Zelfstandig, koppel en hulpwerkwoord Flashcards
(6 cards)
1
Q
Wat zegt het zelfstandig werkwoord?
A
wat iets of iemand doet
2
Q
Waar komt het zww voor?
A
werkwoordelijk gezegde
3
Q
Wat doet een koppelwerkwoord?
A
koppelt een eigenschap aan het ow
4
Q
Waar komt het kww voor?
A
in zinnen met een naamwoordelijk gezegde
5
Q
wat zijn koppelwerkwoorden?
A
zijn, worden, blijven, lijken, blijken schijnen
6
Q
waar staat een hulpwerkwoord meestal
A
achterin in de zin