het rond laten vliegen iemand op de vlucht jagen iemand ondersteboven lopen
to send sb flying
60
wanneer je iets verassends wil zeggen
you are not gonna believe this | you are not going to believe this
61
iets beïnvloeden om iets te laten doen | vb: de auto laten starten
to get sth to do sth
62
iemand beïnvloeden om iets te doen | vb: ik kreeg hem niet weg van het feestje
to get sb to do sth
63
vers blijven
to keep
64
genoeg voor iemand tot een bepaalde tijd
to keep sb going | vb: I will eat that sandwich. It will keep me going until lunch
65
iets zeggen of schrijven op een bepaalde manier
to put sth (into words)
66
iemand harder laten werken
to put sb
67
iets aan iemand overlaten
to leave sth to sb | to leave sth with sb
68
think or calculate sth to be particular time or numbe
to make sth sth
69
iemand ergens krijgen/ brengen | cause sb to reach a particular condition or place
to bring sb somewhere
70
iets wordt verkocht of gemaakt inclusief iets
to come with
71
iets wordt verkocht of gemaakt in iets | vb: de stoelen zijn in 4 verschillende kleuren mogelijk
to come in
72
voldoende zijn in een bepaalde situatie
do | vb: will that do?
73
voldoende zijn in een bepaalde situatie
do for sb or sth
74
rijbewijs
driving licence
75
geboorteakte
birth certificate
76
reserve onderdeel
spare part
77
voorbijganger
passer-by
78
verlengd weekend
long weekend
79
levensverwachting
life expectancy
80
binnenweg
short cut | shortcut
81
kostuum verkleedpak galakleed
fancy dress
82
kinderrijmpje
nursery rhyme
83
gokautomaat
fruit machine | slot machine
84
nabestaanden
next of kin
85
op het laatste moment
last-minute
86
bebouwde kom
built-up
87
in paniek
panic-stricken
88
ongevoelig
thick-skinned
89
afstotelijk | ontmoedigend
off-putting
90
sprakeloos | met de mond vol tanden
tongue-tied
91
versleten
worn out
92
vermoeid | uitgeput
worn out
93
duurzaam
hard-wearing
94
eindeloos
never-ending
95
humeurig slecht gehumeurd prikkelbaar
bad-tempered
96
bekrompen kleingeestig kortzichtig
narrow-minded
97
dweepziek | onverdraagzaam
bigoted
98
ruimdenkend
broad-minded
99
ruimdenkend
open-minded
100
vergeetachtig | afwezig
absent-minded
101
doelbewust
single-minded
102
een teleurstelling
a let-down
103
iemand teleurstellen
to let sb down
104
afvallen | niet meer deelnemen aan
to drop out (of sth)
105
een afvaller
a dropout
106
een opkomst
a turnout
107
uitrukken | bijeenkomen
to turn out
108
een opschudding
a shake-up
109
voor een opschudding zorgen
to shake sth up
110
stilvallen | niet meer werken
to break down
111
storing | defect
breakdwon
112
iets opstoppen | iets belemmeren
to hold sth up
113
iemand opstoppen | iemand belemmeren
to hold sb up
114
een opstopping een belemmering een versperring
a hold-up
115
file
tailback
116
een file veroorzaken
to tail back
117
een afschrijving | vb: een auto die niet meer door de keuring geraakt
a write-off
118
iets afschrijven
to write sth off
119
het einde van een relatie | uit elkaar gaan
a break-up
120
uit elkaan gaan
to break up
121
een terugval
a setback
122
iets veroorzaakt een terugslag
to set sth back
123
iemand tegenhouden
to set sb back
124
oproer | het uitbreken
an outbreak
125
spenderen | uitgeven
to lay out
126
onkosten | uitgaven
outlay
127
plaatsing | combinatie van bepaalde woorden
collocation
128
iets in brand steken
to set fire
129
vuur vatten
to catch fire
130
het vuur begon
the fire broke out
131
in brand
on fire
132
verspreiding van vuur
fire spread
133
in vlammen opgaan | vuur vatten
to burst into flames
134
in vlammen opgaan
to go up in flames
135
het vuur wordt minder
the fire died down | the flames died down
136
het vuur doven
to put out the fire | to extinguish fire
137
bosbranden
forest fires
138
het vuur aansteken | een vuurtje aansteken
to lit a fire
139
het vuur doofde
the fire went out
140
de lichten gingen uit
the lights went out
141
een sigaret doven
to put a cigarette out
142
er brak een gevecht uit
a fight broke out
143
in tranen uitbarsten
to burst into tears
144
een ziekte kan zich gemakkelijk verspreiden
a disease could spread easily
145
het lawaai werd stiller
the noise died down
146
stortregen
torrential rain
147
stormkrachtige winden
gale-force winds
148
aanzienlijke moeilijkheid
considerable difficulty | great difficulty
149
uitgebreide schade
extensive damage | widespread damage
150
duidelijk accent | sterk accent
strong accent
151
licht accent
slight accent
152
een echte eer
great honour
153
een echte inspanning
real effort | special effort
154
gezamenlijke inspanning
concerted effort
155
voornaamste zorg | voornaamste bezorgdheid
main concern | principal concern
156
toenemende bezorgdheid
growing concern
157
een bekend gezicht
familiar face
158
een kleine samenvatting | een korte samenvatting
a brief summary
159
een typisch voorbeeld
a classic example | perfect example
160
sterke kritiek
strong criticism
161
felle kritiek
fierce criticism
162
uitgebreide kritiek
widespread criticism
163
complete chaos
utter chaos | total chaos
164
op het nippertje ontsnapt
narrow escape
165
een echte doorn in het oog | pijnlijk om naar te kijken (gebouw,...)
