1 Wat is geschiedenis Flashcards

(48 cards)

1
Q

) Hoe vonden mijn grootouders de weg zonder internet of GPS?

A

relatie vroeger-nu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waren de middeleeuwen echt donkere en smerige tijden?

A

historische beeldvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is de economische welvaart in West-Europa zo hoog?

A

relatie vroeger-nu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke bewijzen heb ik dat mijn opa Belgisch kampioen boogschieten was?

A

totstand koming historische kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom wou de Engelse koning Hendrik VIII scheiden van zijn vrouw?

A

het verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom heeft mijn oma het altijd koud en ik niet?

A

GEEN historische vraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom had mijn nonkel de bijnaam ‘den beir van Putte ’?

A

het verleden en historische beeldvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Prehistorie

A

3500 voor Christus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stroomculturen

A

800 voor Christus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

klassieke oudheid

A

500 na Christus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Middeleuwen

A

1500 na Christus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vroeg moderne tijd

A

1750 na christus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

moderne tijd

A

1945 na Christus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

1945 en verder

A

het nu, hedendaags

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gebeurtenis 3500 v.C.

A

ontstaan eerste schrift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

800 v.C. gebeurtenis

A

begin griekse beschaving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

500 belangerijke gebeurtenis

A

476 val west romeinse rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

1500belangrerijk gebeurtenis

A

1492 ontdekking amerika 1517 reformatie 1453 val van Constantinopel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

1750 gebeurtenis

A

franse revolutie 1789 stoommachine 1763

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

1945 gebeurtenis

A

2de wereldoorlog

21
Q

Millenium

22
Q

eeuw

23
Q

Datum

A

tijdsaanduiding dat bestaat uit dag/maand/jaar

24
Q

Chronologie

A

rankschikking vann gebeurtenissen

25
oorzaak
dat gene waardoor iets gebeurt
26
aanleiding
dat gene dat iets laat gebeure
27
gevolg
datgene wat uit de oorzaak uitvloeit
28
continuïteit
iets dat niet veranderd, blijft hetzelfde
29
evolutie
een ontwikkeling/verandering
30
revolutie
een snelle ontwikkeling/verandering
31
lokaal
plaatselijk
32
regionaal
verwijst naar regio
33
globaal
verwijst naar heel de wereld
34
centrum
in het midden van een gebied
35
periferie
aan de rand van een gebied
36
nationaal
staat of land
37
continentaal
verwijst naar een continent
38
internationaal
vindt plaats tussen meer dan 1 plaats
39
stedelijke ruimte
gebeurtenis nabij een stad
40
rurale ruimte
gebeurtenis op platteland
41
maritieme ruimte
een gebeurtenis op zee
42
continentale- ruimte
ver van zee landinwaarts
43
open ruimte
gebeurtnis die plaats vindt in een gebied waar er interactie met de buite wereld is
44
gesloten ruimte
gebeurtnis die plaats vindt in een gebied waar er geen interactie met de buite wereld is
45
politiek
oorlog, verkiezingen
46
sociaal
leefomstandigheden
47
economisch
handel, geld, inflatie
48
cultureel
geloof