Zin aanvullen P9 Flashcards
(43 cards)
Rafael heeft een telefoon. Hij belt elke dag met zijn…
moeder
Mother
Rafael has a phone. he calls every day with his mother
Raheem heeft een fijn huis. Hij woont daar met…
zijn familie
his family
Raheem has a fine house. he lives there with his family.
Rahime heeft Nederlandse les. Ze vindt haar docent…
slim
smart
Rahime has dutch lessons. she finds her teacher smart.
Rasha werkt op een kantoor. Het kantoor is…
Groot
big
Rasha is working in a office. The office is Big
Remi werkt op de markt. Hij verkoopt…
Kaas
cheese
Remi is working on the market. He is selling Cheese.
Rhonda is haar sleutel kwijt. Nu moet ze…
zoeken
search
Rhonda has lost her keys. now she must search.
Rico eet vaak snoep. Snoep is slecht voor…
je tanden
your teeth
Rico is eating candy a lot. Candy is bad for your teeth.
Rico krijgt een prik. Hij is…
ziek
sick
Rico is getting an injection. he is sick.
Rima en haar dochter zijn in de keuken. Haar dochter wil…
helpen
help
Rima and her daughter are in the kitchen. her daughters want to help.
Robin loopt snel naar school. Hij is…
te laat
too late/late
Robin is walking quickly to school. he is too late.
Romeo werkt op een school. Hij geeft les aan…
kinderen
children
Romeo is working on a school. he is teaching to children.
Roy wil zijn vriend spreken. Hij gaat…
naar hen toe
go to them
Roy wants to speak his friends. he is going to (Visit) them).
Ryan heeft weinig geld. Hij werkt…
niet veel
not a lot
Ryan has little money. he works not a lot.
Ryan wil een film zien. Hij gaat naar…
de bioscoop
the cinema
Ryan wants to see a movie. he is going to the cinema.
Sabir heeft een nieuwe baan. Hij werkt bij…
een winkel
a store
Sabir has a new job. he is working at a store.
Saïd heeft vakantie. Hij gaat…
Naar London
to London
Saïd has holiday. he is going to London
Saïd is te laat op zijn werk. Zijn baas is…
Boos
angry
Saïd is late at his work. his boss is angry.
Salih is bakker. Hij werkt meestal…
in de ochtend
in the morning
Salih is a baker. he works mostly in the morning.
Salim snijdt de uien. Zijn vrouw gaat…
koken
cooking
Salim is cutting the onion. his wife is going to cook.
Sam loopt het lokaal uit. Hij gaat…
naar huis
to home
Sam is walking out of the classroom. he is going home
Samir is te laat voor de trein. Hij moet nu…
wachten
wait
Samir is late for the train. Now he has got to wait.
Samira heeft een gesprek met haar baas. Ze praten over…
haar werk
her work
Samira has a conversation with her boss. they are talking about her work.
Samira gaat naar haar ouders. Ze gaan samen…
Uit eten
eating out
Samira is going to her parents. they are going together to eat out.
Samira heeft pijn aan haar rug. Ze kan niet goed…
Lopen
walk
Samira has pain at her back. she cannot walk well.