a real eyesore
166
gekwetst worden | gekwetst voelen
to take offence (at sth)
167
iets duidelijk maken
make it clear (that)
168
zoiets niet doen
to do no such thing
169
tot een overeenkomst komen
to reach (an) agreement
170
tot een beslissing komen
to reach a conclusion
171
een compromie bereiken
to reach a compromise
172
tot een besluit komen
to reach a verdict
173
het vooruitzicht onder ogen komen
to face the prospect (of/that/..)
174
een argument oplossen | een geschil oplossen
to settle a dispute | to settle an argument
175
iemand verantwoordelijk houden (voor iets)
to hold sb responsible (for sth)
176
de schuld op zich nemen
to take the blame (for sth)
177
op het punt komen (dat/wanneer)
to reach the point (where/when)
178
terugkrabbelen | terugtrekken
to back down
179
helemaal compleet volledig
entirely
180
volledig anders
entirely different
181
volledig verantwoordelijk
entirely responsible
182
niet helemaal
not entirely
183
niet helemaal zeker
not entirely sure
184
niet helemaal blij
not entirely happy
185
niet helemaal tevreden
not entirely satisfied
186
reflecteren spiegelen nadenken
to reflect
187
tellen * nummers opzeggen * een totaal vinden * omvatten
to count
188
absorberen opslorpen -> gassen, vloeistoffen
to absorb
189
absorberen bevatten opnemen -> informatie
to absorb
190
gunst | hulp
favour
191
een voorstel | een plan
a propose
192
omstandigheid
circumstance
193
zich schamen
to hang your head
194
nerveus zijn
to lick the lips
195
gelijk geven instemmen mee eens zijn
to nod the head
196
verrast zijn | fronsen
to raise the eyebrows
197
twijfelen | niet zeker zijn
to shrug the shoulders
198
boos zijn
to stamp your feet
199
een fout | een vergissing
a mistake
200
iemand/ iets voor iets/iemand aanzien
to mistake sb/sth for sb/sth
201
uitstekend
excellent
202
uitblinken in iets
to excel in/ at sth
203
definitief | uiteindelijk
final
204
afmaken
to finalize
205
zonder punt onbeduidend nutteloos
pointless
206
een groep supporters
a large following
207
een huis
a house
208
woongebouwen
housing
209
gemeen | harteloos
heartless | cruel
210
ontroeren
emotive
211
omgang | behandeling
handling
212
verontschuldigend overkomen
apologetic
213
zich verontschuldigen
to apologize
214
onvergeeflijk
unforgivable | inexcusable
215
onbeschrijfelijk
indescribable
216
merkbaar
noticeable
217
alles is inbegrepen
fully inclusive
218
vergelijken
to compare
219
vergelijkbaar
comparable
220
fatsoenlijk | eervol
reputable
221
bemeubelen
to furnish sth
222
bemeubeld
furnished
223
onbemeubeld
unfurnished
224
veelbewogen | belangrijk
eventful
225
rustig
uneventful
226
onverklaarbaar
inexplicable
227
herkenning
recognition
228
de moeite waard
worthwile
229
waardeloos
worthless
230
waardig
worthy
231
bezetten in beslag nemen innemen
occupy sth
232
iets opbiechten
to confess sth
233
een bekentenis | biecht
confession
234
jezelf toewijden
to commit yourself
235
toewijding
commitment
236
oorsprong
origin
237
voorkomen afstammen ontstaan
to originate
238
verzekeren
to assure sb that | to assure sb of sth
239
een vezekering
assurance
240
vereenvoudigen
to simplify sth
241
vereenvoudiging
simplification
242
iemand mishandelen | iemand misbruiken
to abuse sb
243
misbruik
abuse
244
opkomen voor verdedigen verweren
to defend sb | to defend yourself
245
weerloos
defenceless
246
ernstig erg zwaar
severe
247
hevigheid | strengheid
severity
248
aangeven aanduiden wijzen op
to indicate sth
249
aanwijzing
an indication
250
een samenkomst | een bijeenkomst
a do | a get-together
251
een leuke ervaring
a good laugh
252
saai, langdradig gedoe
a bit of a drag
253
armzalig
lousy
254
waardeloze film
a lousy film
255
belabberd weer
lousy weather
256
een pond
quid
257
ponden
quid
258
een afzetterij
a rip-off
259
