11. Placenta en vliezen Flashcards

1
Q

Uit wat bestaat de embryonale of foetale component van de placenta?

A

Uit de chorionplaat bestaande uit extra-embryonaire mesoderm met chorionvilli, cytotrofoblast en syncytiotrofoblast. De villi ontstaan aan het begin van week 2 en differentiëren tot tertiaire villi met EEM en bloedvaatjes.

  • Positie: chorion frondosum met villi en chorion laeve zonder villi.
  • Oppervlakte: progressieve aftakkingen en microvilli op syncytiotrofoblast.
  • Dunnere barrière: lagen verdwijnen tot terminale villi met enkel endotheelcellen en syncytiotrofoblast.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit wat bestaat de maternele component van de placenta?

A

Uit het decidua, gedifferentieerd uit het endometrium door meer bevloeiing en meer opstapeling van voedingsstoffen (glycogeen en lipiden). Er is een decidua basalis met cotyledonen en een intervilleuze ruimte afgelijnd door syncytiotrofoblast. Er zijn ook een decidua capsularis rondom de embryo en een decidua parietalis thv. de uterus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er met de amniosholte, chorionholte en de uterusholte?

A

1) Amnionholte: rond volledige embryo, direct contact met vruchtwater
- verbonden via navel: bedekt chorionvlies aan binnenkant
2) Chorionholte: progressief kleiner en verdwijnt rond week 15
- versmelten viscerale (amniosvlies) en parietale blad (met villi) EEM
3) Uterusholte: progressief kleiner (thv. cervix enkel amnion- en chorionvlies)
- versmelting decidua capsularis en decidua parietalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kun je tweelingszwangerschappen opdelen?

A

1) Genetische opdeling of zygositeit: monozygoot of dizygoot.
- Monozygote of identieke tweelingen (1/3): splitsing embryo in afzonderlijke vruchten, niet erfelijk.
- Dizygote of niet-identieke tweelingen (2/3): bevruchting afzonderlijke eicellen, erfelijk.
2) Verloskundige opdeling of chorioniciteit: monochoriaal of dichoriaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn dizygote tweelingen?

A

Dizygote tweelingen implanteren apart en ontwikkelen apart. Het zijn diamniotische en dichoriale tweelingen, zonder vasculaire anastomosen. Later in de zwangerschap verdwijnt de chorionholte, waardoor slechts één membraan tussen de vruchten zit, bestaande uit zowel chorion- als amniosvlies. Met behulp van een lambda-teken kan worden nagegaan of de tweeling dichoriaal is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn monozygote tweelingen?

A

±30% splitsing dag 1 tot 3: 2-8 cellig stadium
- gescheiden placenta’s met aparte chorionholtes, amnionholtes en dooierzakken
- 2 vliezen tussen foetussen: amnion- en chorionvlies
±70% splitsing dag 4 tot 7: morula of blastocyst
- aparte circulatie met aparte amnionholtes en dooierzakken
- 1 vlies tussen foetussen: amnionvlies
±1% splitsing week 2: 2 kiembladen
- aparte circulatie met gemeenschappelijke chorionholtes, amnionholtes en dooierzakken
- geen vlies tussen foetussen
Zeldzame splitsing week 3: primitiefstreep
- aparte circulatie met gemeenschappelijke chorionholtes, amnionholtes en dooierzakken
- geen vlies tussen foetussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het twin-to-twin transfusion syndrome?

A

Twin-to-twin transfusion syndrome: risico op arterio-veneuze anastomosen bij monochoriale tweelingen

  • transfuseur: te weinig bloed, te weinig urine, te weinig vruchtwater → longhypoplasie
  • transfusé: te veel bloed, te veel urine, polyhydramnios → overbelasting hart
  • niet bij veno-veneuze of arterio-arteriële anastomosen!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een fetus in fetu?

A

Een bijzondere vorm van monozygote tweelingen → gebeurt waarschijnlijk tijdens kromming
- abberante ontwikkeling, maar herkenbare structuren: vergelijking met teratoma?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly