1. Gametogenese Flashcards
Hoe wordt het prenatale leven ingedeeld?
- Vrucht (week 1-3): versmelting mannelijke en vrouwelijke pronuclei na bevruchting
- Embryo (week 4-8): differentiatie en vormverandering
- Foetus (week 9-38): groei en maturatie
Wat is het verschil tussen somatische cellen en de kiemcellijn?
Somatische cellen zullen vroeg of laat afsterven, terwijl de cellen waaruit de gameten gevormd worden rond week 2 apart worden gezet. De cellen uit kiemcellijn of germline worden doorgegeven aan het nageslacht.
Hoe gebeurt de spermatogenese?
- PGC: week 2 tot maand 6 korte mitotische activiteit
- spermatogonium A: vanaf puberteit
- spermatogonium B: differentiatie en S-fase
- primaire spermatocyt (N = 4): meiose 1
- secundaire spermatocyt (N = 2): meiose 2
- spermatide (N = 1): spermiogenese
- zaadcel
Wat gebeurt er tijdens de spermiogenese?
- Kern met 23 chromosomen
- Acrosoom uit Golgi-apparaat
- Kleine cel met flagellum (mitochondria)
- Capacitatie: verdere rijping via biochemisch proces in baarmoederhals
Hoe gebeurt de oögenese?
- PGC: deling en differentiatie vanaf week 6 tot maand 6 (6 miljoen oögonia)
- oögonium: atresie en differentiatie vanaf maand 3
- primaire oöcyt of primordiale follikel: meiose 1 tot profase vanaf maand 6 → cyclische voltooiing meisose 1
- secundiare oöcyt en 1e poollichaampje: meiose 2 tot metafase → voltooiing meiose 2 bij bevruchting
- definitieve oöcyt of zygote en 2e poollichaampje
Wat is het belang van het onderscheid tussen somatische cellen en kiemcellijn?
- Gentherapie: somatisch (niet erfelijk) of germinaal (wel erfelijk).
- Kanker ontstaat uit niet-erfelijke somatische mutaties (germinaal: erfelijke voorbeschiktheid).
- Evolutie: nieuwe kenmerken ontstaan door mutaties, maar zijn erfelijk enkel wanneer ze in de germ line ontstaan.
- Somatisch en gonadaal mozaïcisme.
Hoe ontwikkelen de primitieve geslachtscellen en de primitieve gonaden?
1) Week 2: ontstaan PGC uit epiblast → dooierzak: bewaren totipotentie en mutaties beperken
2) Week 4 tot 6: naar geslachtsplooien met geslachtsstrengen (voeding en ontwikkeling)
De vrouwelijke, corticale geslachtsstrengen worden de follikelcellen. De mannelijke, medullaire geslachtsstrengen worden de Sertoli en Leydig cellen (oiv. SRY).
Wat gebeurt er indien PGCs hun bestemming niet bereiken?
Ontstaan van een teratoma of wondergezwel.
Kiemcellen blijven soms onderweg hangen en proliferen ter plaats tot een massa cellen. De kiemcellen kunnen differentiëren tot alle celtypes. De tumors bevatten dan ook weefsel afkomstig van alle drie de kiemlagen: tanden, haar, spierweefsel, klierweefsel, …
Wat is de celcyclus?
Ploïdie = aantal kopijen van elk chromosoom in een cel
N-nummer = aantal kopijen van een chromatide
- G1: normale toestand met diploïdie en N = 2
- S en G2: DNA-synthese met diploïdie en N = 4
- M en cytokinese: dochtercellen met diploïdie en N = 2
- Sommige weefsels hebben stamcellen die continu gedifferentieerde cellen vervangen. Andere weefsels bevatten geen actief delende cellen, dit zijn ‘kostbare’ organen.
In kankercellen is de normale celcyclus weggevallen en delen de cellen ongecontroleerd.
Wat is de mitose?
- Profase: condensatie chromosomen
- Prometafase: verdwijnen kernmembraan en vorming delingsspoel
- Metafase: chromosomen op evenaar
- Anafase: chromatiden scheiden en migreren naar polen
- Telofase: vorming kernmembraan
- Cytokinese: feitelijke celdeling met ontstaan twee dochtercellen
Wat is de meiose?
1) Eerste meiotische deling of reductiedeling met genetische, homologe recombinatie
2) Tweede meiotische deling: mitose zonder S-fase met scheiding chromatiden van elk chromosoom.
Wat zijn de verschillen in veranderingen in de genetica tussen man en vrouw?
1) Man begint vanaf puberteit, vrouw prenataal maar stopt dan.
2) Man continu en onbeperkt, vrouw cyclisch tussen 12-50 jaar.
3) Man 4 gelijkwaardige zaadcellen, vrouw slechts 1 volwaardige eicel.
4) Man gebeurt volledig in testis, vrouw pas meiose na bevruchting.
5) Man metamorfose, vrouw beperkte vormverandering.