iemand afzetten
to drop sb off
260
gierig
tight-fisted tight stingy
261
vies | ranzig
vile | disgusting
262
een ranzige geur
a vile smell
263
een man
a bloke | a guy
264
een lastpost
a (real) pain | a pain in the neck
265
vervelend zagen
to moan about sth
266
een toilet
a loo
267
iets stelen
to pinch sth
268
jatten
to nick sth
269
wat een lef
what a nerve | what a cheek
270
schatje | liefje
darling | love
271
arm
broke
272
honger hebben
starving | dying for sth to eat
273
een dutje
a kip
274
chique
posh
275
bemoeizuchtig | nieuwsgierig
nosy | nosey
276
virus | bacterie
bug
277
geïnteresseerd zijn in iets
to be into sth
278
iemand inmaken (in een wedstrijd)
to hammer sb | to thrash sb
279
iemand bedriegen (meestal om geld af te troggelen)
to con sb
280
kritiek
flak | stick
281
gek
daft
282
thanks
ta | cheers
283
gewiekst | onbetrouwbaar
dodgy
284
ontspannen
laid-back | easy-going
285
luidruchtigheid
din | racket
286
het ene oor in, het andere oor uit
to go in one ear and out of the other
287
zich niets meer kunnen herinneren
my mind goes (a complet) blank
288
er geraken
to get there
289
ergens geraken
to get somewhere
290
nergens geraken
to get nowhere
291
het is niet nutting om te doen
it's no good + -ing there's no pint in + -ing it's no use + -ing
292
ik (jij, hij,...) heb iets nodig
I (you/he/...) could do with sth
293
iets in gedachten hebben
to have sth in mind
294
iemand in gedachten hebben
to have sb in mind
295
uit mijn hoofd (kenne/zeggen)
off the top of my head
296
advies geven over wat het beste is
your best bet (is to...) | the best thing (to do is ...)
297
idiomatische uitdrukking | vaste, niet-doorzichtige woordverbinding
an idiom
298
ziekjes zijn
under the weather
299
een groep woorden die samen als een geheel functioneren
a set phrase | eg: sorry to keep you waiting
300
wanneer je niet had verqacht dat iets ging gebeuren terwijl je het wel gezegd had
don't hold your breath
301
een uitgemaakte zaak
a foregone conclusion
302
zeker wel
you bet
303
volledig akkoord gaan met wat er juist gezegd is
you can say that again
304
geen geluk | spijt dat iets niet gaat gebeuren
no such luck
305
een verhaal dat je niet gelooft
a likely story
306
geen idee hebben
i haven't the faintest idea don't aks me your guess is as good as mine
307
er is geen reden om iets niet te doen
you've got nothing to lose
308
zeg je wanneer je denkt dat iets een grapje is
you're kidding you're joking you can't be serious
309
het is je dagje niet
it's not your day
310
onmogelijk
no way | no chance
311
laatste redmiddel
a last resort a final resort if all else fails
312
er zijn meer nadelen dan voordelen
it's more trouble than it's worth
313
een situatie waarin je voordelen van twee dingen hebt zonder de nadelen
the best of both worlds
314
met de voeten op de grond blijven | realistisch zijn
keep your feet on the ground
315
zich ontspannen | zich amuseren
to let your hair down
316
een hopeloze strijd voeren
to fight a losing battle
317
het is te mooi om waar te zijn
too good to be true
318
je tijd spenderen aan het inbeelden van zaken zonder door te hebben wat er rond jou afspeelt dagdromen
to live in a world of your own | to be in a world of your own
319
toevallig...
by any chance
320
wanneer iets misschien te gevoelig is om te vragen
if you don't mind my/me asking
321
het zit zo...
the thing is
322
comperatief benadrukken: | even goed, even interessant,...
every bit as ... as
323
je weet maar nooit
you never know
324
raad
guess what
325
geloof het of niet
believe it or not
326
geen wonder | niet verrassend
no wonder
327
waar in godsnaam ...
on earth
328
onder overigens gelijke omstandigheden
all things being equal
329
op de een of andere manier
for some reason
330
ik moet toegeven dat...
I have to admit