文法 Flashcards Preview

Nederlands > 文法 > Flashcards

Flashcards in 文法 Deck (20)
Loading flashcards...
1
Q

be-, er-, ge-, her-, ver-, ont- で始まる動詞には “ge” は付かない

A

過去形で、英語では✖な「時」を明確にする副詞が入る場合は、Simple Pastで表現する

→ Ik heb gisteren hard gewerkt. (I worked hard yesterday.)

2
Q

staan, zitten, liggen, lopen, hangen 等の現在進行形には、te + V を持ちいる
→ Hij ligt te slapen. (He is sleeping.)
  Ze zit te lezen. (She is reading.)

A

V が副詞の働きをする表現は、zijn + te + V

→ Dat is te begrijpen. (= Dat is begrijpelijk.)

3
Q

必ず後ろに te + V が必要な動詞がある (sth is about to happen な場合にのみ)
例:durven (to dare: あえて), hoeven (to have to [do sth]), hebben 等
→ Ik heb niets te doen.
  Hij durft te springen. (He dares to jump.)

A

一文の主語が同一である場合、主語省略は可能

→ Ik zei dat te doen. (= Ik zei dat ik dat zal doen.)

4
Q

S used to V + O (以前は~だった) と言いたい時は、
S + V(past tense) + vroeger/ vaak + O
→ Ik woonde vroeger in een ander land.

A

リアルでない仮定の話をする場合は過去形を使う

→ Als ik veel geld had, ging ik een jaar op reis!

5
Q

目的やゴールの無いmovementの時は hebben を使った現在完了形を使う
→ Ik heb gisteren gezwommen.
(昨日 [ 目的も無く、ただ ] 泳いだ)

A

目的やゴール、方角の有るmovementの時は zijn を使った現在完了形を使う

→ Ik was naar Utrecht gereden. (I drove to Utrecht.)

6
Q

必ず起こる [ であろう ] 未来のことは、現在形。
gaan + V を使うと、”goint to do”。
zullen は、will と同意語で、フォーマルな表現

A

duur を使うより、speciaal を使うこと

7
Q

kilometer, meterといった語は、veel のような語がつくと、後ろに s がつく
→ Misschien is 3,5 meter/ 2 kilometer genoeg.
  We hebben veel meters voor de vrachtwagen.

A
-e, -el, -em, -en, -er で終わる単語且つ、この部分がunstressである場合の複数形は、-s
→ lepel (elの部分はunstress) なので、lepels
  *kastel (elの部分はstress) なので、kastelen
-a, -i, -u, -y, -o で終わる単語の時は、-'s
-sで終わる単語の時は、何もつけない
8
Q

het 用は t で終わる→ dit, dat

de 用は e で終わる→ deze, die

A

hij, zijn, hem への置き換え
→ 動物について話す時
het paard:Hij zit daar.

zij, haar への置き換え
→ collective noun (names of ppl, things considered as a
unit etc.) で、de名詞の場合
de afdeling:De afdeling publiceert morgen haar
cijfers.)

9
Q

het に対する its は、zijn

A

me, je (jij, jullie)/ jij, zich (u, hij, zij, zij), ons

10
Q

現在進行形:S + zijn + O + aan het + V

過去進行形:S + zijn (past tense) + O + wezen + V

A
hen (them) と ze (them)について
・書き言葉
 hen = 人、 ze = 物
・話し言葉
 hen = 人、 ze = 人&物
11
Q

母音 + tie = ツィー

子音 + tie = スィー

A

前置詞が無い時に、it を使う場合は、het

前置詞がある時に、it を使う場合は、er

12
Q

wat を使った、which~
(1) alles, iets, niets, veel, weinig
 → Er is iets wat ik niet begrijp.
(2) complete sentense
 → Mijn creditcard is gestolen, wat ik niet leuk vind.
(3) superlative
 → Het ergste wat kan gebeuren is dat je creditcard    gestolen wordt.

