10. Urogenitaal systeem Flashcards

1
Q

Welke drie excretiesystemen worden aangelegd in het intermediaire mesoderm?

A

1) Cervicale pronefros → verdwijnt volledig
- geen functie en geen afvoer
2) Thoracale tot mid-lumbale mesonefros → restjes (V) en ductus deferens, efferentes en epididymis (M)
- tijdelijke functie: nierbuisjes
- afvoer: kanaal van Wolff
3) Sacraal metanefros → definitieve nieren
- blijvende functie: nefronen
- afvoer: ureter (aftakking van Wolff) en tubuli colligentes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er met het kanaal van Wolff?

A

1) Sacrale deel wordt de ureterknop, waaruit de urether en de tubuli colligentes ontstaan en dat de vorming van het metanefros induceert.
2) Bij man → de ductus deferens, dat met de ductuli efferentes van de primitieve nefronen uit het mesonefros verbindt. Het craniale deel vormt de epididymis.
3) Bij vrouw → verdwijnt volledig, behalve epoöphoron, paroöphoron en Gartner’s cysten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er met het kanaal van Müller?

A

Het kanaal van Müller of het paramesonefros kanaal ontstaat uit een instulping van het somatopleurale, laterale mesoderm. Bij de man verdwijnt het op enkele restjes na, nl. appendix testis en utriculus prostaticus (waaruit de prostaat ontstaat). Bij de vrouw vormt het caudaal het bovenste deel van de vagina en uterus en craniaal staat de buis in contact met de coeloomholte (de toekomstige peritoneale holte).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ontwikkelen de gonaden?

A

De gonaden ontwikkelen in de posterieure lichaamswand, thv. thoracaal 10, aan weerszijden van het mesenterium dorsale. De primitieve gonaden zijn initieel indifferent en bestaan uit de primordiale geslachtscellen (epiblast → dooierzak → dorsale wand tegen W6) en sex chords of geslachtsstrengen (uit somatopl. coeloomepitheel of interm. mesonefros). Tot aan het einde van week 6 zijn de mannelijke en vrouwelijke embryo op morfologisch vlak identiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe differentiëren mannelijke embryo’s?

A

Y-chromosoom met SRY-gen zorgt voor het verdwijnen van corticale sex chords en het differentiëren van medullaire sex chords tot Leydig en Sertoli cellen. Sertoli cellen produceren anti-mulleriaans hormoon, wat zorgt voor de involutie van het kanaal van Müller. Leydig cellen produceren INSL3 en testosteron, wat zorgt voor de ontwikkeling genitale kanalen, afdaling testis, hersenontwikkeling en metabolisatie tot DHT (externe genitalia, prostaat en zaadblaasjes).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe dalen de testis af?

A

1) Abdominale fase (week 10-15): oiv. insulin-like 3 tot in lieskanaal
2) Inguinoscrotale fase (week 26-35): oiv. testosteron tot in scrotum
→ Cryptorchidie: fertiliteitsstoornissen, testiskanker, torsio testis en liesbreuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe differentiëren vrouwelijke embryo’s?

A

Geen SRY-gen zorgt voor het verdwijnen van medullaire sex chords en het differentiëren van corticale sex chords tot follikelcellen. Geen testosteronproductie zorgt voor de involutie van het kanaal van Wolff en het mesonefros, waardoor geen mannelijke geslachtsklieren gevormd worden. Geen AMH zorgt voor de differentiatie van het kanaal van Müller tot de eileiders, de uterus en het bovenste deel van de vagina. De externe genitalia differentiëren in vrouwelijke richting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke geslachtschromosomale aandoeningen of sex chromosomal DSD’s zijn er?

A

1) 45,X of Turner syndroom met een vrouwelijk fenotype: geen menstruatie, te weinig oestrogeenproductie.
2) 47,XXY of Klinefelter syndroom met een mannelijk fenotype: onvruchtbaar met initieel normale testosteronproductie, pas in puberteit te weinig.
3) Hermafroditisme: mannelijke én vrouwelijke gedeelten in de gonaden, meestal door mozaïcisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 46,XX en 46,XY DSD’s zijn er?

A

1) 46,XX mannen door SRY-gen op X-chromosoom: abnormale crossing-over van PAR (normale ontwikkeling tot man, maar onvruchtbaar).
2) 46,XY vrouwen door deletie of mutatie SRY-gen: slechts één functioneel X-allel (normale ontwikkeling tot vrouw, maar onvruchtbaar).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke aandoeningen zijn er op gonadaal en fenotypisch niveau?

A

1) 46,XY en uterus door autosomaal recessieve aandoening met afwezigheid AMH of AMH-receptor.
2) Pseudohermafroditisme: discrepantie tussen chromosomaal/gonadaal geslacht en externe genitalia.
- mannelijk pseudohermafroditisme: 46,XY met testes, maar vrouwelijke externe genitalia (deficiënte werking testosteron)
- vrouwelijk pseudohermafroditisme: 46,XX met ovaria, maar mannelijke externe genitalia (excessieve inwerking androgenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke types pseudohermafroditisme zijn er?

A

1) Androgen insensitivity syndrome: mutatie in gen van T-receptor op X-chromosoom of in genen noodzakelijk voor T-productie (vrouwelijke genitalia met niet-afgedaalde testes, psychologisch vrouw) → geen pubarche of menarche.
2) Afwezigheid DHT: AR 5α-reductase deficiëntie (vrouwelijke genitalia, psychologisch man) → alles mannelijk behalve externe genitalia oiv. DHT, tijdens puberteit wel secundaire mannelijke geslachtskenmerken.
3) Vrouwelijk pseudohermafroditisme: abnormaal sterke invloed androgenen door AR 21α-hydroxylase deficiëntie (mannelijke genitalia, psychologisch vrouw) → vaak ambigue genitalia en congenitale hyperplasie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly