1 Investering & Afschrijving Flashcards

(18 cards)

1
Q

Wat is een investering?

A

Een investering is een bedrijfsmiddel dat een bepaalde waarde heeft (meestal vanaf €500) en langer dan een jaar meegaat, zoals gebouwen, machines, kantoormeubilair of winkelinrichting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe onderscheid je investeringen van andere kosten?

A
  • Investeringen: Langdurig gebruik (langer dan 1 jaar) en relatief hoge waarde.
  • Handelsgoederen: Goederen die gekocht worden om te verkopen (bijv. kleding in een winkel).
  • Diverse kosten: Kosten die noch investeringen, noch handelsgoederen zijn (bijv. telefoonrekening, verzekeringen).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt de waarde van een investering geboekt op de balans?

A

De waarde van een investering wordt geboekt:
* Aan de actiefzijde van de balans als ‘vaste activa’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent afschrijven ?

A

Afschrijven betekent het gespreid opnemen van de kostprijs van een investering als kost in de resultatenrekening, gebaseerd op de economische levensduur v/h bedrijfsmiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom worden investeringen afgeschreven?

A
  1. Om de waardevermindering van activa weer te geven, omdat deze elk jaar minder waard worden.
  2. Om de aankoopkosten gelijkmatig te verdelen over de gebruiksjaren v/h bedrijfsmiddel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zijn afschrijvingen echte kosten?

A
  1. Ze zijn een boekhoudkundige weergave van de waardevermindering van een investering.
  2. De uitgave wordt, zonder directe kasuitgave, verdeeld over meerdere boekjaren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen lineaire en degressieve afschrijvingen?

A
  • Lineair: Elk jaar wordt hetzelfde bedrag of percentage afgeschreven.
  • Degressief: In de eerste jaren wordt een hoger percentage afgeschreven, waarna het jaarlijks afschrijvingsbedrag afneemt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer gebruik je lineaire afschrijvingen?

A

Voor activa met een constante waarde, zoals machines of meubels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het maximale percentage voor degressieve afschrijvingen?

A

Het dubbele van het lineaire percentage, met een maximum van 40% van de aankoopprijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe bepaal je de termijn voor afschrijvingen?

A

De termijn wordt bepaald door de economische levensduur van het bedrijfsmiddel.
Voorbeelden:
- Gebouwen: 35 jaar
- Meubilair: 10 jaar
- Klein materiaal (bijv. gsm): 3 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat toont een afschrijvingstabel?

A

Een afschrijvingstabel toont:
1. De jaarlijkse afschrijving.
2. De resterende boekwaarde (valeur comptable) aan het einde van elk jaar.
3. De totale afschrijvingskosten over de volledige termijn.(durée)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe worden afschrijvingen geboekt in het journaal?

A
  • Bij de debetkant wordt het geboekt als afschrijvingskosten (groep 53, bedrijfskosten)
  • Bij de creditkant een correctie plaatsvindt op de materiële vaste activa (MVA).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom worden afschrijvingen soms ‘niet-kaskosten’ genoemd?

A

Omdat er geen directe invloed is op de bankrekening. De oorspronkelijke uitgave wordt gespreid over meerdere jaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe beïnvloeden afschrijvingen de balans?

A

De balanswaarde daalt, omdat de activa jaarlijks afnemen door afschrijvingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een machine wordt gekocht voor €10.000 en afgeschreven over 10 jaar. Wat is het jaarlijkse afschrijvingsbedrag?

A

€10.000 / 10 jaar = €1.000 per jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de boekwaarde van een machine na 5 jaar als de initiële waarde €10.000 is?

A

Na 5 jaar is er €5.000 afgeschreven. De boekwaarde is: €10.000 - €5.000 = €5.000.

17
Q

Een gebouw wordt gekocht voor €490.000 en afgeschreven over 35 jaar. Wat is het jaarlijkse afschrijvingsbedrag?

A

€490.000 / 35 jaar = €14.000 per jaar.

18
Q

Wat is de boekwaarde van een gebouw na 12 jaar met een initiële waarde van €490.000?

A

12 x €14.000 = €168.000 afgeschreven. Boekwaarde = €490.000 - €168.000 = €322.000.