Ziekteleer Flashcards
(35 cards)
Aangeboren nierafwijkingen
Soort: Alle dieren
Oorzaak: Aangeboren
Verschijnselen: vaak geen verschijnselen door compensatoir vergrote resterende nier
Extra: rund ontbreekt meestal linker nier, hond en kat vaker rechter nier.
Niercysten
Rond, dunwandig, gevuld met helder vocht en variabel in grootte. Enkelvoudig tot multipel in schors en/of merg.
In veel diersoorten beschreven.
Verloop: Ontstaan klein en worden later vaak groter. Aan het begin geen verschijnselen.
Hydronefrose
Verwijding van het nierbekken door urinestuwing.
Stapelingsziekten “Amyloïdose” (AA)
Diersoort: Rund, hond, kat, hamster, paard, rat en vogels
Oorzaak: Ophoping van amyloïd in een of meer organen (nier, lever, milt, darmen en bijnieren). Complicatie van chronische ziekten.
Verschijnselen: Afhankelijk van ernst en lokalisatie.
- Glomerulair (hond): proteïnurie, oedeem en uremisch syndroom.
- Medullair (kat): PU/PD, metabole afwijkingen en leverlijden.
- Rund: Nefrotisch syndroom en nierfalen na 1-2 maanden. Oedeem en heftige diarree.
Diagnose: macroscopisch vergroot, bleek tot geel en soms grijs-wit. Consistentie verhoogd, op sneevlak vochtig korrelig en in schors doorschijnende puntjes. Beiderzijds en diffuus.
Therapie: symptomatisch, vaak moeilijk te behandelen.
Prognose: afhankelijk van ernst. Bij rund infaust.
Extra: amyloïd is vooral gelokaliseerd in de glomeruli (glomerulaire amyloïdose), maar kan ook voorkomen in het niermerg (medullaire amyloïdose).
AA = normaal amyloïd.
SAA = serumamyloïd A (acuut)
AL = light chain van Ig amyloïd (plasmaceltumoren)
Nefritis
Ontsteking in de nieren. Nefritiden delen we doorgaans in een glomerulonefritis, waarbij voornamelijk de glomeruli betrokken zijn, een (tubulo)interstitiële nefritis, die zich in het interstitium en de tubuli voordoet en de pyelonefritis, waarbij primair het nierbekken (pyelum) is betrokken.
Glomerulonefritis
Diersoort: hond
Oorzaak: immuungemedieerd en/of infectieus
Verschijnselen: spieratrofie (door eiwitverlies), ascites, proteïnurie en soms hematurie. Uiteindelijk uremisch syndroom.
Diagnose: proteïnurie zonder aanwijzingen voor pre- of postrenale oorzaken.
Therapie: primaire oorzaak aanpakken, aangepast dieet, ACE-remmers
Prognose: afhankelijk van ernst en oorzaak. Bij ernstige gevallen slecht.
Porcine dermatitis en nefritis syndroom (PDNS)
Diersoort: varken (8-14 weken)
Oorzaak: precieze oorzaak onbekend. Porcine circovirus 2 en AL ertegen. Slecht klimaat en overbevolking.
Verschijnselen: necrotische vasculitis -> lokale laesies in de huid
Diagnose: histologisch onderzoek van de huid en de nieren. PCV2 aantonen dmv PCR. Andere ziektes uitsluiten.
Therapie: geen. Preventief verminderen van de contactstructuur tussen dieren.
Extra: necrotische vasculitis kan in de nier leiden tot een heftige glomerulonefritis.
Aviaire polyomavirus (APV)
Diersoort: vogels (papegaai-achtige <1 jaar)
Oorzaak: aviaire polyomavirus (APV)
Verschijnselen: PU/PD, diarree, subcutane bloedingen, biliverdinurie, gewichtsverlies, anorexie, regurgiteren/braken, vertraagde kroplediging en lethargie.
Diagnose: intranucleaire virale inclusies.
Therapie: vaccinatie is preventief mogelijk, maar niet in NL verkrijgbaar.
Extra: mortaliteit is hoog. Histologisch: wss immuungemedieerde membraneuze glomerulonefritis + necrose van lever en milt.
Tubulo-interstitiële nefritis
Diersoort:
- Non-purulent: veel bij vogels (NCD en IBV)
- Purulent: vogels, rund, paard en varken.
Oorzaak: toxinen aangevoerd vanuit het bloed of verminderde bloedaanvoer (hypoxie). Trombo-embolie.
Verschijnselen: afhankelijk van ernst.
Prognose: matig en afhankelijk van ernst en primaire proces.
Extra:
- Non-purulent: veroorzaakt door noxen of agentia.
- Purulent: veroorzaakt door pyogene agentia, via bloedbaan naar nier.
Pyelonefritis
Diersoort: rund (in aansluiting op de partus in relatie met een blaasverlamming)
Oorzaak: gemengde populatie van bacteriën.
Corynebacterium renale en E-coli.
Verschijnselen: frequent kleine hoeveelheden rode urine, met pus en vellen. Mictie is pijnlijk, ureter verdikt en vermageren.
Diagnose: urinesediment: ery’s, leuko’s, epitheelcellen, kristallen, hyaliene cilinders en zeer veel bacteriën. Lichamelijk-, rectaal- en urineonderzoek.
Therapie: AB (minimaal 3 weken)
Prognose: vaak recidief
Extra: vaak één nier aangetast, maar komt ook beiderzijds voor. Het pyelum is verwijd en bevat purulent exsudaat.
Pyelonefritis varken
Diersoort: varken (vooral zeugen en gelten, 2-3 weken na natuurlijke dekking of partus)
Oorzaak: meerdere bacteriën, waaronder Actinobaculum suis. Leidt slechts in een klein aantal gevallen tot pyelonefritis.
Verschijnselen: anorexie, polydipsie en frequent lozen van kleine hoeveelheden urine die bloed en pus bevat.
Diagnose: obv verschijnselen en urineonderzoek.
Preventie: optimaliseren van de hygiëne.
Therapie: AB, maar beter slacht/euthanasie door recidieven.
Extra: bij sectie ontstoken nierbekken, papil kan ook necrotisch en hemorragisch zijn. Vaak ook cystitis en ureteritis.
Infectie via besmette beteren -> afvoeren.
Pyelonefritis hond en kat
Diersoort: hond en kat
Oorzaak: ascenderende infectie vanuit de blaas, uterus of prostaat. E. coli of Staphylococcus spp.
Verschijnselen:
- Acuut: algemeen ziek, anorexie, koorts, PU/PD en evt. incontinentie.
- Chronisch: meestal geen duidelijke verschijnselen. Evt. uremisch syndroom.
Diagnose: obv symptomen en echo. Blaaspunctie voor urine- en bacteriologisch onderzoek.
Therapie: AB (± 4 weken)
Prognose: afhankelijk van stadium van pyelonefritis.
Extra: komt meer voor bij honden
Chronische nierziekte (CKD) Kat en hond
Diersoort: kat en hond
Oorzaak: ouderdom, raspredispositie en immuungemedieerde problemen
Verschijnselen: sopor (depressie), anorexie, foetor ex ore, braken, PU/PD en soms diarree. Slijmvliezen bleek (anemie) en soms ulcera).
- Kat: hypertensie
Diagnose: pre- en postrenale oorzaken uitgesloten. Evt. histologisch onderzoek, urineonderzoek: SG laag, proteïnurie, creatinine en ureum in plasma verhoogd.
Therapie: causaal en symptomatisch (dieet, ACE)
Prognose: verlies van functionerend nierweefsel is irreversibel en de aandoening verloopt vaak progressief.
Extra: wordt regelmatig vastgesteld bij katten.
Chronische nierziekte (CKD) Konijn
Diersoort: konijn
Oorzaak: parasiet = Encephalitozoon cuniculi
Verschijnselen: scheef houden kop, ataxie, PU/PD en algemeen ziek.
Diagnose: verschijnselen en bloedonderzoek (verhoging creatinine en ureum)
Therapie: fenbendazol of albendazol
Extra: parasiet heeft de voorkeur voor het zenuwstelsel (hersenen) en de nieren.
Chronische nierziekte (CKD) Paard
Diersoort: paard
Oorzaak: ouderdom
Verschijnselen: anorexie, slecht uithoudingsvermogen, oedeem, PU/PD en proteïnurie.
Diagnose: bevindingen en bloedonderzoek (ureum en creatinine verhoogd), evt. biopt van de nier.
Therapie: geen
Prognose: infaust
Extra: rectaal onderzoek -> kleine stevige linkernier met onregelmatig oppervlak.
Chronische nierziekte (CKD) Vogels
Diersoort: vogels
Verschijnselen: sopor, anorexie, foetor ex ore, PU/PD, slijmvliezen bleek (anemie) en soms ulcera. De ontlasting heeft de gebruikelijke vorm, maar een extra waterfractie.
Diagnose: bloedonderzoek (niet creatinine, maar ratio urinezuur/ureum). Vaststellen calcium en fosfaat.
Therapie: dieet en eventuele fosfaatbinders.
Neoplasieën van de nier
Primaire tumoren van de nier zijn vrij zeldzaam.
