zintuigen 2 Flashcards

(41 cards)

1
Q

welke receptoren reageren op fysieke vervorming van celmembranen

A

mechanoreceptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de 3 groepen mechanoreceptoren

A

tastreceptoren
baroreceptoren
proprioceptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de soorten tastreceptoren op basis van de info die ze doorsturen

A

receptoren fijne aanraking/druk = gedetailleerde informatie

receptoren grove aanraking/druk = vage informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de 6 type tastreceptoren

A

vrije zenuwuiteinden
haarwortelplexus
tastlichaampjes van Merkel = tactiele schijfjes
tastlichaampjes van Meissner
lichaampjes van Pacini
lichaampjes van Ruffini

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe weet je welke ruggenmergzenuw beschadigd is

A

dermatoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn vrije zenuweinden

A

vertakte uiteinden van sensorische neuronen die reageren op aanraking, druk, pijn en temp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat izjn de haarwortelplexus

A

vrije zenuweinden die door haarbewegingen worden gestimuleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de tastlichaampjes van merkel

A

tactiele schijfjes
receptoren voor lichte aanrakingen en druk die gevoelig zijn voor vorm en structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het lichaampje van ruffini

A

zijn gevoelig voor druk en vervorming van de diep gelegen dermis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is het lichaampje van pachini

A

gevoelig voor druk diep in het lichaam en voor trillingen van hoge frequentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het lichaampje van meissner

A

gevoelif voor lichte aanrakingen, druk en trillingen met lage frequentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn baroreceptoren

A

leveren informatie over druk
autonome regulering (arteriële bloeddruk, uitzetten longen, vulling blaas)

vrije zenuwuiteinden
snelle adaptatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn organen die door baroreceptoren worden bedekt

A

einde karteldarm
aders -> begin aorta en halsslagader
blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat doen proprioreceptoren

A

Registreren positie/hoek van gewricht en spanning in pezen

geen adaptatie
meestal onbewust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de soorten proprioreceptoren

A

vrije zenuwuiteinden
spierspoeltjes
peeslichaampjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat meten vrije zenuwuiteinden bij proprioreceptoren

A

spanning in gewrichtskapsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat meten spierspoeltjes

A

lengte van spier en activere de strekreflexen

18
Q

wat meten de peeslichaampjes

A

spanning in pees

19
Q

wanneer zijn we bewust van info van proprioreceptoren en waarvan worden we ons bewust

A

enkel bewust indien integratie proprioreceptoren met binnenoorreceptoren

-> waarneming lichaamshouding

20
Q

wat doet chemische waarneming

A

Chemoreceptoren registreren de chemische samenstelling van bloed en weefsels

adaptatie

21
Q

waarvoor dient chemische waarneming

A

Autonome regulering van ademhaling en cardiovasculaire stelsel

22
Q

wat zijn chemicallien die waargenomen kunnen worden

A

koolstofdioxide
zuurstof
waterstofionen (PH-waarde)

23
Q

waar zitten bijvoorbeeld chemoreceptoren, wat gebeurt hier

A

medulla oblongata
bijsturing zorgen bv ademhalingsritme

24
Q

wat is het reukepitheel

A

reuk(zintuig)cellen = neuronen gevoelig voor geurstoffen via trilharen

omgeven door ondersteunende cellen

25
wat zijn de geurklieren (2 namen)
glandulae olfactoriae klieren van Bowman
26
wat doen de klieren van bowman
produceren slijm -> reukepitheel beschermen geurstof moet diffunderen
27
wat is de korte weg van geurstof
chemische prikkel -> bindt aan receptoren op trilharen -> actiepotentiaal -> interpretatie van geur thv centrale zenuwstelsel
28
wat zijn olfactorische organen
reukepitheel glandulae olfactoriae/klieren v bowman
29
wat is het olfactorisch pad naar het cerebrum
reukepitheel zenuwvezels van N. olfactorius bulbus olfactorius tractus olfactorius centraal zenuwstelsel
30
wat zijn olfactorische banen
Axonen van reukepitheel lopen door lamina cribrosa van os ethmoidale Synapsen in bulbus olfactorius = onderdeel van n. olfactorius (N I) Olfactorische hersenschors (niet via thalamus!)
31
waarvoor zorgt het limbisch systeem bij geur
link tussen emoties en geuren
32
wat is het gevolg van dat de thalamus niet betrokken is bij geur
je bent je altijd bewust van de geuren rondom je
33
latijnse naam smaakreceptoren
gustatoire receptoren
34
waar zitten de gustatoire receptoren, wat vormen deze
tongoppervlak en keelholte vormen smaakknopje
35
latijnse naam smaakknopje
caliculus gustatorius
36
wat zijn de caliculus gustatorius
smaak(zintuig)cellen -> smaakharen steken uit in smaakporïen ondersteunende cellen liggen aan zijkant smaakpapillen
37
wat zijn smaakpapillen
epitheeluitsteeksels in diverse vormen
38
latijnse naam smaakporïen
porus gustatorius
39
hoe ontstaan de actoepotentialen voor smaak
smaakharen die gevoelig zijn voor opgeloste chemische stoffen
40
welke zenuwen transporteren actiepotentialen
N.facialis (2/3) N. glossopharyngeus (1/3) thalamus zorgt voor bewustwording van smaak
41
welke smaken nemen we waar
4 primair + 2 additioneel zuur, bitter, zout, zoet waterreceptoren, umami