A

r で終わる形容詞に、-er を付ける際は、-der となる

→ Dat is veel duurder dan ik dacht.

13
Q

niet は、否定するものの直後に置く
また、文全体を否定する際は最後に置く
ただし、文末にfull Vがある場合は、その前に置く
→ Ik wist niet dat jij gisteren daar was.
  Ik lees de krant niet.
full verbが文末に来る時の niet の位置は、2種類
→S + 助 + O1 + O2 + niet + full verb [文全体を否定]
 S + 助 + O1 + niet + O2 + full verb [O2を強調否定]

A
話言葉の際、mogen, willen, zullen, kunnen の動詞は省略されることが多い
→ Mag ik mijn bagage (hebben)?
  Willen jullie een biertje (drinken)?
  Zullen wij (gaan)?
  Jij kan goed Engles (spreken).
14
Q

te + V で、Vが前置詞との一体型で出来ている場合の語順は、pp + te + V

A

Oを強調する場合、Oをnietより前に持っていく

15
Q

pp+Vで出来ている動詞を使用する際、以下の条件を満たす時は、動詞の前の前置詞は動詞にくっつけて使用する
①別途適切な前置詞を使用する場合
②動詞が文末に置かれる場合
例:aankomen / 使用前置詞:bij
Het was om 9 uur toen wij bij het strand waren aangekomen.

A

Diminutive
-etje : ストレスが置かれた短い母音の後ろに -l/ -m/ -n/ -ng/ -r が来る名詞(例:pilletje)
-tje : -a/ -i/ -u/ -e/ -y/ -o で終わる名詞、またはこれらの後ろに -l/ -n/ -r が来る名詞
-pje : ストレスが置かれた長い/ ストレス無しの母音の後ろに m が来る名詞(例:boompje/ duimpje)
-kje : -ng で終わる名詞で、この時 g は落ちる
(例:koninkje (元は koning))

16
Q

every ‘曜日’ = elke ‘曜日’dag または、
月水日:’曜日’dag’s ※ ‘s は発音しない
火木金土:’曜日’dags ※dagsと文字通り読む

A

最上級を使う時、その後ろに修飾する名詞が来ない場合&最上級が副詞の働きをしている場合の冠詞は全て het
→Haar maaltijd is het lekkerst in LA.
※でも、maaltijdが省略されている場合で、de名詞であるmaaltijd用にdeを用いる場合もある
(Haar maaltijd is de lekkerst [maaltijd] in LA.)( ^ω^)

17
Q

名詞が複数形の場合、所有格の s や、’s は付与出来ない。van を使う

A

‘adj + 名詞だけど動詞でもある名詞’ を使う場合は、adj の前に必ず冠詞が必要。でないと、adj の後ろの名詞が動詞として扱われてしまう
→ het lekkere avondeten

18
Q

英語では不可な、前文に2つ以上の名詞が入っている場合の、次のセンテンスのthe 〇〇、that 〇〇が、オランダ語ではOK。この場合、前文の最後にreferされた名詞があてはまることになる

A

V1 + te + V2を使う動詞の場合(例:besluiten/ vergeten)、te + V2 は om が省略されているものとして扱う。
→Wij hebben besloten (om) het af te lasten.

19
Q

何かをexplainするために、「それは・・・です」、という時は、Dat を主語として使う。それ以降には、HetでOK

A

S + V + Oの構文に副詞を含める場合にOが一語のみであれば、副詞は文末に来る
→Ik probeer dat altijd.
※Oが一語でない場合は、Ik probeer altijd te doen.のように、Vの後ろに来る

20
Q

疑問文の時、jij のみ、動詞文末の ‘t’ が落ちる。u の時は、’t’ はついたまま。
→Wat zie jij daarheen?
→Wat ziet u daarheen?

A

Wij / We、Jij/ Je、Zij/ Ze の違いについて

強調してるかしてないかの違い