1 Piacere di conoscervi! Flashcards
(225 cards)
1
Q
Prettig met u (mv) kennis te maken.
A
Piacere di conoscrevi!
2
Q
de titel
A
il titolo
3
Q
welk(e)
A
quale / quali (pl)
4
Q
de actualiteit
A
l’attualitá
5
Q
De zeer betoverende fluit.
A
Flauto molto magico.
6
Q
de fluit
A
il flauto
7
Q
magisch
A
magico/-a
8
Q
het drumstel
A
la batteria
9
Q
het keybord
A
il piano elettrico
10
Q
Senegalees
A
senegalese
11
Q
zo
A
cosí
12
Q
het orkest van de Piazza Vittorio
A
l’orchestra di Piazza Vittorio
13
Q
dragen / (mee)brengen
A
portare
14
Q
hij/zij/het voert op
A
porta in scena
15
Q
de scene
A
la scena
16
Q
de opera
A
l’opera
17
Q
zijn
A
essere *
18
Q
heten
A
chiamarsi
19
Q
ik heet
A
mi chiamo
20
Q
bespelen (van een instrument)
A
suonare
21
Q
de altviool
A
la viola
22
Q
ik ook
A
anch’io
23
Q
ook
A
anche
24
Q
vertellen
A
raccontare
25
onderstrepen
sottolinearea
26
Ecuadoraans
ecudoriano/-a
27
Spaans
spagnolo/-a
28
Frans
francese
29
Hongaars
ungherese
30
Engels
inglese
31
Amerikaans
americano/-a
32
het land
il paese
33
de nationaliteit
il nazionalitá
34
spiegare
uitleggen
35
de regele
la regola
36
Duits
tedesco/-a
37
Waar zijn we?
Dove siamo?
38
wonen
abitare
39
daarna
poi
40
dan
poi
41
beantwoorden
rispondere
42
heten
chiamarsi
43
zij is afgestudeerd
(lei) é diplomato/-a
44
het conservatorium
il conservatorio
45
gebben
avere *
46
de master in (de) wiskunde
la laurea in matematica
47
in het orkest
nell'orchestra
48
het soort
la sorta
49
de gitaar
la chitarra
50
Arabisch
arabo/-a
51
zingen
cantare
52
bovendien
inoltre
53
werken
lavorare
54
als ober
come cameriere
55
ober (v)
la cameriera
56
omdat
perché
57
waarom
perché
58
met muziek
con la musica
59
verdienen (geld)
guadagnare
60
zijn
il suo
61
haar
la sua
62
de neef
il cugino
63
de nicht
la cugina
64
de zanger
il canante
65
de zangeres
la cantante
66
de zoon
il figlio
67
de dochter
la figlia
68
de muzikant
il musicista
69
de muzikante
la musicista
70
ze hebben gemeen
hanno in commune
71
zeer veel
tanto
72
zo veel
tanta
73
de ervaring
l'esperianza
74
de liefde voor..
l'amore per..
75
momenteel
attualmente
76
in Rome
a Roma
77
de achternaam
il cognome
78
van waar
di dove
79
het (muziek)instrument
lo strumento
80
het werkwoord
il verbo
81
de tabel
la tabella
82
het gebarenspel
la pantomima
83
spelen
giocare
84
vragen stellen
fare le domande
85
alle(n), allemaal
tutti/-e
86
de piano
il pianoforte
87
de viool
il violino
88
de contrabas
il contrabbasso
89
de saxofoon
il sassofono
90
de uitspraak
la pronuncia
91
het ijs
il gelato
92
het meer
il lago
93
het strand
la spiaggia
94
de paddenstoel
il fungo
95
de folder
il dépilant
96
voor wie is … wellicht interessant
a chi puó interessare ..