De belangrijkste epitheliale neoplasie is het nier(adeno)carcinoom. Deze treedt meestal eenzijdig en lokaal op en wordt regelmatig aangetroffen bij de grasparkiet. Het belangrijkste verschijnsel is een (eenzijdige) parese/paralyse als gevolg van de druk van de tumor op de n. ischiadicus, die bij vogels door de nier loopt.
Het maligne lymfoom is de meest voorkomende rondcellige neoplasie.
Nefroblastoom is een eenzijdige tumor (epitheliaal en mesenchymaal).
Urolithiase
Diersoort: alle
Oorzaak: verhoogde concentratie van minerale bestanddelen, beïnvloed door het voer, de concentratie van de urine en de mate van uitscheiding. Ook de pH van de urine speelt een rol (herkauwers/paard/konijn alkalische pH (8-8,8), hond/kat/fret een zure).
Verschijnselen: uiteenlopend, afsluiting van de urethra of ureteren. Blaasruptuur en/of verlamming van de m. detrusor.
Diagnose: urineonderzoek en bacteriologisch onderozek. Echo en röntgen (contrast). Evt. bloedonderzoek.
Therapie: herstellen adequate urineafvoer, verhoging wateropname, aanpassing dieet en evt. operatie.
Extra: uroliet = urinesteen.
Soorten kristallen:
- Struviet (hond, kat, herkauwer en varkens)
- Calciumhoudend (hond, kat, paard, konijn, cavia)
- Uraatstenen (vogels)
- Cystinestenen (hond; raspredispositie)
Ureterobstructie
Soort: alle
Oorzaak: concrementen afkomstig uit het pyelum. Bloedstolsel of exsudaat.
Verschijnselen:
- Acuut: buikpijn
- Geleidelijk: veroorzaakt weinig verschijnselen, leidt tot hydronefrose.
Urethraobstructie Kat
Soort: kat, vooral katers
Oorzaak: secundair aan plugvorming en/of strictuurvorming.
Verschijnselen: vaak naar kattenbak, heftige en vocale pijnuiting, overvulde en pijnlijke blaas.
Systemisch secundair aan (postrenale) nierfalen!
Diagnose: verschijnselen, LO en bloed- en urineonderzoek.
Therapie: SPOED! Blaaslediging (katheter), voorzichtig met sedatie, infuus, blaasspoelen en dieetadvies.
Prognose: goed, maar recidieven.
Extra: afsluiting thv distale penispunt -> soms is een penisamputatie geadviseerd.
Urethraobstructie Hond
Soort: hond (vooral reuen)
Oorzaak: secundair aan vastlopen urolieten thv bekkenomslag en voor het os penis.
Verschijnselen: frequente, niet-succesvolle en pijnlijke pogingen om urine te lozen. Soms systemische verschijnselen.
Diagnose: signalement, verschijnselen, LO, urineonderzoek en aanvullende beeldvorming.
Therapie: SPOED! Blaaslediging, opheffen obstructie, dieet.
Prognose: gunstig tot slecht
Extra: komt soms voor bij teven door een urethracarcinoom.
Analyse van verwijderde stenen is sterk aanbevolen, dit is de basis voor preventie van recidieven.
Urethraobstructie Herkauwer
Soort: schaap, geit en rund
Oorzaak: vooral bij gecastreerde mannelijke dieren door concrementen in processus urethralis
Verschijnselen: frequente, niet succesvolle pogingen tot het lozen van urine. Rusteloos heen en weer lopen, klagen, gillen, trappende bewegingen naar de buik en koliek.
Diagnose: obv verschijnselen en bevindingen bij het inbrengen van urinekatheter.
Therapie: opheffen obstructie, dieet (aanzuren + extra zout)
Prognose: goed
Extra:
- Vaak kan gruis worden gevonden rond de penisopening en preputium.
- Een hoge urethrotomie maakt een dier ongeschikt voor dekdienst.
Blaasruptuur
Soort: kater, reu en hengstenveulen
Oorzaak: relatief lange en nauwe urethra. Blaasovervulling, persen of trauma.
Verschijnselen: geheel of gedeeltelijk achterwege blijven van mictie en soms hematurie. Systemische verschijnselen (depressie, anorexie en braken).
- Veulen: sloom en lichte koliek
Diagnose: anamnese, LO en beeldvorming (röntgen en/of echo). Dikke buik en positieve undulatieproef.
Therapie: herstellen van blaas
Prognose: doorgaans goed
Extra: urine lekt naar de buikholte en dan ontstaat een postrenaal nierfalen.
Ruptuur van urethra
Soort: kater
Oorzaak: secundair aan obstructie, ontsteking of complicatie katheterisatie