(1) our hero introduces himself Flashcards
(46 cards)
1
Q
ander
A
other
2
Q
arm
A
arm
3
Q
het been
A
leg
4
Q
bijzonder
A
especially/special
5
Q
blond
A
blong
6
Q
buik
A
belly
7
Q
de
A
the
8
Q
dik
A
fat
9
Q
dun
A
thin
10
Q
een
A
a, one
11
Q
en
A
and
12
Q
het figuur
A
figure
13
Q
het gezicht
A
face
14
Q
goed
A
good
15
Q
goedemorgen
A
good morning
16
Q
groen
A
green
17
Q
groot
A
big
18
Q
het haar
A
hair
19
Q
handig
A
handy/skillful
20
Q
het hoofd
A
head
21
Q
klein
A
small
22
Q
lang
A
tall/long
23
Q
lip
A
lip
24
Q
mager
A
thing/skinny
25
mijn
my
26
mond
mouth
27
mooi
beautiful
28
morgen
morning/ tomorrow
29
naam
name
30
neus
nose
31
niet
not
32
het oog
eye
33
ook
also
34
rood
red
35
soms
sometimes
36
van
of
37
voet
foot
38
voor
for
39
vrouw
woman
40
het werk
work
41
zaak
business
42
zijn
to be
43
ik ben
I am
44
hebben
to have
45
werken
to work
46
zeggen
to say
