Words in context Flashcards
(177 cards)
1
Q
speculate
A
veronderstellen
2
Q
impartial
A
neutraal
3
Q
persistant
A
volhardend
4
Q
mandatory
A
verplicht
5
Q
offhand
A
onvoorbereid
6
Q
circumvent
A
omzeilen
7
Q
eclipse
A
donker
8
Q
discernible
A
waarneembaar
9
Q
unbiased
A
onpartijdig
10
Q
moderation
A
gematigd
11
Q
repudiate
A
ontkennen
12
Q
proclaim
A
verkondigen
13
Q
to revoke
A
herroepen
14
Q
recant
A
herroepen
15
Q
skeptical
A
twijfelachtig
16
Q
imperceptible
A
onmerkbaar
17
Q
strenuous
A
zwaar
18
Q
interject
A
onderbreken
19
Q
prescribe
A
voorschrijven
20
Q
prevail
A
heersen
21
Q
succumb
A
toegeven
22
Q
diverge
A
afwijken
23
Q
deceptive
A
misleidend
24
Q
innocous
A
onschuldig
25
novel
nieuw en anders
26
unobstrusive
onopvallend
27
perhipheral
niet zo belangrijk als iets anders, aan de kant gelegen
28
delegate
afvaardigen
29
renounce
afstand doen van
30
elusive
ongrijpbaar
31
imminent
iets dat bijna gaat gebeuren
32
operative
effectief
33
latent
Verborgen
34
waive
afstand doen van
35
concede
opgeven
36
refute
weerleggen
37
tenuous
fragiel
38
nuanced
goed doordacht
39
resiliant
weerbaar
40
inadequate
onvoldoende
41
dispute
discussiëren
42
underscore
aandacht trekken
43
invalidate
ongeldig maken
44
mystifying
misleiden
45
predatory
geweldadig
46
obscure
Duister, onduidelijk
47
implement
uitvoeren
48
adhere
hechten, deelnemen
49
grapple
een moeilijkheid overkomen
50
indecipherable
onleesbaar
51
ornamental
sier
52
surmis
vermoeden
53
contrive
bedenken
54
complementary
aanvullend
55
disparate
anders, ongelijksoortig
56
conform
overeenkomstig
57
ambivalence
gemengde gevoelens over iets hebben
58
intrguing
facinerend
59
infallible
noodzakelijk
60
lucrative
winstgevend
61
tedious
eentonig, langudrig
62
validate
bevestigen
63
proponent
voorstander
64
a supplement
een aanvulling
65
reciprocate
wederkerig
66
annoteren
toelichten
67
buttress
steunen
68
disengage
uitschakelen
69
comprise
omvatten
70
engulf
overwelmen
71
provoke
oproepen
72
equanimity
gelijkmoedigheid
73
endure
verdragen
74
aggravate
erger maken
75
premditated
voorbedacht
76
haphazard
random
77
fruitless
niet succesvol
78
rudimentary
basis
79
rebut
weerleggen
80
epitomize
een typisch voorbeeld geven van
81
incongruous
onverenigbaar
82
irrefutable
Overtuigend
83
superfluous
overbodig
84
inquitable
onpartijdig
85
unattainable
onbereikbaar
86
anomalous
abnormaal
87
irreprochable
zonder schuld
88
insuperable
onoverkombaar
89
provocative
opgewonden
90
entail
inhouden
91
substantiate
onderbouwen
92
banal
alledaags
93
dogmatic
sterk je geloof uitenen
94
indigenhous
inheems
95
vacillate
aarzelen
96
amass
samen komen
97
intercede
tussenkomen
98
contrivance
vindingrijk, intelligent
99
adjunct
toevoeging/ assistent
100
proxy
volmacht
101
feasible
mogelijk
102
equivocal
ambitieus
103
preliminary
voorlopig
104
idle
niet actief
105
sporadisch
iets wat weinig voorkomt
106
expedite
versnellen
107
reverence
eerbied
108
exhaustive
alle mogelijkheden proberen
109
superficial
oppervlakkig
110
palpable
voelbaar
111
coincide
samenvallen
112
prestine
onaangeraakt
113
benevolent
welwillend
114
scrupulous
exact
115
momentous
gedenkwaardig
116
inconsequential
niet belangrijk
117
spurious
vals
118
prudence
voorzichtigheid
119
copiuous
overvloedig
120
survey
overzicht
121
indistinct
onduidelijk
122
implicit
ongesproken
123
indisputable
Twijfelachtig
124
compound
samengesteld
125
inhibit
remmen, voorkomen
126
vindicate
rechtvaardigheden
127
preclude
uitsluiten
128
precurser
voorloper
129
effervescent
bruisend
130
ebullition
koken
131
inextricable
onlosmakkelijk
132
presage
voorbode
133
heterogeneous
gemixt
134
mitigate
verzachten
135
shrewd
wijs
136
pretentious
arrogant
137
extraneous
onbelangijk
138
diffuse
verspreiden
139
insular
isolatie
140
prohibitive
verhindered
141
convene
samenkomen
142
augment
uitbreiden
143
induce
veroorzaken
144
appeas
kalmeren
145
amorphous
ongestructureerd
146
customary
gebruikelijk
147
suppress
onderdrukken
148
intrinsic
essentieel
149
subordinate
ondergeschikt
150
adequate
voldoende
151
subvert
ondermijnen, ruineren
152
credible
geloofwaardig
153
profound
diep
154
engender
creëren
155
acquire
verwerven
156
precarious
riskant
157
inconspicious
onopvallend
158
cordial
vriendelijk
159
inadvertently
onopzettelijk
160
antecedent
verleden
161
impendig
aankomend
162
perpetual
eewigdurend
163
tentative
onzeker
164
warranted
gegarandeerd
165
prominent
overduidelijk
166
exploit
gebruik maken van iemands voordeel
167
sanction
goedkeuren
168
rationalize
rechtvaardigheden
169
postulate
voorstellen
170
encompass
omvatten
171
contentious
betwistbaar, twijfelachtig
172
conspicuous
duidelijk
173
insensible
ongevoelig
174
manifest
makkelijk herkenbaar
175
scrutinize
examineren
176
exacerbate
erger maken
177
redress
herstellen