97
interessant zijn voor ...
interessare
98
deze, dit
questo/-a
99
mensen die
persone che
100
de persoon
la persona
101
graag willen, wensen
desiderare
102
gaan naar, zitten op .. (cursus)
frequentare .. (il corso)
103
de kunst
l'arte (v)
104
de universiteit
l'universita
105
de academie
l'accademia
106
voor het werk
per lavoro
107
het werk
il lavoro
108
om te praten
per parlare
109
de vriend
l'amico
110
de vriendin
l'amica
111
houden van
amare
112
de taal
la lingua
113
als hobby
per passatempo
114
de hobby
il passatempo
115
gaan
andare
116
op vakantie
in vacanza
117
de vakantie
la vacanza
118
aankomen
arrivare
119
nemen
prendere
120
het vliegtuig
l'aereo
121
de luchthaven
l'aeoroporto
122
verbinden met
collegare a
123
de stad
la cittá
124
voornaamste
principale
125
de bestemming
la destinazione
126
nationaal
nazionale
127
internationaal
internazionale
128
de vliegtuigmaatschappij
la compagnia aerea di linea
129
nog (meer)
ancora
130
ontdekken
scoprire
131
meer
piú
132
tellen
contare
133
hier is het adres
ecco l'indirizzio
134
hier
ecco
135
het telefoonnummer
il numero di telefono
136
de telefoon
il telefono
137
hier
qui
138
de intensieve cursus
il corso intensivo
139
intensief
intensivo/-a
140
nou; dus, dan
allora
141
bij
presso
142
de familie
la famiglia
143
hier in de buurt
qui vicino
144
de tenor
il tenore
145
maar
ma
146
de bank
la banca
147
de stadsplattegrong
la cartina della cittá
148
dank je
grazie
149
Wat zijn de openingstijden van ...
Che orario ha ...
150
de openingstijd
l'orario
151
open
aperto/-a
152
de hele dag
tutti il giorno
153
heel
tutto/-a
154
de dag
il giorno
155
van .. tot ..
dalle .. alle ..
156
anders
altrimenti
157
te bereiken
reperibile
158
op mijn mobiel
sul cellurare
159
de mobiel
il cellurare
160
En nu is het uw (mv.) / jullie beurt!
E ora a voi!
161
uw (v)
la vostra
162
uw (m)
il vostro
163
of
o
164
het briefje
il foglietto
165
welk(e) is ..
qual é ..
166
in de
nella
167
herlezen
rileggere
168
het gesprek
la conversazione
169
mannelijk
maschile
170
vrouwelijk
femminile
171
de mail
l'e-mail (v)
172
beste familie
gentile famiglia
173
zich voorstellen
presentarsi
174
met vriendelijke groet
cordiali saluti
175
de ronde, de tocht
il giro
176
de baan
la pista
177
trappen
pedalare
178
bestaan
esistere
179
de fiets
la bicicletta
180
de fietser (v)
la ciclista
181
rijden/fietsen door
attraversare
182
de provincie
la regione
183
de kilometer
il chilometro
184
het (boek)deel
il volume
185
onze/ons (v)
la nostra
186
onze/ons (m)
il nostro
187
de hoofdstad
il capitale
188
groot
grande
189
de vlag
la bandiera
190
groen
verde
191
de Adriatische Zee
il Mar Adriatico
192
klein
piccolo/-a
193
meer dan een half miljoen
piú di mezzo milione
194
half
mezzo/-a
195
het miljoen
il milione
196
de inwoner/inwoonster
l'abitante
197
de vulkaan
il vulcano
198
de rivier
il fiume
199
de atleet/atlete
l'atleta
200
ander
altro/-a
201
het event
la manifestazione
202
sportief
sportivo/-a
203
het feest
la festa
204
om te communiceren
per communicare
205
voor het dossier
per il dossier
206
invullen
compilare
207
het inschrijfformulier
il formulario d'iscrizione
208
de geboorte
la nascita
209
de geboortedatum
la data (di nascita)
210
het geslacht
il sesso
211
het beroep
la professione
212
de postcode
il CAP
213
de staat
la nazione
214
het faxnummer
il fax
215
de moedertaal
la madrelingua
216
de kennis van het Italiaans
la conoscenza dell'Italiano
217
het niveau
il livello
218
het begrip
la comprensione
219
andere talen die u beheerst
altre lingue conosciute
220
geen
nessuno/-a
221
basis
elementare
222
gemiddeld/matig
medio/-a
223
goed
bueno-/-a
224
uitstekekend
eccellente
225
de grammatica
la grammatica
